Geloof en Vertrouwen (Emuna en Bitachon) vanuit Joods perspectief
Emuna (spreek uit Emoena), betekend ‘geloof’ in God, en Bitachon,
betekend ‘vertrouwen’ in God.
Wat wordt er bedoeld met Emuna en Bitachon vanuit het Joodse denken? In het
christendom, waar geloof de belangrijkste plaats in neemt in de religie
houdt dat geloof in dat je gelooft dat de Messias de verlosser is, verlosser
van je zonden. Deze betekenis is gebaseerd op wat uitleggingen in het
Christelijke zogenoemde Nieuwe Testament. Gebaseerd op de Tenach (Oude
Testament) en Joodse geschriften heeft het echter niet die betekenis en ook
nooit gehad. Wat dan wel?
Emuna is het geloven in de Eeuwige, de Schepper en onderhouder van alles en
het is de Eeuwige op Zijn Woord geloven. Geloven de dingen die HaShem in het
verleden heeft gedaan. Erkennen dat Hij het was die het heeft gedaan.
Erkennen en geloven dat Hij de éne en enige echte God is.
Bitachon is het vertrouwen dat ons heden en onze toekomst in Gods hand is,
dat alles dus onder Zijn controle is en dat er geen macht is dan Hem. In
Alles. Bitachon is gebaseerd op Emuna, het geloof in de Eeuwige zoals
hiervoor beschreven. Het is geloven dat Hij een goede God is, die iedereen
voorziet en dat Hij alle dingen doet ten goede en met alles een specifiek
doel heeft. Iemand kan geloven zonder te vertrouwen op God, dus Emuna hebben
zonder Bitachon. Het is echter onmogelijk Bitachon (in God) te hebben zonder
Emuna.
Vanuit het Joods denken, zijn emuna en bitachon het fundament waar heel de
Thora (en dus ook Tenach) op rust. Zo is dat beschreven in de Thora, de
Tenach en in de Talmoed (Makot 23b-24a). Ze zijn dus ook het fundament van
het Joodse denken en van het Joodse volk. Het ‘Shma’, de belangrijkste
‘belijdenis’ van het Joodse volk is een tot uitdrukking brengen van het
geloof en vertrouwen in HaShem. Shma Israel HaShem Elokenu, HaShem Echad.
HaShem is onze God, HaShem is Één is een belijdenis dat je gelooft dat
alleen HaShem God is en dat HaShem de enige macht is waarmee je rekening
houdt en dat je gelooft dat alle dingen onder HaShems controle zijn en alle
dingen dus uit Zijn hand komen. De Rambam noemt in zijn boek Sefer HaMitswot
Emuna de eerste mitswe. De meeste andere Joodse wijzen zeggen zelfs dat
emuna zoiets fundamenteels is dat je het geen ‘aparte’ mitswe kan noemen. Ze
zeggen dat voor elke mitswe emuna nodig is, het geloof dat HaShem de Éne en
Enige God is.
Het gaat eigenlijk nog verder. Er staat geschreven dat zonder Emuna het
onmogelijk is de Eeuwige te kennen. In het boek Hosea 2:22 staat geschreven
"Ik zal je aan Mij verbinden door geloof; en je zal de Eeuwige
kennen". Daaruit kunnen we leren, zo zegt Rabbijn Nachman (uit Breslow), dat
‘De enige manier om God te kennen is door Emuna’. Dit was de manier zoals
Avraham God kende. Avrahem kende God door Emuna en Bitachon. Het kennen wat
er dan bedoeld wordt is niet het kennen van iemand op een wetenschappelijke
manier door het bestuderen van iemand van uitgeschriften zonder
noodzakelijkerwijs contact met hem of haar te hebben. Met betrekking tot het
kennen van de Eeuwige, wordt er niet bedoeld het wetenschappelijk kennen van
God door het bestuderen van de Thora, Talmud en de andere geschriften. Het
kennen wat hier bedoeld wordt is het kennen als het kennen van een vriend
door persoonlijk wederzijds contact.
Rabbijn Nachman schrijft n.a.v. Makkot 24a, wat verwijst naar Habakuk 2:4,
dat alle voorschriften van de Thora gebaseerd zijn op een
principe: De Rechtvaardige zal leven door zijn Emuna. Ook Rabbijn
Meir Kahane schrijft in zijn boek 'The Jewish Idea' hetzefde. Met de woorden
in Habakuk 2:4 verwijst de profeet Habakuk naar de woorden in Genesis 15:6,
de woorden die de Eeuwige tot Avram sprak “En hij geloofde in de Eeuwige, en
Hij rekende het hem toe als deugd (gerechtigheid).” Avram (later Avraham) is
de stamvader van het volk Israel. Door zijn verdienste zal de Eeuwige zijn
beloften waarmaken om het volk Israel tot hun God te zijn het land Israel
als eeuwige erfenis te geven aan het volk Israël.
De grondregel van de Thora, zoals dat al op de pagina Joods Denken wordt
genoemd, staat verwoord in Psalm 16:8 "Steeds houd ik de Eeuwige voor
ogen". Zonder het hebben van Emuna is het onmogelijk de Eeuwige
‘steeds voor ogen te houden’.
Emuna (geloof) en Bitachon (vertrouwen) worden opgebouwd aan de hand van
wezenlijke, feitelijke ervaringen waarin de mens aantoonbaar ziet en ervaart
dat God goed en betrouwbaar is. Het zijn geen ongrijpbaar begrippen
gebaseerd op ongrijpbare gedachten of feiten die niet aantoonbaar zijn maar
ontegenzeggelijke feiten. Om een voorbeeld te geven. God zegt tegen het volk
Israel: ‘Ik ben jullie God die jullie uit Egypte heeft gehaald’ als Hij
vraagt dat ze in Hem zullen geloven en Hem te gehoorzamen (Deut. 11:1-25) en
niet Ik ben de God die de hemel en aarde heeft gemaakt. Dat is voor het
Joodse volk op dat moment iets ongrijpbaars terwijl het uitleiden uit Egypte
iets is wat ze zelf hebben ondervonden. Dat is een duidelijk referentiekader
voor hen. Juist om die reden wordt ieder jaar Pesach gevierd. Uitgebreid
wordt er stil gestaan bij de feitelijke dingen die God voor ons volk gedaan
heeft. De dingen waardoor Hij heeft laten zien dat Hij alleen God is en
niemand of niets anders. Als God hen verweet (in de woestijn) dat ze geen
vertrouwen in Hem hadden was dat nadat ze vele tekenen en bewijzen hadden
gezien dat God te vertrouwen was en dat Hij goed voor hen zorgde. Num
14:11 “En de Eeuwige zeide tot Mozes: Hoelang zal dit volk Mij versmaden,
en hoelang zullen zij niet op Mij vertrouwen bij al de tekenen die Ik in
zijn midden gedaan heb?” Tussen haakjes, door het gebrek aan vertrouwen bij
deze 10 leiders van het volk konden ze de schoonheid van het land niet zien.
Bij Avraham al werd zijn geloof aan de hand van opgedane ervaringen
opgebouwd. Als God Avraham testte in z’n geloof was dat op een moment dat
Avraham al had gezien dat God in een vorige gelegenheid betrouwbaar was
gebleken. Ook David die in zijn psalmen oproept om op HaShem te vertrouwen
had persoonlijk de ervaring dat HaShem hem had geholpen waarin HaShem had
laten zijn dat hij op Hem kon vertrouwen.
Emuna ontstaat door opgedane ervaringen. Dingen die je ziet, dingen die
je kan waarnemen.
Waarom werd Avram uitgekozen om stamvader te zijn van Gods ‘uitverkoren’
volk
Wat was de verdienste van Avraham. Wat maakte hem tot stamvader van het volk
Israël als uitverkoren volk van de Eeuwige. Wat was het dat de Eeuwige Hem
uitkoos om door hem en zijn nakomelingen Zijn Naam bekend te laten maken
over heel de aarde? Het was niet de acceptatie van de instructies in de
Thora. Die had hij niet uit de Hemel gekregen zoals het volk Israël bij de
berg Sinaï. Dat was het dus niet wat hem tot stamvader maakte, Evenmin
trouwens Yitschak en Ya’akov en al de zonen van Ya’akov. Wat was het dan
wel. Het was omdat dat hij Emuna had in de Eeuwige. Nadrukkelijk wordt het
vermeld in Genesis 15:6 dat de Eeuwige zijn geloof hem toerekende als deugd,
als rechtvaardige daad. Rashi zegt bij dit vers ‘De Heilige, geloofd zij
hij, rekende het Avram aan als verdienste en als deugd wegens het vertrouwen
dat hij in Hem had gesteld’. Hij had geloof in God en God rekende het hem
toe als een deugd zo staat er. Chazal (dat is een verzamelwoord voor de
Joodse wijzen) zegt dat Avram’s geloof zo groot was dat hij geloofde dat God
Zijn belofte zou vervullen zelfs al zou hij het niet verdienen. Hij geloofde
dat God het zou vervullen als een ‘daad van genade en liefdadigheid’.
Avram’s verdienste was dus zijn Emoena. Zijn Emoena maakte hem de stamvader
van het volk Israel Isa 41:8 Maar gij, Israel, mijn knecht, Ya’akov , die
Ik verkoren heb, nakroost van mijn vriend Avraham, Het volk Israël is
daarmee een volk dat in zijn relatie met God leeft door geloof..
Nadat Avram tot de ‘ontdekking’ was gekomen dat de Eeuwige de enige echte
God was, begon hij Zijn Naam bekend te maken in Zijn omgeving, begon hij
zijn geloof in de Eeuwige uit te dragen. Op vele manieren deed hij dat. Een
ervan is, zo zegt de Midrash, dat hij iedereen die langskwam uitnodigde om
bij hem te komen eten. Hij had openingen in zijn tent naar vier kanten opdat
hij geen voorbijganger zou missen. Als zijn gasten dan hadden gegeten zei
hij: Dank de Eeuwige want alles komt van Hem. Als zijn gasten dat dan niet
deden liet hij ze betalen voor het eten. Als ze de Eeuwige erkenden als
gever niet.
Als we het verhaal van Avram (en later Avraham) in de Thora lezen valt de
nadruk op zijn Emuna. Avram’s Emuna werd tot tienmaal toe getest, zo
schrijft de Midrash (de overlevering). Eenmaal werd hij getest zo schrijft
Rabbijn Hiyya in de Midrash toen Nimrod hem in een vurige oven wilde gooien
als hij niet zijn afgod aanbad. Avraham deed dat niet omdat hij in de
Eeuwige als enige en ware God geloofde. Hij wist niet of hij er levend weer
uit zou komen. Hij bleef in de Eeuwige geloven ongeacht wat de consequenties
zouden zijn. Dit vertrouwen op God maakte het dat hij ongeschonden uit de
vurige oven kwam. De Midrash vertelt dat hij niet ook maar iets door het
vuur werd aangetast. De Midrash vertelt hierbij verder dat zijn broer, toen
hij dit wonder zag, vroeg om hem ook in de oven gegooid te worden. Hij ging
er vanuit dat God ook hem eruit zou redden. Hij verbrandde echter wel. Hij
geloofde namelijk allen in God voor een goede uitkomst. Avram geloofde in
God ongeacht de uitkomst hiervan.
De laatste keer werd het getest met ‘de Akeida’, de binding van zijn enig
geboren zoon Itschak door wie, zo had de Eeuwige beloofd een groot
nageslacht zou krijgen. Ondanks het feit dat de Eeuwige hem toen opdroeg
zijn zoon aan hem te gaan (slachten en) offeren op een altaar op de berg
Moriah, bleef hij in de Eeuwige geloven, dat Hij door deze zoon een groot
nageslacht zou krijgen. Terwijl bleef hij ook de Eeuwige gehoorzaam om uit
te gaan voeren wat de Eeuwige hem vroeg te gaan doen (wat er logischerwijs
in uit zou monden dat zijn zoon het leven zou verliezen). Tegen zijn
knechten zegt hij, toen hij de berg opging in gehoorzaamheid aan Gods
opdracht, dat hij met zijn zoon weer terug zal komen, gelovend dat God hem
eventueel uit de dood zou opwekken. God had hem namelijk door deze zoon
nakomelingen beloofd.
Zijn geloof in God maakte hem gehoorzaam aan God. Zijn geloof was de reden
dat de Eeuwige het volk Israel uitkoos als volk in Zijn dienst. Het volk aan
wie de Thora werd toevertrouwd. Het volk Israel kreeg, toen ze uit Egypte
waren bevrijd, diverse ‘geloofsbeproevingen’ waarbij God liet zien dat Hij
te vertrouwen is, dat Hij (voor hen) de betrouwbare God is in wie ze konden
geloven. Toen waren ze pas klaar om de Thora te ontvangen. Als de Eeuwige de
Thora geeft begint Hij dan ook met de woorden “Ik ben de Eeuwige die u uit
Egypte hebt uitgeleid” de Eeuwige heeft hen uit Egypte bevrijd. Ze hebben
reden om Emuna te in de Eeuwige. Isa 43:10 Gij zijt, luidt het woord van de
Eeuwige, mijn getuigen, en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat gij het
weet en in Mij gelooft en inziet, dat Ik dezelfde ben; voor Mij is er geen
God geformeerd en na Mij zal er geen zijn.
Avraham kende de instructies van de Eeuwige door zijn geloof
Avraham kende door zijn Emuna in God, zo zegt Chazal, de instructies van God
van binnen uit. Zijn binnenste, zijn ingewanden ‘leerden en onderwezen’ hem
de instructies van God. Door zijn Emuna kende Avraham de instructies van de
Thora van de Eeuwige en hield hij zich er aan. Op dat moment was de Thora
nog niet op Sinaï gegeven. In Genesis 26:5 staat het: ‘omdat Avraham naar
Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden, mijn
inzettingen en mijn wetten’. Avraham hield zich aan de Thora die hij kende
door zijn Emuna.
In Psalm 125 staat ‘Wie op de Eeuwige vertrouwen, zijn als de berg Sion, die
niet wankelt, maar voor altoos blijft’. Waarom staat er dat degenen die op
de Eeuwige vertrouwen als de berg Sion zijn? Rav Vidal HaTzarfat zegt
hierover. Net zoals Gods Geest altijd op de berg Sion rust en er nooit van
vandaan gaat, zo blijft de Geest van God altijd op degene die op Hem
vertrouwen. Door Gods Geest krijgen we de kennis van de Eeuwige. De
wijsheid, het inzicht om Zijn geboden. Zo was het met Avram en zo zal het
uiteindelijk weer ten volle zijn in de periode van het ‘Nieuwe Verbond’
zoals dat wordt beschreven in Jer 31:31-34: ‘31 Zie, de dagen komen, luidt
het woord van de Eeuwige, dat Ik met het huis van Israël en het huis van
Juda een nieuw verbond sluiten zal. 32 Niet zoals het verbond, dat Ik met
hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit het
land Egypte te leiden: mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik
heer over hen ben, luidt het woord van de Eeuwige. 33 Maar dit is het
verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het
woord van de Eeuwige: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun
hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk
zijn. 34 Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn
broeder leren: Kent de Eeuwige: want zij allen zullen Mij kennen, van de
kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord van de Eeuwige, want Ik
zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer gedenken.’ Ten tijde
van het Nieuwe Verbond zal het geloof in de Eeuwige weer zo krachtig zijn
dat de instructies weer van binnenuit zullen komen en dat het volk Israel
net als Avraham op die manier zich aan de Thora zal houden.
Geloof en vertrouwen gaan vooraf aan het eigenlijke kennen en uitvoeren van
Gods geboden in de Thora. Zonder geloof in God geen echte ontvangst en
aanname van de geboden van God. Ter eenvoudige illustratie: Als de Thora in
de synagoge uit de Ark word gehaald zeggen we (de meeste nusachs Ashkenaz
Sefardisch en Sefard) een gedeelte uit de Zohar, Vayakel 369a waarin staat
‘Niet in enig mens stel ik mijn vertrouwen, niet in enige engel vertrouw ik,
alleen op de God van hemel die de God van waarheid is. ….In Hem geloof
ik…’. Daarna komt de Thora pas tevoorschijn en wordt er pas uit de Thora
gelezen.
Eigenlijk staat het ook in de Thora. Voor alle andere geboden staat er “Ik
ben de Eeuwige die u uit Egypte hebt uitgeleid. Gij zult geen andere goden
voor mijn aangezicht hebben. Daarmee wordt bedoeld; heb geloof en vertrouwen
in Mij alleen. Daarna komen de andere instructies aan bod.
Koning David leert ons het volgende in Ps 37: ‘3
Vertrouw (heb bitachon) op de Eeuwige en doe het goede, woon in het land en
betracht getrouwheid; 4 verlustig u in de Eeuwige; dan zal Hij u geven de
wensen van uw hart. 5 Wentel uw weg op de Eeuwige en vertrouw op Hem, en
Hij zal het maken; 6 en Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht,
en uw recht als de middag…
Uit Davids woorden kunnen we leren het vertrouwen, geloof hebben in de
Eeuwige voorafgaat aan het doen van het goede. We kunnen er uit leren dat
door vertrouwen in de Eeuwige de beloften gerealiseerd worden. ‘Vertrouw op
de Eeuwige en Hij zal het maken. Wat we hier kunnen leren is
dat door het geloof een toename is in rechtvaardigheid daar we vers 5 en 6
zo kunnen lezen “Vertrouw op Hem…. en Hij zal uw rechtvaardigheid doen
opgaan.
Er staat verder ’7 Wees stil voor de Eeuwige en verwacht Hem; wees niet
afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt, op de man die boze plannen
smeedt. 8 Sta af van toorn en laat de grimmigheid varen, wees niet
afgunstig; dat sticht louter kwaad. 9 Want boosdoeners worden uitgeroeid,
maar wie de Eeuwige verwachten, zij zullen het land beërven: 10 Immers nog
een wijle, en de goddeloze is niet meer; als gij let op zijn plaats, dan is
hij niet meer; 11 maar de ontmoedigen beërven het land en verlustigen zich
in grote vrede. ……’. Wat we hier kunnen leren is dat door geloof in de
Eeuwige zullen en kunnen we in het land Israël wonen en zullen we vrede
hebben. Natuurlijk is het geloof in God onlosmakelijk gekoppeld aan het
opvolgen van de Thora instructies maar duidelijk is dat het alleen opvolgen
van de Thora instructies zonder het hebben van Emuna niet voldoende is. Even
tussendoor. Rabbijn Nachman legt uit aan de hand van vers 10 wat hij betrekt
op het goddeloze in een mens dat je als Godvrezend persoon je zelf altijd
moet bezien als rechtvaardige. Er staat immers: ‘Immers nog een wijle, en
het goddeloze is er niet meer; als gij let op zijn plaats, dan is het niet
meer’. Door geloof in de Eeuwige verdwijnt het.
Dan schrijft koning David verder ‘29 De rechtvaardigen beërven het land en
wonen daarin voor immer. 30 De mond van de rechtvaardige gewaagt van
wijsheid, zijn tong spreekt het recht; 31 de wet van zijn God is in zijn
hart, zijn schreden wankelen niet.’ ……
Aansluitend op het vorige en op het geloof van Avraham kunnen we uit dit
gedeelte leren dat door Emuna, door geloof de wet, de Thora van de Eeuwige
in het hart van de Godvrezende persoon is.
In Spreuken 3:5-6 staat “Vertrouw op de Eeuwige met uw hele hart, en
vertrouw op uw verstand niet. Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden
recht maken.”. Hieruit kunnen we leren dat als wij Emuna hebben in de
Eeuwige hij ons persoonlijk en heel specifiek leert hoe we dingen moeten
doen.
Onderhouden van Thora en Emuna/Bitachon horen bij elkaar en staan niet
tegenover elkaar zoals het Christendom beweert:
In Ps 112 staat: 1 Halleluja. Welzalig de man, die de Eeuwige vreest, die
van harte lust heeft in zijn geboden.2 Zijn nakroost zal machtig zijn
op aarde, het geslacht der oprechten zal gezegend worden; 3 overvloed en
rijkdom zijn in zijn huis, zijn gerechtigheid houdt voor immer stand. 4 Voor
de oprechten gaat het Licht in de duisternis op, genadig en barmhartig en
rechtvaardig. 5 Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent, die
zijn zaken recht behartigt; 6 want hij zal nimmer wankelen, tot eeuwige
gedachtenis zal de rechtvaardige zijn. 7 Voor een kwaad gerucht zal hij niet
vrezen, zijn hart is gerust, vol vertrouwen op de Eeuwige; 8 zijn
hart is standvastig, hij vreest niet, terwijl hij met vreugde op zijn
vijanden ziet. 9 Hij deelt uit, hij geeft aan de armen, zijn gerechtigheid
houdt voor immer stand, zijn hoorn verheft zich in ere. 10 De goddeloze ziet
het en ergert zich, hij knarst met de tanden en wordt verteerd; de begeerte
der goddelozen gaat teniet.
Uit deze psalm kunnen we leren dat Emuna en doen van Mitswes geen
tegenovergestelde dingen zijn maar bij elkaar horen. Door (in) HaShem te
geloven en op Hem te vertrouwen doe je als vanzelfsprekend de dingen die Hij
voorschrijft dat ze goed zijn om te doen.
Emuna en ‘histadloet’
‘Histadloet’ is de inspanning die je doet om tot resultaat te komen. Daar
waar je in gelooft en er vertrouwen in hebt dat de die dingen goed zijn en
in Gods wil doe je je uiterste best om die dingen uit te voeren. Emuna en
Bitachon sluiten eigen inspanning niet uit. Ze verstreken de inspanning die
je voor de dingen doet.
Zonder Emuna en Bitachon is er geen goed godvrezend leven mogelijk, met
geloof is het leven goed
Over het gevaar van het ontbreken van geloof brengt Rabbijn Tzvi Yehuda, bij
monde van Rabbijn David Samson, de situatie van het volk Israël in
herinnering, toen de twaalf verspieders terug kwamen en het volk het slechte
bericht van de tien verspieders geloofden en het land Israël niet durfden in
te gaan in plaats dat zij in geloof, vetrouwend op de beloften van de
Eeuwige het land binnen zouden trekken. De tien verspieders waren leiders
van het volk en genoten hoog aanzien. Zij waren deskundigen op het gebied
van de Thora. Ondanks de kennis deze ze hadden van de Thora, vertrouwden ze
niet op wat HaShem beloofd had.
De neiging om opnieuw in deze zonde te vallen bestaat nog steeds in het volk
zo leert hij en zelfs grote 'Talmidei Chachamim' kunnen hierdoor beïnvloedt
worden. Ook in de wereld van Thora heeft ieder nog steeds een vrije keus en
ieder kan daarom ook in die fout vallen maar kan er ook voor kiezen om te
handelen in geloof.
Rabbijn Nachman zegt ‘Iemand met geloof leeft echt en zijn dagen zijn altijd
gevuld met het goede. Als dingen goed gaan is het zeker goed. Maar als zo
iemand moeilijkheden heeft is het ook goed want zo iemand weet dat God hem
genadig zal zijn en de uitkomst goed zal maken. Daar alles van God komt
zijn de omstandigheden zeker ten goede. Met geloof is het leven goed en
fijn.
In Jeremia 17:7-8 staat ‘Gezegend is de man die op de Eeuwige vertrouwt,
wiens betrouwen op de Eeuwige is; hij toch zal zijn als een boom, aan het
water geplant, die zijn wortels tot aan een beek uitslaat, en het niet
merkt, als er hitte komt, maar welks loof groen blijft, die in een jaar van
droogte geen zorg heeft en niet nalaat vrucht te dragen
Isa 50:10 Wie onder u vreest de Eeuwige, wie hoort naar de stem van zijn
knecht? Wanneer hij in diepe duisternis wandelt, van licht beroofd,
vertrouwe hij op de naam van de Eeuwige en steune op zijn God.
Spreuken 28:20 "Een man met geloof is overvloedig in zegeningen"
Afgoderij
Afgoderij is aan iets anders dan aan HaShem alleen reddende kracht
toekennen. Als er geen geloof en vertrouwen in HaShem is wordt dat vacuüm
opgevuld door het toekennen van macht, kracht etc. aan andere dingen, hetzij
in de vorm van angst en bijgeloof hetzij in het geloof in de macht van
(bepaalde) mensen of menselijke krachten. Het ‘Shma Isael’ hoort een uiting
van Emuna en Bitachon te zijn. De dag beginnen we en sluiten we af met deze
belijdenis. De essentie van deze belijdenis is dat wij met hart en ziel
uitspreken dat we HaShem als enige macht erkennen en daarmee dat alles uit
Zijn hand voortkomt, goede maar ook voor ons ogenschijnlijk minder goede
dingen. We geloven dat alles voor ons uiteindelijk ten goede is.
Zonder
Emuna kwetsbaar
Daar waar Emuna en Bitachon ontbreken wordt je als persoon en volk
kwetsbaar. Nechama Leibowits illustreert dat aan de hand van de geschiedenis
die te vinden is in Num 21:1. Daar wordt verteld over de aanval van koning
van Arad op het volk Israel nadat ze door gebrek aan geloof en vertrouwen
het land Israel niet ingingen en konden gaan. Nechama Leibovitz legt uit dat
deze geschiedenis duidelijk in verbinding staat met de voorgaande
geschiedenis.
Profetie
en Emuna
Profetie is verbonden met emuna en bitachon. Door emuna is er connectie met
HaShem waardoor Hij zijn instructies kan geven net als bij Avraham Avinue.
Er staat geschreven. “De rechtvaardige zal leven door zijn Emuna”. Die
connectie is nodig voor het ontvangen van profetie. Profeten zijn nodig voor
de uiteindelijke verlossing. Onder andere zal de echte Messiach door een
profeet aangewezen en gezalfd worden. Emuna en bitachon zijn ontbeerlijke
elementen voor de komende verlossing.
Emuna en Bitachon zijn de sleutels voor de komende verlossing
Onder anderen Rabbijn
Eliyahu E.
Dessler en Rabbijn Meir Kahane schrijven dat geloof en vertrouwen de
sleutels zijn voor de komende verlossing. Net zoals het volk Israel uit
Egypte werd verlost door geloof en vertrouwen (het slachten van een lam was
de geloofstest) zo zullen geloof en vertrouwen ook de sleutels zijn voor de
uiteindelijke verlossing.
Rabbijn Eliyahu E. Dessler schrijft in zijn boek Michtav Me’Eliyahu:
Verlossing komt voort uit Geloof. Als beloning voor zijn geloof verkreeg
Avraham Avinu een deel in deze wereld en in de komende…. Israel werd verlost
uit Egypte vanwege hun geloof… Zo was het ook met Moshe: “zijn handen waren
geloof”… en als zodanig zullen de verstrooiden de verlossing waardig zijn
alleen door geloof…
Emuna en Bitachon waren de sleutels bij de verlossing uit Egypte; Ex 4:31
“Het volk nu geloofde, en toen zij hoorden, dat de Eeuwige op de Israëlieten
acht geslagen en hun ellende gezien had, knielden zij en bogen zich neder”.
Het volk had geloof (emuna) in HaShem. Toen zette de verlossing zich in
gang. Voordat ze vertrokken uit Egypte werden de Israëlieten getest op hun
vertrouwen op HaShem. De 10e dag van de maan Nissan moesten zij
een lam in huis nemen wat ze op de 14e dag moesten slachten.
Hiermee lieten ze zien dat ze geen macht toekenden aan de goden van de
Egyptenaren en dat ze HaShem vertrouwden (bitachon) dat hij hen zou
beschermen tegen de woedende Egyptenaren. Toen hun vertrouwen beproefd was
kon de verlossing, de uittocht daadwerkelijk plaatsvinden. Op dezelfde
manier zal de komende verlossing ook plaatsvinden zo schrijft dus Rabbijn
Dessler.
Chazal (verzamelwoord voor ‘de Joodse wijzen” schrijft: In de dagen voor
Messiach, voor de uiteindelijke verlossing zal onze grootste test, een test
van geloof en vertrouwen zijn.
Rabbijn DovBer, de ‘Maggid’ van Mezeritch schrijft dat het Joodse volk net
voor de komst van Messiach hun grootste test van geloof en vertrouwen zal
ondergaan. Degenen die zullen vasthouden aan hun geloof in God en de
profeten zullen daarmee de uiteindelijke volledige verlossing ‘binnenhalen’.
Rabbijn Nachman van Breslow zei dat voor de komst van Messiach velen getest
zullen worden op hun geloof. Degene, die de test zal doorstaan en zal vast
zal houden aan zijn geloof en vertrouwen in HaShem zal al het goede dat door
de profeten en wijzen voorzegd is meemaken
Ps 31:24 “Hebt HaShem lief, getrouwen van HaShem! want HaShem
beschermt degene die Hem vertrouwen”
Bronnen:
* Tenach
* Michtav M’Eliyahu (Strive for the Truth!), geschreven door Rabbijn
Eliyahu E. Dessler
* Or Harayon,
The Jewish Idea, geschreven door Rabbijn Meir Kahane
* Garden of Emuna, geschreven door Rabbijn Shalom Arush
* Torat Eretz Yisrael, The Teachings of HaRav Tzvi Yehuda HaCohen
Kook, geschreven door HaRav David Samson
* Hoe verkrijgt men Emoena (Geloof)? Door Rabbijn Shimshon Dovid
Pincus