>
In de Thora staat
:
"De vaders zullen niet om hun kinderen ter dood gebracht
worden; ook zullen de kinderen niet om hun vaders ter dood gebracht worden;
ieder zal om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden."
(Deut 24:16). Oftewel geen mens zal sterven voor andermans zonde. Dat wordt
ook nog eens bevestigd in Ezechiel 18:20. Dus ook Jezus kan niet sterven voor
iemand anders zijn zonden volgens de Thora en Tenach.
De
voorwaarde dat Juzus moest sterven als genoegdoening voor de zonden van een
ander is voor ons als Joden daarom moeilijk te geloven
?
en ook hierover:
1 >
Volgens de
voorzeggingen van de profeten Jeremia (Hfst
31:33-36 en 32:37-41) en Ezechiël (Hfst 36:26-28) heeft (in overeenstemming met
Deuteronomium 30:2-8)
het tijdperk van het Nieuwe Verbond de volgende kenmerken:
a) Dat
het volk Israël zich
in zijn totaliteit bekeerd
heeft tot God, door de
Thora instructies geheel te onderhouden en
b) Dat het volk Israël
voorgoed (eeuwig) in het gehele land Israël
woont waar ze vanaf dat moment
NOOIT meer uit
verwijderd wordt.
Als we nu in de tijd van het Nieuwe Verbond zouden leven
(zoals beschreven staat in Luk. 22:20 en Hebr. 10:16), waarom zijn dan deze voorzegde kenmerken nog
steeds (inmiddels al zo'n 2000 jaar !!!) niet zichtbaar?
Ezech. 36:26-28 "26
een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart
van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees
geven. 27 Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar
mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt. 28
Gij zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb; gij zult Mij
tot een volk zijn en Ik zal u tot een God zijn."
Jer.31:33-36 "33 Maar
dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israel sluiten zal na deze dagen,
luidt het woord van de Eeuwige: Ik zal mijn Thora in hun binnenste leggen
en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij
tot een volk zijn.34 Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een
ieder zijn broeder leren: Kent de Eeuwige: want zij allen zullen Mij
kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord van de
Eeuwige, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer
gedenken.35 Zo zegt de Eeuwige, die de zon overdag tot een licht geeft, die de
maan en de sterren verordent tot een licht des nachts, die de zee opzweept,
dat haar golven bruisen, wiens naam is Eeuwige der heerscharen: 36 Als deze
verordeningen voor mijn ogen zullen wankelen, luidt het woord van de Eeuwige,
dan zal ook het nageslacht van Israel ophouden al de dagen een volk te zijn
voor mijn ogen". Jeremia
32:37-41" zie,
Ik verzamel hen uit al de landen, waarheen Ik hen in mijn toorn en gramschap
en grote verbolgenheid zal verdreven hebben, en Ik zal hen naar deze plaats
terugbrengen en hen veilig doen wonen; zij zullen Mij tot een volk zijn en
Ik zal hun tot een God zijn; Ik zal hun een hart en een weg geven, zodat
zij Mij vrezen al de dagen, hun en hun kinderen na hen ten goede; ja,
Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij niet van achter hen
afwenden zal en dat Ik hun wel zal doen, en mijn vrees zal Ik in hun hart
leggen, zodat zij niet van Mij afwijken; Ik zal Mij over hen verblijden en
hun weldoen en Ik zal hen voorgoed in dit land planten met heel mijn hart
en heel mijn ziel"
Deut 30:2-8 "En gij keert terug tot de Eeuwige, uw G’d, en luistert naar zijn
stem gelijk alles wat ik u heden gebied, gij en uw kinderen, met geheel uw
hart en met geheel uw ziel, Dan zal de Eeuwige, uw G’d, tot uw gevangenen
terug keren en Zich over u erbarmen, en zal Hij u weer verzamelen uit al de
volken, waarheen de Eeuwige, uw G’d, u verstrooid heeft. Al waren uw verstootenen aan het einde des hemels, van daar zal de Eeuwige, uw G’d, u
verzamelen en van daar zal Hij u nemen. De Eeuwige, uw G’d, zal u brengen in
het land, dat uw vaderen bezeten hebben, gij zult het in bezit nemen; Hij zal
het u wél doen gaan en u vermeerderen nog meer, dan uw vaderen. De Eeuwige, uw
G’d, zal uw hart en het hart van uw nakroost besnijden, om de Eeuwige, uw G’d,
te beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel, opdat gij leven moogt."
(Er wordt trouwens duidelijk gesproken over
een Nieuw Verbond en niet over een Nieuwe Thora waar in het Christendom van
wordt uitgegaan)
2 >
Hoe kan het zo zijn dat het Nieuwe Testament een totaal andere omschrijving
geeft van het Nieuwe Verbond als het Oude Testament als het Nieuwe Verbond
wordt voorzegd?
In Luk. 22:20 Evenzo de beker, na de maaltijd, zeggende: "Deze
beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, die voor u uitgegoten wordt." en in Matt. 26:28 "Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten
wordt tot vergeving van zonden.". Het Nieuwe Verbond zou volgens deze teksten
betekenen dat er vergeving is door het vergoten bloed van de Messias. Het
Oude Testament geeft, zoals we hierboven reeds gezien hebben, echter aan dat het
Nieuwe Verbond daarin bestaat dat het volk Israël zich zal bekeren om weer
volgens Gods instructies (de Thora) te leven, waarna God
zijn beloften aan Israël in vervulling kan en zal laten gaan.
3 >
In Jesaja 11:2 en 3 staat geschreven (in een
correcte vertaling vanuit het Hebreeuws) dat de Messias een Godvrezend persoon
zal zijn (....eerbied voor de Eeuwige (zal op hem rusten), hij ademt eerbied
voor de Eeuwige). Als de Messias God zou zijn
zou deze omschrijving onlogisch zijn; God die godvrezend is.
4 >
Een
christelijke overtuiging
is het dat een
mens de Thora niet kan
houden
(en dat daarom de Thora nu niet meer gehouden hoeft te worden)........Waarom
zegt God dan in de Thora dat het niet moeilijk is de Thora te onderhouden?
Deut.
30:11-16 Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet iets bovennatuurlijks
voor u noch te ver verwijderd. Het is niet in de hemel, dat gij zoudt zeggen:
”Wie zal voor ons ten hemel opklimmen en het voor ons nemen, om het ons te
doen horen, dat wij het volbrengen?” Ook is het niet aan de overzijde der zee,
dat gij zeggen zoudt: “Wie zal voor ons naar de overzijde der zee overtrekken
en het voor ons nemen, om het ons te doen horen, dat wij het volbrengen?” Maar
zeer nabij u is dit woord; in uw mond en in uw hart is het, om het te
volbrengen. Zie ik leg u heden voor: het leven en het goede, den dood en het
kwade. Daar ik u heden gebied, den Eeuwige, uwen God, te beminnen, door in
Zijne wegen te gaan en Zijne geboden, wetten en rechtsvoorschriften in acht te
nemen; opdat gij moogt leven en u vermeerderen, en de Eeuwige, uw God, u zegene in het land, waarheen gij komt om het in bezit te nemen.
5 >
Als Jezus de
Messias zou zijn en (gezaghebbend) God zou zijn waarom luisteren dan het over
overgrote deel zijn volgelingen niet naar wat hij zegt?.
Hij zegt namelijk dat de Thora niet is afgeschaft (Matt 5:17-19 'Meent
niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet
gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de
hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de
wet, eer alles zal zijn geschied. Wie dan een van de kleinste dezer geboden
ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der
hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der
hemelen.' De meeste Christenen zeggen dat dat wel zo is
en houden zich niet aan de Thora. (De Christenen die nu zeggen dat de Thora nog
wel van kracht is houden zich er in de praktijk trouwens ook niet aan, of ze
reizen van de ene naar de andere plaats op de Shabbat en/of ontsteken vuur op Shabbat en/of overtreden met gemak een of meerdere van de 613 geboden in de Thora).
Verder zegt hij tegen zijn
volgelingen dat zij moeten onderhouden wat de farizeeën en schriftgeleerden
hun leren (de rabbijnen van het orthodoxe Jodendom van die tijd). Mat 23:1-3a
" Toen sprak Jezus tot de scharen en tot
zijn discipelen, zeggende: De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich
gezet op de stoel van Mozes. Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat
en onderhoudt dat" Niemand van de
volgelingen van Jezus (de Christenen) volgt heden ten dage deze instructie op.
Hoe kan dat als Jezus Goddelijk gezag zou hebben en hij (volgens de
Christenen) gehoorzaamd zou moeten worden?
6 >
Waarom zegt G’d tegen Kaïn dat hij over de zonden moet
heersen als dat zonder behoud door Jezus' dood niet mogelijk zou zijn? Gen 4:7 "Moogt gij het niet
opheffen, indien gij goed handelt? Doch indien gij niet goed handelt,
ligt de zonde als een belager aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch
over wie gij moet heersen."
7 >
In Gen. 3:16-19 staat “Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal
zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen
baren en naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen. 17 En
tot de mens zeide Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom
gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem
om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, 18
en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds
eten; 19 in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de
aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en
tot stof zult gij wederkeren.?" Dit als 'straf' op de zonden. Als Jezus dan de
straf en vloek van de zonden gedragen en weggenomen heeft waarom baren de
meeste vrouwen (ook de christelijke) dan onveranderd kinderen met pijn? Waarom
moet een mens dan nog steeds werkend zijn brood verdienen? en waarom sterven
de mensen dan nog? Verder is ook niet te zien dat het geloof in Jezus op zich
tot vrede, heelheid en gezondheid in de christelijke wereld heeft geleid. In
tegendeel tot verdeeldheid (kijk naar de vele splitsingen in kerken), haat en
zelfs vele vele oorlogen (dan neem ik de vele pogroms daar nog niet bij). Ook in de kerken die genezing door Jezus proclameren is er
slechts blijvende genezing in zo'n 3 % van de gevallen, een percentage wat ook
elders wordt gezien.
Hoe komt het dat, als Jezus' dood voor heelheid van de
gelovigen zou zorgen, dit niet overal zichtbaar is en zelfs niet bij de vurige
gelovigen volgelingen van Jezus?
8 >
Volgens het Oude
Testament is en blijft de mens zelf
(ook
Adam) verantwoordelijk voor al zijn zonden,
niet iemands nakomelingen of een ander. Zo werd dat ook voor de toekomstige
tijd geprofeteerd in Ezech. 18 en
33 (11 Zeg tot
hen: zo waar Ik leef, luidt het woord van Adonai de Eeuwige, Ik heb geen
behagen in de dood van de goddeloze, maar veeleer daarin, dat de goddeloze
zich bekeert van zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen.
Want waarom zoudt gij sterven, huis Israëls? 12 Gij nu, mensenkind, zeg
tot uw volksgenoten: Zijn gerechtigheid zal de rechtvaardige niet redden,
wanneer hij tot overtreding komt; en door zijn goddeloosheid zal de goddeloze
niet ten val komen, wanneer hij zich van zijn goddeloosheid bekeert. En
wanneer hij zondigt, zal de rechtvaardige door zijn gerechtigheid niet kunnen
leven. 13 Wanneer Ik tot de rechtvaardige zeg, dat hij zeker leven zal,
maar hij vertrouwt op zijn gerechtigheid en doet onrecht, dan zal met geen van
zijn gerechte daden rekening gehouden worden, maar om het onrecht dat hij
deed, zal hij sterven. 14 En wanneer Ik tot de goddeloze zeg: Gij zult
zeker sterven, maar hij bekeert zich van zijn zonde en handelt naar recht en
gerechtigheid. 15 De goddeloze geeft een pand terug, vergoedt het
geroofde, wandelt naar de inzettingen die doen leven, zodat hij geen onrecht
meer bedrijft. Hij zal zeker leven, hij zal niet sterven. 16 Geen van de
zonden die hij bedreven heeft, zal hem meer worden toegerekend; hij heeft naar
recht en gerechtigheid gehandeld, hij zal zeker leven.)....
Hoe kan dan een theologie ontstaan dat ieder mens (zonder geloof in Jezus) zou
moeten boeten voor de zonde van Adam?
9 >
In Ps. 19:7 staat "De Thora van de Eeuwige is volmaakt,
bekerende de ziel; de getuigenis van de Eeuwige is gewis, den slechten
wijsheid gevende. De bevelen van de Eeuwige zijn
recht, verblijdende het hart; het gebod van de Eeuwige is zuiver, verlichtende
de ogen.". In Deut 29:29
staat "maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen
voor altijd, opdat
wij al de woorden dezer wet (Thora) volbrengen." Er staat dat Thora volmaakt
is, gewis is (stand zal houden) en dat hij voor Eeuwig is (dat staat ook op
diverse andere plaatsen (bijv. Ps 119, wat een loflied is op de Thora).
Hoe kan de Hebreeënbrief schrijver
(8:13) dan de conclusie trekken op basis van Jer. 31 dat de
Thora de verdwijning nabij is? In Deut. 30, Jer. 31 en Ezech 36 staat immers dat de Thora juist weer
onderhouden zal worden (en ook Mal. 4 geeft zo duidelijk het belang voor de
toekomst ervan weer). Het feit dat de Thora nog steeds als gezaghebbend door
het Joodse volk is op zich al een duidelijk bewijs dat de betreffende tekst
nie klopt.
10 >
In
de Thora en de profetieën staat dat God mensenoffers haat. Hij zegt dat het
voor Hem een gruwel is. (Lev. 81:21."En gij zult geen van uw kinderen
overgeven, om het aan de Moloch te wijden, opdat gij de naam van uw God niet
ontwijdt. Ik ben de Eeuwige". Deut. 12:31 "Niet alzo zult gij de Eeuwige, uw
God, dienen; want al wat de Eeuwige een gruwel is, wat Hij haat, doen zij voor
hun goden; zelfs hun zonen en hun dochters verbranden zij voor hun goden met
vuur." De 18:10, Ezech 16:20 "dat gij de zonen en dochters die gij Mij gebaard
hadt, genomen en ten offer gebracht hebt, hun tot spijze.". Ook de
geschiedenis met de geloofsbeproeving van Avraham laat zien dat God geen
mensenoffer vraagt.
Hoe kan dan de theorie ontstaan dat God het offer van
Jezus vraagt ter verzoening van zonden? Zie ook punt 3.
11 >
Als
de Thora zegt dat de Tempel, als
deze op de berg Zion gebouwd zou zijn, de enige plaats is waar offers gebracht
zouden mogen worden en dat alles wat buiten deze plaats geofferd werd, door
God niet als correct offer werd gezien, hoe kan het christendom dan beweren
dat God de dood van Jezus, die op Golgotha plaatsvond, als offer zou zien. Deut 12:1-14; 14 "maar op de plaats die de Eeuwige in het gebied van een uwer
stammen verkiezen zal, daar zult gij uw brandoffers brengen, en daar
zult gij doen alles wat ik u gebied". Verder moest van de offerdieren
alleen een aantal specifiek genoemde ledematen/delen van het dier op het
altaar verbrand worden. Dan zou het alleen als offer gerekend worden. Ook om
die reden kan de dood van Jezus nooit als offer voor God beschouwd worden.
12 >
Een christelijke overtuiging
is het, dat de Tempel niet herbouwd wordt of in ieder geval het niet
noodzakelijk is dat de Tempel herbouwd
zal
worden met daarbij de terugkerende offeranden. Waarom staat er dan in Jer.
33:17-21 "17 Want zo zegt de Eeuwige: Nimmer zal het David
ontbreken aan een man, die op de troon van het huis Israëls gezeten is;
18 en de levitische priesters zal het nimmer ontbreken voor mijn aangezicht
aan een man die brandoffers offert, spijsoffers ontsteekt en slachtoffers
brengt al de dagen.
19 Het woord van de Eeuwige kwam tot
Jeremia: 20 Zo zegt de Eeuwige: Indien gij mijn verbond aangaande de dag en de
nacht kunt verbreken, zodat er geen dag en nacht meer zou zijn op hun tijd, 21
dan zal ook mijn verbond met mijn knecht David verbroken worden, dat hij geen
zoon meer hebben zal, die koning is op zijn troon, en met de Levieten, de
priesters, mijn dienaren" en in Mal. 3:4 "4 Dan zal het
offer van
Juda en van Jeruzalem de Eeuwige aangenaam zijn als in de dagen van ouds en als in vroegere jaren." en in Ezech. 45:17-25: "17 Maar op de
vorst rust de plicht van de brandoffers, het spijsoffer en het plengoffer, op
de feesten, de nieuwemaansdagen en de sabbatten, op al de hoogtijden van het
huis Israëls. Hij zal het zondoffer en het spijsoffer, het
brandoffer en de vredeoffers brengen, om verzoening te doen voor het gehele
huis Israëls. 18 Zo zegt Adonai de Eeuwige: In de eerste maand, op de eerste
der maand, zult gij een gave jonge stier nemen en daarmede het heiligdom
ontzondigen. 19 De priester zal daartoe iets van het bloed van het zondoffer
nemen en dat strijken aan de post van het huis, aan de vier hoeken van de
omloop van het altaar en aan de post van de poort van de binnenste voorhof. 20
Evenzo zult gij doen op de zevende van de maand ter wille van hen die
onopzettelijk en onwetend zondigen; en gij zult verzoening doen voor het huis.
21 In de eerste maand, op de veertiende dag der maand, zult gij het Pascha
vieren; gedurende het feest van zeven dagen zullen ongezuurde broden gegeten
worden. 22 Op die dag zal de vorst voor zichzelf en voor al het volk des lands een stier als zondoffer bereiden. 23 En gedurende de
zeven dagen van het feest zal hij zeven dagen lang dagelijks als brandoffer
voor de Eeuwige zeven stieren en zeven rammen bereiden, alle gaaf, en als
zondoffer dagelijks een geitenbok; 24 als spijsoffer zal hij een efa bij elke
stier en een efa bij elke ram bereiden en een hin olie bij elke efa. 25 Ook in
de zevende maand, op de vijftiende dag der maand, op het feest, zal hij het
bereiden; zeven dagen lang desgelijks, zowel het zondoffer als het brandoffer,
het spijsoffer zowel als de olie. (tussen haakjes: de Vorst die in vers
22 wordt genoemd is volgens Ezech 37:25 de Messias ben David). En waarom staat
er dan in Ps. 119:160 dat de Thora instructies voor eeuwig gelden "160 Heel uw
woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig" en
in Ezech 36:27 dat de inzettingen en verordeningen van de Eeuwige (dus ook de
verordeningen en inzettingen voor de offeranden) weer gehouden zullen worden;
"Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn
inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt."?.
13 >
Volgens de meeste christenen
hoeft, o.a. op basis van Hebr. 8:13, de Thora niet meer onderhouden te worden.
Waarom staat er dan in Mal.
3:19-24 (4:1-6) “Want zie, de dag komt,
brandend als een oven! Dan zullen alle overmoedigen en allen die goddeloosheid
bedrijven, zijn als stoppels, en de dag die komt, zal hen in brand steken
(zegt de Eeuwige der heerscharen) welke hun wortel noch tak zal overlaten.
Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er
zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als
kalveren uit de stal. Gij zult de goddelozen vertreden, want tot stof zullen
zij zijn onder uw voetzolen op de dag die Ik bereiden zal, zegt de Eeuwige der
heerscharen. Gedenkt de wet van Mozes, mijn knecht, die Ik hem op Horeb
geboden heb voor gans Israël, inzettingen en verordeningen”. De dag die
hier wordt beschreven is duidelijk nog niet gekomen en de Eeuwige roept op om
de Thora te onderhouden.
14 >
Volgens
veel christenen is God genadiger geworden.
In het NT openbaart God zich als een God van liefde (die het houden van de
Thora niet meer belangrijk vindt) terwijl Hij onder het OT zich openbaart als een toornig God die Zijn kinderen
een opdracht geeft die ze niet kunnen (en eigenlijk nooit zouden kunnen)
volbrengen. (Tussen haakjes: De opdracht om de Thora te onderhouden zou
er volgens hun alleen maar voor bedoeld zijn om aan te tonen dat ze die
instructies niet kunnen houden.) Hoe kan het dan zijn dat God zich aan zijn
volk in het OT juist in het geven van de Thora bekend maakt met de volgende
woorden "6 De Eeuwige ging aan hem voorbij en riep: de Eeuwige, de Eeuwige,
God, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw, 7
die goedertierenheid bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid,
overtreding en zonde vergeeft" Ook staat er in het OT dat de Eeuwige niet
verandert Mal 3:6 "Voorwaar,
Ik, de Eeuwige, ben niet veranderd."
Juist in het geven van de Thora, bewijst God
zich volgens de Thora dat Hij een genadig God is. Dat hij instructies geeft om
in Zijn aanwezigheid te komen. Door te ontkennen dat deze instructies de mens
in Gods nabijheid brengen, is christendom juist een oorzaak donkerheid
onder zijn volgelingen geworden. Vele oorlogen zijn er het indirecte resultaat
ervan. Het christendom heeft in de afgelopen 2000 jaar geen vrede kunnen brengen.
De boodschap varieerde van veroordeling en afwijzing tot haat en moord. Hoe
kan dat?
15 >
Er wordt wel gezegd in christelijke kring dat de
waarheid van het christendom wordt bewezen door de vruchten die het heeft
(vele
bekeerlingen, ervaringen en wonderen (die trouwens bijv. ook in de New Age
beweging worden gezien)). Er wordt dan gedoeld op
de vele positieve dingen die het christendom heeft bewerkt t.o.v. het Jodendom.
Het Jodendom zou geen goede boodschap hebben verkondigd.
Hoe moet dan
in dat kader 2000
jaar Jodenvervolging en Thoraverwaarlozing door het christendom worden
gezien? Volgens de Tenach is en blijft Israël als de oogappel van God (Zach.2:8b
"want wie u aanraakt, raakt zijn oogappel aan")
En
wat de Thora betreft; Volgens diverse teksten geldt die voor Eeuwig? Let wel aanhangers van het christendom hebben
in de geschiedenis het Joodse
volk meer vervolgd en gedood dan aanhangers van de Islam.Ook
hebben de aanhangers van het Christendom meer oorlogen gestreden en
veroorzaakt dan andere groepen.
16 >
Een christelijke uitspraak over het Oude
Testament is dat er in die tijd geen vergeving/verzoening zonder bloedstorting
mogelijk was
(zie ook Hebr. 8:22).
Waarom lees je dan in het Oude Testament
(Leviticus 4-6) dat alleen bij een aantal specifieke (vooral onopzettelijke)
zonden bloed het zoenmiddel was. Daarbij kon ook nog eens het offer met bloed
voor de armlastigen vervangen worden door een meeloffer waarbij geen bloed
van pas kwam. O.a. in Ezech.18, 33, Ps. 32, Hos. 14:2, Deut. 30, en de geschiedenis van
Jona lees ik dat vergeving geschied / geschieden zal op grond van belijdenis van
zonden en bekering. Ezech. 33:14-16 "14 En wanneer Ik tot de goddeloze zeg:
Gij zult zeker sterven, maar hij bekeert zich van zijn zonde en handelt naar
recht en gerechtigheid. 15 De goddeloze geeft een pand terug, vergoedt het
geroofde, wandelt naar de inzettingen die doen leven, zodat hij geen onrecht
meer bedrijft. Hij zal zeker leven, hij zal niet sterven. 16 Geen
van de zonden die hij bedreven heeft, zal hem meer worden toegerekend; hij
heeft naar recht en gerechtigheid gehandeld, hij zal zeker leven."
Hos.
14:1-4 "1 Bekeer u, Israël, tot de Eeuwige, uw God, want door
uw ongerechtigheid zijt gij gestruikeld. 2 Komt met woorden van
schuldbelijdenis, bekeert u tot de Eeuwige, zegt tot Hem: Vergeef de
ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offerstieren de
belijdenis onzer lippen. 3 Assur zal ons niet verlossen, op paarden zullen wij
niet rijden. En wij zullen niet meer zeggen tot het werk onzer handen: Onze
God! Want van U verkrijgt de wees barmhartigheid. 4 Ik zal hun afkerigheid
genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben, want mijn toorn keert zich van hen
af." Ps 32:5 "Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn
ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Eeuwige mijn
overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden",
Deut.30:2-6:
"En gij keert terug tot de Eeuwige, uw G’d, en
luistert naar zijn stem gelijk alles wat ik u heden gebied, gij en uw kinderen,
met geheel uw hart en met geheel uw ziel, Dan zal de Eeuwige, uw G’d, tot uw
gevangenen terug keren en Zich over u erbarmen, en zal Hij u weer verzamelen
uit al de volken, waarheen de Eeuwige, uw G’d, u verstrooid heeft. Al waren uw
verstootenen aan het einde des hemels, van daar zal de Eeuwige, uw G’d, u
verzamelen en van daar zal Hij u nemen. De Eeuwige, uw G’d, zal u brengen in
het land, dat uw vaderen bezeten hebben, gij zult het in bezit nemen; Hij zal
het u wél doen gaan en u vermeerderen nog meer, dan uw vaderen. De Eeuwige, uw
G’d, zal uw hart en het hart van uw nakroost besnijden, om de Eeuwige, uw G’d,
te beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel, opdat gij leven moogt".
17 >
De hele Tenach spreekt over het grote belang van de
terugkeer van het Joodse volk en het belang van het wonen van het Joodse volk
in Eretz Israël met een staatkundige inrichting als in de tijd van David en
Salomo maar dan perfect. Compleet met tempel en tempeldienst.
Mal. 3:4 4 "Dan
zal het offer van Juda en van Jeruzalem de Eeuwige aangenaam zijn als in de
dagen van ouds en als in vroegere jaren". en Jeremia 33:
"17 Want zo zegt de Eeuwige: Nimmer zal
het David ontbreken aan een man, die op de troon van het huis Israels gezeten
is; 18 en de levitische priesters zal het nimmer ontbreken voor mijn
aangezicht aan een man die brandoffers offert, spijsoffers ontsteekt en
slachtoffers brengt al de dagen. 19 Het woord van de Eeuwige kwam tot
Jeremia: 20 Zo zegt de Eeuwige: Indien gij mijn verbond aangaande de dag en de
nacht kunt verbreken, zodat er geen dag en nacht meer zou zijn op hun tijd, 21
dan zal ook mijn verbond met mijn knecht David verbroken worden, dat hij geen
zoon meer hebben zal, die koning is op zijn troon, en met de Levieten, de
priesters, mijn dienaren. 22 Zoals het heer des hemels niet geteld en het zand
der zee niet gemeten kan worden, zo talrijk zal Ik maken het nageslacht van
mijn knecht David, en de Levieten, die Mij dienen."
Dit is in compleet
andere realiteit dan wat wordt beweerd in de christelijke theologie
die in zijn geheel en over grote meerderheid er vanuit
gaat dat alle teksten van herstel en terugkeer naar het land Israël als
geestelijk moeten worden gezien. Hoe kan dat?
(eigenlijk best raar dat de
oordelen wel letterlijk voor Israël zouden zijn maar de beloften ineens
voor de kerk ) De hele boodschap van het christelijke Nieuwe Testament
is hier van af gebogen en heeft de profetieën ontkracht als zijnde dat het
niet meer van belang is of aan de orde dat de Tempel er weer zal zijn en dat
het Joodse volk weer terug in het land Israël zal komen. En dit terwijl er in Jer. 32 staat dat het terugbrengen van het volk Israël naar
het land Israël iets is wat de Eeuwige met heel zijn hart en ziel doet "40
ja, Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij niet van achter hen
afwenden zal en dat Ik hun wel zal doen, en mijn vrees zal Ik in hun hart
leggen, zodat zij niet van Mij afwijken; 41 Ik zal Mij over hen verblijden en
hun weldoen en Ik zal hen voorgoed in dit land planten met heel mijn hart
en heel mijn ziel."en waar Hij de heiliging van Zijn
Naam aan verbonden heeft. Ezech. 36 "23 Ik
zal mijn grote naam die onder de volken ontheiligd is, die gij te midden van
hen ontheiligd hebt, heiligen; en de volken zullen weten, dat Ik de Eeuwige
ben, luidt het woord van Adonai de Eeuwige, wanneer Ik Mij voor hun ogen aan u
als Heilige zal betonen.24 Ik zal u weghalen uit de volken en u
bijeenvergaderen uit alle landen, en Ik zal u brengen naar uw eigen land;"
18 >
Heel duidelijk staat er in de eeuwig geldende
instructies van de Thora en ook verder in de Tenach dat God aan Israël een
speciale plaats heeft gegeven voor altijd middels / naar aanleiding het
verbond met Abraham Het is onveranderlijk. (Gen 17:7
Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun
geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn..1
Sam. 12:22 Want de Eeuwige zal zijn volk niet verstoten, om der wille van zijn
grote naam. de Eeuwige heeft immers verkozen u tot zijn volk te maken, Psalm
105:6 gij nakroost van Avraham, zijn knecht, gij kinderen van Ya’akov, zijn
uitverkorenen. Hosea 2:2020 Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij
zult de Eeuwige kennen.
Zo
hebben Israel
als land Jeruzalem als plaats en de Tempelberg (de berg Sion) als locatie ook
een speciale plaats. Zacharia 16, 17 Daarom, zo zegt de
Eeuwige: Ik keer in erbarming tot Jeruzalem weder; mijn huis zal daarin
gebouwd worden, luidt het woord van de Eeuwige der heerscharen en het
meetsnoer zal over Jeruzalem gespannen worden. Predik verder: Zo zegt de
Eeuwige der heerscharen: Wederom zullen mijn steden overvloeien van het goede;
nog zal de Eeuwige Sion troosten, Jeruzalem nog verkiezen. Psalm 132:13-18
Want de Eeuwige heeft Sion verkoren, Hij heeft het Zich ter woning begeerd:
Dit is mijn rustplaats voor immer, hier zal Ik wonen, want haar heb Ik begeerd.
Jes. 62:11 Want de HERE doet het horen tot het einde der aarde: Zegt tot de
dochter Sions: zie, uw heil komt; zie, zijn loon is bij Hem en zijn vergelding
gaat voor Hem uit. En men zal hen noemen: 12 Het heilige Volk, De Verlosten
van de Eeuwige; en gij zult genoemd worden: Begeerde, Niet verlaten Stad.)
Paulus' woorden (in de brief Efeze 2:14)
gaan hier
regelrecht tegenin. Hij zegt dat ieder nu gelijk is. Hij zegt dat Israël die speciale
plaats niet meer heeft en dat de volgelingen van Jezus' deze plaats nu hebben.
Verder spreekt hij
met soortgelijke woorden over de Tempel 1 Cor 3:16 en 17 waarmee de herbouw van de fysieke Tempel in Jeruzalem mee
afgedaan wordt.
Hoe komt het dat zeer zeer velen die woorden
van Paulus hebben aangenomen voor waarheid terwijl ze tegen de
eeuwige Torah instructies van God zelf ingaan?
Velen zeggen tegenwoordig dat Paulus het zo
niet bedoeld heeft maar de praktijk van 2000 jaar christendom leert dat het
wel zo is opgevat. De christenen zijn de afgelopen 2000 jaar de grootste
vervolgers van de Joden geweest zonder ook maar stil te staan bij de speciale
plaats die het volk Israël heeft. Verder heeft men het land Israël en de
plaats Jeruzalem voor zichzelf willen opeisen zonder die plaats aan Israël te
willen geven. En ook nu nog is maar een kleine minderheid van het christendom
overtuigd van Israëls speciale plaats en de speciale band tussen het land
Israël, de stad Jeruzalem en het volk Israël.
19 >
Gods liefde komt tot uiting in
het geven van de instructies van de Thora.
Ps 119:39b "want uw verordeningen
zijn goed".
Ps 119:18 Ontdek mijn ogen, opdat ik aanschouwe
de wonderen uit uw wet.
De Thora is goed (voor de mens) voor eeuwig.Ps
19:7 De wet van de Eeuwige is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis
van de Eeuwige is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. Pr
3:2 'want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u
vermeerderen'. Pr 3:18 'Een boom des levens is zij voor wie haar aangrijpen,
wie haar vasthouden, zijn gelukkig te prijzen';
Het christendom doet er afbreuk aan. Door vast te houden aan de
overtuiging dat de zonden bij voorbaat al verzoend zijn door Jezus' dood wordt
er afbreuk gedaan aan de waarde van de eeuwige instructies van de Thora die
God uit liefde aan Israël heeft gegeven.
Ook door de zogenaamd 'thoragetrouwe messiasbelijdende joden' wordt er
duidelijk minder zorgvuldig om gegaan met het
onderhouden van de Thora. Volgens de christelijke theologie kan de mens de wet
immers toch niet houden (volgens de Thora juist wel.
Deut 30:11 Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk
voor u en het is niet ver weg.)
Daarnaast er is nog altijd een redmiddel voor
als je zondigt. Het is dus eigenlijk minder erg als je
zondigt)
De 32:46 zeide hij tot hen: Neemt al de woorden
ter harte, waarmee ik u heden vermaan, opdat gij daarmee uw kinderen zult
opdragen al de woorden dezer wet nauwgezet te onderhouden. 47 Want dit is voor
u geen ledig woord, maar dit is uw leven: door dit woord zult gij lang wonen
in het land, dat gij na het overtrekken van de Jordaan in bezit zult nemen. De
30:20 door de Eeuwige, uw God, lief te hebben, naar zijn stem te luisteren en
Hem aan te hangen, want dat is uw leven en waarborg voor een langdurig wonen
in het land, waarvan de Eeuwige uw vaderen, Abraham, Isaak en Jakob, gezworen
heeft, dat Hij het hun geven zou.
In de praktijk van het christendom wordt of de
Thora helemaal niet gehouden of niet geheel. Hoe kan dat hebben ontstaan? Hoe
kan het zijn dat het christendom de Thora als juk en niet als uiting van Gods
liefde bestempelen?
20 >
Volgens de Tenach is goed, heilig leven (in het
verleden heden en toekomst) een leven naar de richtlijnen van de Thora.
Lev. 20:7.8 "Heiligt u dan, en weest heilig, want Ik ben de
Eeuwige, uw God.8 Zo zult gij mijn inzettingen nauwgezet in acht nemen; Ik ben
de Eeuwige, die u heilig." Micha 6:8 "Hij heeft u bekendgemaakt, o mens,
wat goed is en wat de Eeuwige van u vraagt: niet anders dan recht te doen en
getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.", Jes. 56:1 "Zo
zegt de Eeuwige: Onderhoudt het recht en doet gerechtigheid, want mijn heil
staat gereed om te komen en mijn gerechtigheid om zich te openbaren.2 Welzalig
de sterveling die dit doet, en het mensenkind dat daaraan vasthoudt; die acht
geeft op de sabbat, zodat hij hem niet ontheiligt, en acht geeft op zijn hand,
zodat zij niets kwaads doet."
Wat goed doen
is, is duidelijk verwoord in de Thora (die voor eeuwig van kracht is). Volgens
het Christendom heeft goeddoen niets met de Thora te maken. Het liefhebben van
God is vertaald in het trouw met de kerk meelevend zijn en goed zijn voor de
naaste. De instructies van hoe de liefde tot God tot uiting te brengen zijn
afgedaan en ontkracht. Zie wat Paulus schreef in zijn brief aan de Galaten
3:"24 De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest
tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden. 25 Nu echter
het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester."
Dit gaat ook weer tegen het Oude Testament in.
Hoe kan dat? Nergens in het Oude Testament staat dat de Thora afgedankt zou
worden. In tegendeel. Zie Ezech 36 en Jer 31 (zie boven)
21 >
Volgens de Thora is het besnijdenisteken/verbond een
eeuwige instelling dat als teken dient voor het volk van God, Gods
uitverkorenen
Gen 17 "10 Dit is mijn verbond, dat gij zult houden tussen Mij
en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk is besneden worde; 11 gij
zult het vlees van uw voorhuid laten besnijden, en dat zal tot een teken van
het verbond zijn tussen Mij en u. 12 Wie acht dagen oud is, zal bij u besneden
worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: zowel wie in uw huis geboren is,
als wie van enige vreemdeling voor geld is gekocht, doch niet van uw
nageslacht is. 13 Wie in uw huis geboren is en wie door u voor geld gekocht
is, moet voorzeker besneden worden; zo zal mijn verbond in uw vlees zijn tot
een eeuwig verbond.".
Wie geeft
Paulus dan de autoriteit om dat ongedaan te maken, te ontkrachten? (in oa
Gal. hst 5 (geheel) en 6:15 "15 Want besneden zijn of niet besneden
zijn
betekent niets, maar of men een nieuwe schepping is." en Ef. 2:12-19 "12 dat
gij te dien tijde zonder Christus waart, uitgesloten van het burgerrecht
Israëls en vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in
de wereld. 13 Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart,
dichtbij gekomen door het bloed van Christus. 14 Want Hij is onze vrede, die
de twee een heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de
vijandschap, weggebroken heeft, 15 doordat Hij in zijn vlees de wet der
geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in
Zichzelf, vrede makende, de twee tot een nieuwe mens te scheppen, 16 en de
twee, tot een lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis,
waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. 17 En bij zijn komst heeft Hij vrede
verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren; 18
want door Hem hebben wij beiden in een Geest de toegang tot de Vader. 19 Zo
zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der
heiligen en huisgenoten Gods," (Dit hele gedeelte is trouwens in lijnrechte
tegenspraak met de Thora en de profetieën)
Ook het mikwe
(reinigingsbad) door onderdompeling is zo'n teken. Wie geeft de christelijke
kerk (het grootste deel ervan) de autoriteit om dat ongedaan te maken of aan
te passen?
22 >
In Hosea 14:2 wordt gesproken over het aanbieden van
'de belijdenis der lippen' in plaats van offerstieren als sleutel tot
vergeving. (Ho 14:2 Komt met woorden van
schuldbelijdenis, bekeert u tot de Eeuwige, zegt tot Hem: Vergeef de
ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offerstieren de
belijdenis onzer lippen.3 Assur zal ons niet verlossen, op paarden zullen wij
niet rijden. En wij zullen niet meer zeggen tot het werk onzer handen: Onze
God! Want van U verkrijgt de wees barmhartigheid. 4 Ik zal hun afkerigheid
genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben, want mijn toorn keert zich van hen
af. 5 Ik zal zijn als de dauw voor Israel, hij zal bloeien als een lelie, en
zijn wortelen uitstrekken als de Libanon. 6 Zijn loten zullen uitlopen; zijn
pracht zal zijn als die van een olijfboom en zijn geur als die van de Libanon.)
Nergens wordt er gesproken over het feit dat een
mensenoffer de stierenoffers zou gaan/kunnen vervangen. Ook niet in Jes. 53 (zie
de desbetreffende pagina).
Hoe kan men beweren dat de christelijke theologieën
over het vervangend offer van Jezus op de Tenach zijn gebaseerd? (Deze
theologieën vinden juist hun oorsprong in de heidense Mithras vereringscultuur).
23 >
In Deut. 30:1-10 en in 1 Kon.
8:46-53 spreken resp. Moshe en koning Shlomo over de toekomst van het volk
Israël waarin zij zich van God af zou keren maar ook over te toekomst waarin
het volledige herstel plaats gaat vinden.
Waarom spreken Moshe en Shlomo, als zij het
hebben over de (komende) 'terugkeer naar God' niet over het geloof in de
Messias als (enige) redmiddel en als weg tot behoud maar over het terugkeren
in het onderhouden van de Thora instructies? Het
Nieuwe Testament beweert toch dat het niet meer nodig is de Thora te
onderhouden en dat het geloof in Jezus als Messias het enige vereiste tot
behoud is voor 'Jood en Griek'?
Deut 30:1-10 "Wanneer dan al deze
dingen over u komen, de zegen en de vloek, die ik u voorgehouden heb, en gij
dit ter harte neemt te midden van al de volken, naar wier gebied de Eeuwige,
uw God, u verdreven heeft, En gij keert terug tot de Eeuwige, uw G’d, en
luistert naar zijn stem gelijk alles wat ik u heden gebied, gij en uw kinderen,
met geheel uw hart en met geheel uw ziel, Dan zal de Eeuwige, uw G’d, tot uw
gevangenen terug keren en Zich over u erbarmen, en zal Hij u weer verzamelen
uit al de volken, waarheen de Eeuwige, uw G’d, u verstrooid heeft. Al waren uw
verstootenen aan het einde des hemels, van daar zal de Eeuwige, uw G’d, u
verzamelen en van daar zal Hij u nemen. De Eeuwige, uw G’d, zal u brengen in
het land, dat uw vaderen bezeten hebben, gij zult het in bezit nemen; Hij zal
het u wél doen gaan en u vermeerderen nog meer, dan uw vaderen. De Eeuwige, uw
G’d, zal uw hart en het hart van uw nakroost besnijden, om de Eeuwige, uw G’d,
te beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel, opdat gij leven moogt.
En de Eeuwige, uw G’d, zal al deze vervloekings-eeden doen komen op uw
vijanden en uw haters, die u vervolgd hebben. Gij echter zult weer luisteren
naar de stem van de Eeuwige en zult volbrengen al zijn geboden, die ik u heden
gebied. De Eeuwige, uw G’d, zal u den meerdere doen worden in al het werk uwer
handen, in de vrucht van uw schoot, in de vrucht van uw vee, in de vrucht van
uw bodem ten goede, want de Eeuwige zal weer over u verheugen, u ten goede,
gelijk Hij Zich over uw vaderen verheugde, Wanneer gij namelijk naar de stem
van de Eeuwige, uw G’d, luisteren zult om Zijn geboden en Zijn wetten in acht
te nemen, welke in dit boek der leer geschreven zijn; indien gij u tot de
Eeuwige, uw G’d, terugkeren zult met geheel uw hart en met geheel uw ziel. "
1 Kon. 8:46-53 "Wanneer zij tegen U zondigen (er is immers
geen mens die niet zondigt) en Gij op hen toornig wordt en hen overlevert aan
een vijand, zodat men hen als gevangenen wegvoert naar het land van de vijand,
ver of nabij, wanneer zij het dan ter harte nemen in het land waarheen zij weggevoerd
zijn, zich bekeren, en tot U smeken in het land van wie hen weggevoerd hebben
en zeggen: wij hebben gezondigd, ongerechtigheid bedreven en goddeloos
gehandeld, wanneer zij zich dan tot U bekeren met hun gehele hart en hun gehele ziel
in het land hunner vijanden die hen weggevoerd hebben, en wanneer zij tot U
bidden in de richting van het land dat Gij hun vaderen gegeven hebt, van de
stad die Gij verkoren hebt, en van dit huis dat ik voor uw naam gebouwd heb, hoor dan in de hemel, de vaste plaats uwer woning, naar hun gebed en naar
hun smeking en verschaf hun recht. Vergeef uw volk hetgeen waarin zij tegen U gezondigd hebben, en al hun
overtredingen die zij tegen U begaan hebben, en geef hun barmhartigheid bij
degenen die hen weggevoerd hebben, zodat zij zich over hen erbarmen, want zij zijn uw volk en uw erfdeel dat Gij uit Egypte hebt geleid, midden
uit de ijzeroven. Laten dan uw ogen geopend zijn voor de smeking van uw knecht en voor de
smeking van uw volk Israël, en hoor naar hen, zo dikwijls zij tot U roepen, want Gij hebt hen U ten erfdeel afgezonderd uit alle volken der aarde,
zoals Gij gesproken hebt door de dienst van uw knecht Mozes, toen Gij onze
vaderen uit Egypte hebt geleid, HaShem de Eeuwige."
24 >
In Jer. 23:5-8 staat "Zie, de dagen komen,
luidt het woord van de Eeuwige, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit
zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig handelen,
die zal recht en gerechtigheid doen in het land. In zijn dagen
zal Juda behouden worden en Israël veilig wonen; en dit is zijn naam, waarmede
men hem zal noemen: de Eeuwige is onze gerechtigheid. Daarom zie, de dagen
komen, luidt het woord van de Eeuwige, dat men niet meer zal zeggen: Zo waar
de Eeuwige leeft, die de Israëlieten uit het land Egypte heeft doen optrekken,
maar veeleer: Zo waar de Eeuwige leeft, die het nageslacht van het huis
Israëls heeft doen optrekken en die het heeft doen komen uit het Noorderland
en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; en zij zullen op hun eigen
grond wonen.". Als Jezus de
beloofde Messias zou zijn waarom zijn deze woorden dan niet ten tijde van de
dagen dat hij verwekt is in vervulling gegaan?
25 >
In de Tenach (Oude
Testament) staat dat je in Gods aanwezigheid komt (en dat er heelheid,
vergeving en genezing is) door te luisteren naar God, door het onderhouden van
Gods geboden, de Thora. Lev. 26: "3
Indien gij in mijn inzettingen wandelt en mijn geboden nauwgezet in acht neemt,
4 dan zal Ik u te rechter tijd uw regens geven, zodat het land zijn opbrengst
geeft en het geboomte des velds zijn vrucht draagt; 5 de dorstijd zal bij u
duren tot de wijnoogst, en de wijnoogst tot de zaaitijd; gij zult uw brood
eten tot verzadiging en veilig in uw land wonen. 6 En Ik zal vrede in het land
geven, zodat gij nederliggen zult, zonder dat iemand u opschrikt; Ik zal de
wilde dieren uit het land uitroeien, en het zwaard zal uw land niet teisteren.
7 En gij zult uw vijanden vervolgen, en zij zullen voor uw aangezicht door het
zwaard vallen. 8 Vijf van u zullen honderd achtervolgen, en honderd van u
zullen tienduizend achtervolgen, en uw vijanden zullen voor uw aangezicht door
het zwaard vallen. 9 En Ik zal Mij tot u wenden, u vruchtbaar doen zijn en u
talrijk maken, en Ik zal mijn verbond met u bevestigen. 10 En gij zult het
overjarige, dat overgebleven is, eten, en het overjarige zult gij voor het
nieuwe moeten wegdoen. 11 En Ik zal mijn tabernakel in uw midden zetten, en Ik
zal geen afkeer van u hebben, 12 maar Ik zal in uw midden wandelen en u tot
een God zijn en gij zult Mij tot een volk zijn."
Le 18:5 'Ja, gij zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen; de
mens die ze doet, zal daardoor leven: Ik ben de Eeuwige'. Ps 19:7 '7 De
wet van de Eeuwige (de Thora) is volmaakt, zij hersteld de ziel; de getuigenis
van de Eeuwige is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige.'. Deut 6:2 opdat gij de Eeuwige, uw God, vreest door al zijn inzettingen en
geboden te onderhouden, die ik u opleg, gij en uw zoon en uw kleinzoon, al de
dagen van uw leven, en opdat gij lang leven moogt' Deut. 6:24 De Eeuwige
gebood ons al deze inzettingen te onderhouden en de Eeuwige, onze God, te
vrezen, opdat het ons altijd wel zou gaan en Hij ons in het leven zou
behouden, zoals dit heden het geval is'. De 30:20 door de Eeuwige, uw God,
lief te hebben, naar zijn stem te luisteren en Hem aan te hangen, want dat is
uw leven en waarborg voor een langdurig wonen in het land, waarvan de Eeuwige
uw vaderen, Abraham, Isaak en Jakob, gezworen heeft, dat Hij het hun geven zou.",
De 32:47 "Want dit is voor u geen ledig woord, maar dit is uw leven: door dit
woord zult gij lang wonen in het land, dat gij na het overtrekken van de
Jordaan in bezit zult nemen." Spr 3:2 'want lengte van dagen, en jaren van
leven, en vrede zullen zij u vermeerderen'. Spr 3:18 'Een boom des levens is
zij voor wie haar aangrijpen, wie haar vasthouden, zijn gelukkig te prijzen'; Eze 20:11 'Ik gaf hun mijn inzettingen en maakte hun mijn verordeningen bekend;
de mens die ze opvolgt, zal daardoor leven'.
Verder staat er in deze gedeelten duidelijk dat
deze instructies voor eeuwig gelden. Ook
koning David zegt het duidelijk in Ps 119: 152 "Van oudsher
weet ik uit uw getuigenissen, dat Gij ze voor eeuwig hebt vastgesteld....:160
Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor
eeuwig. Ps 89:34 mijn verbond zal Ik niet ontwijden, noch veranderen wat
over mijn lippen gekomen is". Ps 111:7b-9a: ...betrouwbaar zijn al zijn
bevelen, vastgesteld voor immer en altoos, volbracht in waarheid en
oprechtheid. Hij heeft aan zijn volk verlossing gezonden, Hij heeft
zijn verbond voor eeuwig verordend.
Ook nu kom een mens dus in Gods
aanwezigheid door gehoorzaamheid aan God, het onderhouden van Gods geboden (de
Thora). Mich 6:8 "8 Hij heeft u
bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Eeuwige van u vraagt: niet anders
dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met
uw God." Door te stellen dat je nu in
Gods aanwezigheid komt door (alleen) het geloof in Jezus als de Messias is
gebaseerd op deze (door God eeuwig gegeven instructies) een afleiden van de
waarheid. De Nieuw Testamentische boodschap "Galatenbrief
2:16 wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken der wet, maar
door het geloof in Christus Jezus" en Romeinenbrief 10:4 "Want Christus is het
einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft." is in tegenspraak met de eeuwige boodschap van
de Thora/Tenach. Ook met het geheel van alle profetieën die voor de komende
toekomst gelden. Herstel is er
weer voor
Israël als ze weer leven volgens de Thora. Ezech.
37:24b "Zij zullen naar mijn verordeningen wandelen en naarstig mijn
inzettingen onderhouden.".
Hoe kan het zijn dat heel veel mensen het zo
maar aannemen dat Gods woorden (van betekenis) zijn veranderd?
Hoe kan het
zijn dat velen daar niet over na durven te denken of in durven te zien terwijl
juist het erkennen van Gods waarheid tot wereldomvattend herstel zou kunnen
leiden. (lees ook eens verder de teksten over het Nieuwe Verbond).
Het stellen dat de Thora voor de mens niet (meer)
van belang is om in Gods volle aanwezigheid te komen of te leven is een
afhouden van de waarheid.
Jes.2:2 En het zal geschieden in het
laatste der dagen: dan zal de berg van het huis van de Eeuwige vaststaan als
de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En alle
volkeren zullen derwaarts heenstromen 3 en vele natien zullen optrekken en
zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg van de Eeuwige, naar het huis van
de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn
paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de
Eeuwige uit Jeruzalem.
Door te beweren dat iemand in Gods aanwezigheid
komt door het geloof in de evangeliën in plaats van door het gehoorzaamheid
aan God worden gelovigen juist in donkerheid in plaats van licht gebracht.
26 > Een groeiend aantal (bijbel)gelovigen realiseert
zich dat de instructies van de Thora nog steeds bindend c.q. geldend zijn
(zoals dat natuurlijk staat in o.a. Deut. 4:40 (Onderhoud
dan zijn inzettingen en zijn geboden, die ik u heden opleg, opdat het u en uw
kinderen na u wel ga en opdat gij lang leeft in het land, dat de Eeuwige, uw
God, u geven zal voor altijd.)) In die eeuwige
Thora staat op diverse plaatsen ‘Zo zal de priester over hem verzoening doen
voor zijn zonde, en het zal hem vergeven worden.‘ of ‘zo zal hij verzoening
doen …… en het zal rein zijn’ (o.a. Lev. 4:20, 4:26, 4:31, 4:35, 5:10, 5:13, 5:16,
5:18, 12:7, 12:8, 14:53 en 16:16). Verder worden offers
door G’d als offers aangemerkt als ze op de daarvoor bestemde plaats geofferd
worden (o.a. Deut 12:1-14): In de Tempel
op het altaar. Er wordt niet gesproken over een andere manier van verzoening
aanbrengen of een andere manier van offeren in deze eeuwig geldende
instructies.
Hoe kan er dan daarnaast een theologie ontstaan/bestaan waarbij
een mens moet sterven ter verzoening van een andermans zonden en dat er alleen
door het sterven van die persoon verzoening mogelijk is?
Zie
ook o.a.
Ezech. 18: 20 De ziel die
zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de
vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen.
De gerechtigheid van de rechtvaardige zal alleen rusten op hemzelf en de
goddeloosheid van de goddeloze zal alleen rusten op hemzelf. 21 Maar
wanneer de goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al
mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal
hij voorzeker leven; hij zal niet sterven. 22 Geen van de overtredingen die
hij begaan heeft, zal hem worden toegerekend; om de gerechtigheid die hij
betracht heeft, zal hij leven.
27 > Volgens
de Christelijke theologie is Jezus God omdat hij Gods zoon genoemd zou zijn.
In Ex 4 staat dat het hele Joodse volk de zoon van God is (22 Dan zult gij tot
Farao zeggen: Zo zegt de Eeuwige: Israel is mijn eerstgeboren zoon).
Zou dit dan ook betekenen dat elke Israëliet
God is?????
28 >
Volgens de Christelijke theologie
kan God alleen echt van een mens houden als de ‘schuld verzoend’ is
door een vereist offer,
Hoe kan het dan zijn dat God
Daniël,
na de verwoesting van de eerste Tempel en voor de herbouw van de tweede tempel
(zonder offer)
“zeer bemind” noemt?
Dan. 9:23
29 >
Hoe komt
het dat Jezus, als hij de beloofde Messias zou zijn, geen van de
duidelijke
profetieën over de Messias in het Oude Testament heeft vervuld?
30 >
Waarom zou je in Jezus als
beloofde Messias moeten geloven (als voorwaarde voor je 'behoud') als hij
geen
van de duidelijke
voorzeggingen over de Messias die in de Tenach (Oude Testament) staan (en
waaraan we de Messias kunnen herkennen)
heeft vervuld?
31 >
In Hosea 11:9 staat "Want God ben ik, en geen mens,". In
Ps 146:3 en 4 staat "3 Vertrouw niet op ....een sterveling bij wie geen
redding is" en in Hosea 13:4 staat "Maar ik, de HEER, ben je God al sinds
Egypte, en met andere goden mag je je niet inlaten; buiten mij is er niemand
die je redt."
Hoe kan, als je deze teksten leest, een theorie ontstaan dat God mens zou zijn
die door het sterven van Zijn mens-zijn verlossing zou moeten brengen?. Er
staat namelijk: God is geen mens. Er is geen verlosser dan God alleen en
Sterfelijke mensen kunnen geen verlossing brengen.
32 >
In Jesaja 14:1 staat: "Maar over Jakob zal de Eeuwige
zich ontfermen, weer wordt Israël uitverkoren. Hij zal hen in vrede laten
wonen op hun eigen grond. Vreemdelingen zullen zich bij hen aansluiten en zich
voegen bij het volk van Jakob." en in Zach 8:23 staat " En dit zegt de Eeuwige
van de hemelse machten: Als die tijd is gekomen, zullen tien mannen uit volken
met verschillende talen een Joodse man bij de slip van zijn mantel grijpen met
de woorden: “Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God
bij u is.”’ Ezech 37:19 " zeg dan: “Dit zegt God, de Eeuwige: Ik neem het stuk
hout van Jozef-dat van Efraïm dus-en van de stammen van Israël die met hem
verbonden zijn, en ik leg dat tegen het stuk hout van Juda aan. Ik maak er één
stuk hout van, in mijn hand zullen ze één worden.”
Volgens de profeten zullen de niet Joden om God te dienen zich bij het fysieke
volk Israel aansluiten. Hoe kan een theorie aanvaard worden waar dit
aansluiten bij het fysieke volk Israel (wat nooit verdwenen is geweest) niet
meer van belang is?
33 >
In Jesaja 56:3,6 en 7 staat dat een niet Jood een deel
van het volk van God te worden door zich fysiek bij Israel aansluiten (wat
onder andere bestaat in het gaan vieren van de Shabbath en verder de gehele
Thora instructies op zich te nemen. "De vreemdeling die zich met de Eeuwige
heeft verbonden, laat hij niet zeggen: ‘De Eeuwige zondert mij zeker af van
zijn volk.’ ....En de vreemdeling die zich met de Eeuwige heeft verbonden om
hem te dienen en zijn naam lief te hebben, om dienaar van de Eeuwige te zijn-
ieder die de sabbat in acht neemt en niet ontwijdt, ieder die vasthoudt aan
mijn verbond-, hem breng ik naar mijn heilige berg, hem schenk ik vreugde in
mijn huis van gebed; zijn offers zijn welkom op mijn altaar. Mijn tempel zal
heten ‘Huis van gebed voor alle volken’." Deze profetie is nog steeds van
kracht.
Hoe kan een
geloofsovertuiging aanvaard worden (zoals dat staat in de 'Efeze brief'
2:11-13) waarin wordt geleerd dat je nu enkel door het geloof in een Messias
onderdeel wordt van het fysieke volk Israel wat ook nog in de praktijk niet zo
is.
34 >
In Jesaja
59:21 staat: "Dit verbond sluit ik met hen-zegt de Eeuwige: Mijn geest, die op
jou rust, en de woorden die Ik je in de mond heb gelegd, zullen uit jouw mond
niet wijken, noch uit de mond van je kinderen, noch uit de mond van je
kindskinderen, van nu tot in eeuwigheid-zegt de Eeuwige" Hier staat
geschreven dat de woorden en openbaringen van God voor altijd via het Joodse
volk zouden en zullen lopen.
Hoe kan er een nieuwe
'openbaring' (die niet met de inhoud van Thora en profeten overeenkomt) grip
krijgen die niet via het Joodse erkend maar via een 'nieuwe groep' is
als God zegt dat hij voor altijd Zijn woorden aan het Joodse volk heeft
toevertrouwd? Vanaf de begintijd van het Christendom en de christelijke
overtuigingen zijn deze nooit een onderdeel geweest van het geheel van
openbaringen (zoals Thora en profetische geschriften) die aan het Joodse volk
zijn toevertrouwd en/of door enig officieel erkende Joodse (rechts)instelling
erkend is geweest. De Christelijke theologieën zijn nooit door het Joodse volk
'officieel' als gezaghebbend aanvaard zoals de Thora en de Profetische
geschriften dat wel zijn.
35 >
In Deuternomium 4:2 staat "Gij zult aan wat ik u gebied,
niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de Eeuwige, uw
God, onderhoudt, die ik u opleg".
Hoe kan er een gebod worden
geaccepteerd dat je moet geloven in de vervangende dood van de Messias als
voorwaarde voor toegang tot God en van behoud en redding? Ook het sanhedrin
(de rechters) heeft dit nooit bepaald.
36 >
Nergens in de Tenach (het Oude Testament)
werd voorzegd dat
er op een (bepaald) moment in de toekomst behoudenis verkregen zal worden door het
geloof in de Messias. Lees bijvoorbeeld
Jes 55:7 wat een tekst is die over de toekomst (ook van vandaag) gaat "De
goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere
zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen; en tot onze God, want
Hij vergeeft veelvuldig.
".
Ook bestaat er in de Thora en Tenach geen gebod
dat iemand moet (gaan) geloven in een bepaalde persoon als zijnde de Messias.
Daarom geloven wij als Joden dat het niet nodig is om zoiets te geloven.
Hoe komt het (als dat (het geloof in de
Christelijke Messias) nu zo’n essentieel punt zou moeten zijn)
dat er daar geen melding / voorzegging van in de Tenach (het Oude Testament)
te vinden is en God zegt dat er niets aan de geboden van de
Torah toegevoegd mogen worden?
37 >
In de Tenach
(het Oude Testament)
staat Ps
19:7 '7 De wet van de Eeuwige (de Thora) is volmaakt, zij hersteld de ziel; de
getuigenis van de Eeuwige is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de
onverstandige.' Hoe kan Paulus dan
schrijven dat de Thora een bediening van de dood is
? 2 Cor 3:7 "de bediening van de dood, met letters op stenen gegraveerd"
38 >
Wat is de toegevoegde waarde om in Jezus te geloven als
weg tot 'het leven' als deze weg er al was? Ezech
18:21 en Ezech 33:14,15 En wanneer Ik tot de goddeloze zeg: Gij zult zeker
sterven, maar hij bekeert zich van zijn zonde en handelt naar recht en
gerechtigheid – de goddeloze geeft een pand terug, vergoedt het geroofde,
wandelt naar de inzettingen die doen leven, zodat hij geen onrecht meer
bedrijft – hij zal zeker leven, hij zal niet sterven.
39 >
In de
Tenach (het Oude Testament)
wordt gesproken over hoe na het afkeren van het volk Israël met als gevolg de verstrooing, de naam van God weer door Israel geheiligd zal worden (Ezechiël
36). Er staat geschreven dat de naam van God weer geheiligd zal worden doordat
het volk terug zal zijn in het land Israël
(i.t.t. wat christenen geloven namelijk dat het
Joodse volk in Jezus als Messias zouden gaan geloven).
Ezech 36;23,24 "Ik zal mijn grote naam die onder de
volken ontheiligd is, die gij te midden van hen ontheiligd hebt, heiligen; en
de volken zullen weten, dat Ik de Eeuwige ben wanneer ik mij te hunnen
aanschouwen in uw midden als den Heilige doe kennen. Ik zal u uit de volkeren
doen optrekken en u verzamelen uit alle landen, en u in uw land terugbrengen".
Hoe komt het dat (als het geloof in de
Christelijke Messias het essentiele punt is) daar
hier geen melding van wordt gemaakt in zo'n tekst die daar dan zeker over zou
moeten spreken?
-0-0-0-0-0-0-0-