Christen die
Joods zijn worden?
Een
aantal mensen geeft hier inzicht in hun motivatie om Orthodox-Joods te worden.
Natuurlijk zijn we van mening dat het belangrijker is om er met elkaar erop te
focussen op wat je bindt hebt en niet op dat waarin je verschilt en de
verschillen aan God over te laten.
Deze informatie is daarom puur bestemd om tot begrip te komen
waarom mensen (vaak Joodse zielen) vanuit het Christendom besluiten om Joods
te worden. Deze informatie is niet bedoeld om te overtuigen
maar om te informeren maar om wederzijds respect te creëren
Voor deze mensen met Joodse zielen die weer terug
gaan naar Israël is de 'het behouden zijn' van ondergeschikt belang aan de
heiliging van Gods Naam wat er gebeurt als Joodse zielen weer terug naar
Israël gaan (Ezech 36).
Een brief van een
Christen die uitleg geeft waarom hij Joods is geworden
Getuigenis 1
Getuigenis 2; van Chaim
Getuigenis 3; van Toon
Getuigenis 4; van Herman
Getuigenis 5; van Max
Getuigenis
6: van John
Getuigenis 7: van Nava
Getuigenis
8: van Bram
Een brief waarin een Christen uitleg geeft waarom hij Joods is geworden
in antwoord op vragen om dat uit te leggen.
(De
engelse versie staat op
http://www.shalom-center.org/jewish.htm)
Belangrijk: Deze brief is puur bedoeld om aan
vragenstellende Christenen het verschil tussen Jodendom en Christendom uit te
leggen !!!
B’’H
Shalom
vrienden, bekenden en alle anderen Christenen die van de levende God van
Israël vrezen, van harte willen dienen en naar Zijn waarheid willen leven.
Hartelijke
groet uit Eretz Israel. Het gaat
zeer
goed met ons. Baruch HaShem !!! (Geprezen zij de Naam van de Eeuwige). God is heel goed voor ons. Zijn trouw, liefde en zorg omringen
ons dagelijks (Ps 139). Hij helpt en leidt ons in de weg die we gaan. We zien
steeds meer en meer van Zijn grootheid en overweldigende goedheid en smaken
meer en meer dat Hij goed is (Ps 34:8). Glorie voor Zijn grote Naam, de
Eeuwige, de levende God van Israël.
In 2006
heb ik me (met mijn gezin) bij het Joodse
volk aangesloten (door voor een rabbinale rechtbank (Beit Din) bestaande uit
drie rabbijnen, de verantwoordelijkheid op ons te nemen om volgens Gods instructies, de Thora, te
zullen leven). Recent onderzoek heeft trouwens naar boven gebracht dat ik o.a.
via mijn moeders lijn zeer waarschijnlijk Joodse voorouders heb (en daardoor
volgens de Joodse wet al
Joods was) naast het feit dat ik ook via mijn vaders kant Joodse voorouders
heb.
Niemand
kan de enorme blijheid beschrijven die deze stap van het weer aansluiten bij het
Joodse volk me gaf en dagelijks geeft. De stap heeft me niet ‘uit Gods
aanwezigheid gehaald’, zoals een aantal beweerden, integendeel, het heeft me
dichter en dichter bij de Eeuwige, de levende God van Israël, onze Vader, onze
Koning gebracht. Het erkennen van de onveranderlijke waarheid van de Thora en
het leven volgens de richtlijnen van de Thora bracht me dichter bij Hem als
ooit tevoren!!! In de hedendaagse realiteit mag het aansluiten bij het Joodse
volk een onbegrijpelijke beslissing zijn. Het is immers een aansluiten bij het
meest vervolgde volk. Door alle eeuwen heen verdrukt, geminacht en vervolgd.
De afgunst en haat tegen het volk Israël is ook nu dagelijks merkbaar. De
vreugde die het echter geeft om elke dag te leven volgens de door God zelf
gegeven en ingestelde instructies geeft een vreugde is niet te vergelijken met
de negatieve aspecten van het ‘Jood zijn’. Dagelijks te leven met Gods ogen
die op ons gericht zijn is een realiteit die ons Joodse volk tot op dit moment
de grond van ons bestaan is. Ps 23 “… De Eeuwige is mijn herder, mij ontbreekt
niets; …. Hij verkwikt mijn ziel. Hij leidt mij in de rechte sporen om zijns
naams wil. Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen
kwaad, want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij. …. Ja,
heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; …..” 2
Kron. 16:9 “Want de ogen van de Eeuwige gaan over de gehele aarde, om
krachtig bij te staan hen wier hart volkomen naar Hem uitgaat”
Het is
niet zo dat ik voorheen God niet diende. Ik leefde, voordat ik Joods werd,
zeker (naar mijn volle overtuiging) ‘Godvrezend’. Dat wil zeggen dat ik leefde
en handelde vanuit het verlangen de Eeuwige geheel te dienen, luisterend naar
de stem van de Eeuwige. Ik wilde God ‘totaal’ dienen. In die relatie leefde ik
ook al in relatie
met en voor de Eeuwige, de levende God van Israël. De Eeuwige beantwoordde
mijn gebeden. (Ja God hoort iedere 'roep' naar Hem). Nu zie ik dat het niet
betekende dat dan ook automatisch alle denkbeelden en ideeën die ik over God
had in overeenstemming waren met de waarheid.
Natuurlijk
zei ik ook altijd al de waarheid van de Thora en Tenach (het zgn. “Oude
Testament”) te erkennen en die ook te volgen. Maar eigenlijk op het
systematisch theologisch* gebruik (zie verder) van een (groot) aantal teksten
na gebruikte ik de Thora niet zoals het bedoeld was die te gebruiken. Later,
toen ik de Thora toch meer ging waarderen, gebruikte ik (als Messiasbelijdend
gelovige) de Thora wel, maar eigenlijk alleen de stukken die ik redelijk
eenvoudig op kon volgen. Met de rest (bijv. het totale plaatje van
Shabbatsinstructies) deed ik niets en ik overtrad met een gerust hart een
aantal van die Shabbatsgeboden want ‘Jezus was toch gestorven voor de zonden’.
Om het maar even in te kleuren: op Shabbat ging ik naar de samenkomst als
erkenning van de Shabbatsinstelling, maar hield bijvoorbeeld geen complete
Shabbatsrust zoals de Thora dat aan geeft, omdat dat praktisch zoveel
consequenties had. ‘In de vrijheid van de Geest’ hield ik me aan het ene gebod
wel en aan het andere niet. De Thora was eigenlijk niet meer dan een richtlijn
waarnaar ik een beetje probeerde te leven. Ja, het overige van de Thora en de
Tenach (en dan vooral de ‘Messiaanse’ teksten) gebruikte ik voor een
belangrijk deel ook op een systematisch theologische manier. (*Een
systematisch theologische manier. Wat wil ik daar eigenlijk mee zeggen? Dat je
van een bepaalde waarheid uit gaat en daarbij teksten uit het Oude Testament
zoekt die de veronderstelling onderbouwen los van de context van die teksten.
Iets wat heel gebruikelijk is binnen de christelijke wereld. In de praktijk
bij deze manier van tekstgebruik is het echter zo dat de teksten uit hun
context worden gehaald en er een bepaalde exclusieve betekenis aan wordt
gegeven die bij bepaalde christelijke dogma’s past, terwijl er aan de
eigenlijke betekenis wordt voorbij gegaan. (Een heel bekend voorbeeld is Deut.
18:18, een tekst die in het christelijke zogenoemde ‘Nieuwe Testament’ ook op
die manier wordt gebruikt). Naast de ‘Messiaanse teksten’ zijn er o.a. ook de
bekende teksten die gaan over de zegen die God geeft bij het opvolgen van de
Thora-instructies, de teksten over ‘tienden’ en natuurlijk de teksten over het
Nieuwe Verbond. Op die manier worden veel teksten uit de Tenach nog steeds in
meerdere of mindere mate in de christelijke wereld gebruikt. Zegeningen voor
het volk Israël (in combinatie met een Thoragetrouw leven) worden toegepast op
de zogenoemde ‘geestelijke’ kinderen van God (het geestelijk Israël). Teksten
over de tienden die voor de Tempel en Cohaniem (priesters) bestemd zijn,
teksten over (lof)offers worden toegepast op gemeentezang van de kerkelijke
gemeente of geldelijke giften aan de kerk en teksten over ‘gezalfden des
Heeren’, worden toegepast op de (plaatselijke) kerken en leidinggevenden. Het
is echter niets anders dan vervangingstheologie).
Nadat ik
een stuk intensiever de (eigenlijke boodschap van) Thora en Tenach ben gaan
bestuderen en daarnaast onder andere ook al de hierboven bedoelde teksten in
hun context heb bestudeerd, zag ik meer en meer dat een aantal cruciale
dogma’s binnen het christendom lijnrecht tegen de (eigenlijke en eeuwige
boodschap van de) Thora ingaan. Veel dingen vallen nu op zijn plaats. Teksten
die ik vroeger maar oversloeg of me er niet in verdiepte, omdat ik er niets
mee kon, begrijp ik nu.
De tegenspraak van het ‘Nieuwe Testament’ met de Thora / Tenach (door Christendom
zogenoemde ‘Oude Testament’) was naast het feit dat ik
Joodse voorouders hebe reden waarom ik het
Christendom ben uitgestapt en Joods ben geworden. Mijn ‘Joods worden’ is niet gebaseerd op een vaag
gevoel of, zoals iemand beweerde, dat ik gezwicht ben voor Orthodox-joodse
druk of zoals een ander suggereerde, het gevolg van een handoplegging door een
Orthodoxe rabbijn zodat ik demonisch belast zou zijn geworden (heb je ooit
zoiets gehoord) of een ontvluchten van iets (ja, ik hoor absurde verhalen).
Ook niet op een bevlieging of het adoreren van het Joodse volk. Los van de weg
hoe de Eeuwige mij in alles geleid heeft, is de stap gebaseerd op heldere
feiten en geheel voortgekomen uit een diep verlangen om volgens de
instructies van God te leven en het gehoor geven aan de waarheid van God.
Daarmee ben ik teruggegaan op het pad die mijn Joodse voorouders verlieten.
Om
duidelijk te maken wat ik bedoel met het feit dat de boodschap van het Nieuwe
Testament in strijd is met de Thora en Tenach (het door het christendom
zogenoemde ‘Oude Testament’) als eerste een aantal kernthema’s m.b.t. de
Thora / Tenach, zoal de Eeuwige hem gaf:
-
De Eeuwige,
de God van Israël is God en is Één.
Hij is ondeelbaar en is geen mens. Deuteronomium 6:4 Hoor, Israël: de Eeuwige
is onze God; de Eeuwige is één! 1 Sam. 15:29 “want Hij is geen mens”.
-
De
Thora is gegeven aan de mens om zijn liefde aan God tot uiting
te brengen Deut. 6:5,6 “Zo zult gij de Eeuwige, uw God, liefhebben, met uw
ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen. En deze woorden, die
ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn.” Deut. 10:12, 13 “Nu dan, Israël!
wat eist de Eeuwige, uw God van u dan de Eeuwige, uw God, te vrezen, in al
Zijn wegen te wandelen, en Hem lief te hebben, en de Eeuwige, uw God,
te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel; Om te houden de geboden
van de Eeuwige, en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede, u ten goede.”
Ps 112:1 “Welzalig de man, die de Eeuwige vreest, die van harte lust heeft in
zijn geboden.” Ps 119: 1-4 “Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn,
die in de wet van de Eeuwige gaan. Welzalig zij, die zijn getuigenissen
bewaren, die Hem van ganser harte zoeken; die ook geen onrecht plegen, maar
wandelen in zijn wegen. Gij hebt uw bevelen geboden, opdat men die ijverig
onderhoude.” Deut.11:13-16 “En het zal geschieden, zo gij
naarstiglijk zult horen naar Mijn geboden, die Ik u heden gebiede, om de
Eeuwige, uw God, lief te hebben, en Hem te dienen, met uw ganse hart en
met uw ganse ziel; Zo zal Ik den regen uws lands geven te zijner tijd, vroegen
regen en spaden regen, opdat gij uw koren, en uw most, en uw olie inzamelt. En
Ik zal kruid geven op uw veld voor uw beesten; en gij zult eten en verzadigd
worden. Wacht uzelven, dat ulieder hart niet verleid worde, dat gij afwijkt,
en andere goden dient, en u voor die buigt; ”. Ps. 147:10,11 “Hij heeft geen
welgevallen aan de kracht van het paard, noch behagen in de benen van de man;
de Eeuwige heeft welbehagen in wie Hem vrezen”. Godvrezendheid is in de
Thora/Tenach duidelijk verbonden met het onderhouden van de Thora instructies.
Ook Jes. 56 (waar ik verderop nog op terugkom laat zien dat het om ieder mens
gaat). (:6,7 “En de vreemdelingen die zich bij de Eeuwige aansloten om Hem te
dienen, en om de naam van de Eeuwige lief te hebben, om Hem tot knechten te
zijn, allen die de sabbat onderhouden, zodat zij hem niet ontheiligen, en die
vasthouden aan mijn verbond: hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik
zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers
zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten
voor alle volken.”)
-
Het
onderhouden van instructies van de Thora geldt tot in eeuwigheid.
Het is een eeuwige instelling. Ze komen niet in de toekomst te vervallen. Deut
4:40 “En gij zult houden Zijn inzettingen en Zijn geboden, die ik u heden
gebiede, opdat het u en uw kinderen na u welga, en opdat gij de dagen verlengt
in het land, dat de Eeuwige, uw God, u geeft, voor altoos.” Deut 12:28
“Neemt waar, en hoort al deze woorden, die ik u gebiede, opdat het u, en uw
kinderen na u, welga tot in eeuwigheid, als gij zult gedaan hebben wat
goed en recht is in de ogen van de Eeuwige, uws Gods.
Deut 11:31-12:1 "Want gij staat
op het punt de Jordaan over te trekken om het land in bezit te gaan nemen, dat
de Eeuwige, uw God, u geven zal, en gij zult het in bezit
nemen en daarin wonen; 32 dan zult gij naarstig onderhouden al de inzettingen en de verordeningen, die ik u heden voorhoud.
12:1 Dit zijn de inzettingen en de verordeningen, die gij naarstig zult
onderhouden in het land dat de Eeuwige, de God uwer vaderen, u gegeven heeft
om het te bezitten, zolang gij op de aardbodem leeft" Mal. 3:19-24 (4:1-6) “1
Want zie, de dag komt, brandend als een oven! Dan zullen alle overmoedigen en
allen die goddeloosheid bedrijven, zijn als stoppels, en de dag die komt, zal
hen in brand steken (zegt de Eeuwige der heerscharen) welke hun wortel noch
tak zal overlaten…. 4 Gedenkt de wet van Mozes, mijn knecht, die Ik hem op
Horeb geboden heb voor gans Israël, inzettingen en verordeningen.” 1 Kron.
16:17 “ook stelde Hij het voor Jakob tot een inzetting, voor Israël tot een
eeuwig verbond.” Nergens wordt aangegeven dat de instelling van de Thora
maar van tijdelijke aard is en dat hij later niet meer gehouden moet worden.
De Thora is goed en zonder fouten. Ps 19: 7-11 “De Thora van de Eeuwige
is volmaakt, zij herstelt de ziel; de getuigenis van de Eeuwige is betrouwbaar,
zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. De bevelen van de Eeuwige zijn
waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod van de Eeuwige is louter, het
verlicht de ogen. De vreze van de Eeuwige is rein, voor immer bestendig; de
verordeningen van de Eeuwige zijn waarheid, altegader rechtvaardig.
Kostelijker zijn zij dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig, ja
dan honigzeem uit de raat. Ook laat uw knecht zich daardoor ernstig vermanen;
in het houden ervan ligt rijke beloning.”
-
Door het
opvolgen van de instructies van de Thora komt Gods volk dichter bij Hem.
God kan onder de mensen wonen als het volk gezamenlijk de Thora onderhoudt (in
de Thora staat geen gebod dat je in (in een bepaalde persoon als) Messias moet
geloven of moet gaan geloven).
Dan kan Hij in de Tempel te Jeruzalem wonen. Zo woont de Eeuwige temidden van
Zijn volk. Lev. 26: 3 Indien gij in Mijn inzettingen zult wandelen, en Mijn
geboden houden, en die doen zult; 4 Zo zal Ik uw regens geven op hun tijd; en
het land zal zijn inkomst geven, en het geboomte des velds zal zijn vrucht
geven;…12 En Ik zal in het midden van u wandelen, en zal u tot een God
zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn.” Als de Thora wordt gehouden kan God
temidden van Zijn volk wonen (anders niet).
-
De
Thora werd gegeven in aanwezigheid van 600.000 man (niet aan
1 persoon) als leidraad om naar Gods wil te leven en in Zijn nabijheid te
komen. Het volk Israël zei: “Wij zullen horen en doen.” Zo werden zij het volk
van de Eeuwige en werd het verbond van kracht.
-
Pas op
voor mensen die zeggen dat je de Thora niet meer hoeft te houden
(onder het doen van tekenen en wonderen) (Deut. 13). Dat is in feite het laten
luisteren naar andere goden. God zelf zegt immers dat de Thora voor eeuwig is.
-
Iemand die
Gods volk van de Thora afhaalt is een valse profeet.
Als zo iemand Joods is moet hij gedood worden. God voorzegt dat er valse
profeten zullen komen om de liefde voor God van het volk in het getrouw
blijven onderhouden van de Thora te testen!!! (Deut. 13:1-4
“Wanneer
onder u een profeet optreedt of iemand, die dromen heeft, en hij u een teken
of een wonder aankondigt, en het teken of het wonder komt, waarover hij u
gesproken heeft met de woorden: laten wij andere goden achterna lopen, die gij
niet gekend hebt, en laten wij hen dienen; dan zult gij naar de woorden van
die profeet of van die dromer niet luisteren; want de Eeuwige, uw God,
stelt u op de proef om te weten, of gij de Eeuwige, uw God, liefhebt met
uw ganse hart en met uw ganse ziel. De Eeuwige, uw God, zult gij volgen, Hem
vrezen, zijn geboden (de Thora) houden en naar zijn stem luisteren: Hem
zult gij dienen en aanhangen.”
-
Het houden
aan de Thora is geen onmogelijke klus. De mens is in staat zich aan
de Thora te houden. De mens is zo geschapen dat hij de Thora kan houden.
Ja, het houden van de Thora is goed voor de mens. Deut. 30:11-14 “ Want dit
gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet
ver weg. Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal
opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het
volbrengen? En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten
zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen, en
het ons doen horen opdat wij het volbrengen? Maar dit woord is zeer dicht bij
u, in uw mond en in uw hart, om het te volbrengen.” Het volk zegt: “We zullen
horen, we zullen doen”. Daarom zijn zij tot op dit moment de
uitverkorenen van God waar ieder zich bij aan mag sluiten. Zie Jes 56.
-
De mens is
goed gemaakt en goed. Hij kan ‘heersen over de zonden’ en kiezen om het goede
te doen,
ook na de door de Christelijke wereld genoemde ‘zondeval’. Gen. 4:7
“Voorzeker, als u uzelf betert, zal u worden vergeven. Maar als u uzelf niet
betert, ligt de zonde als een belager aan de deur. Zijn begeerte gaat naar u
uit, maar u kan er over heersen.” Los van het feit dat iemand de gevolgen van
andermans daden kan ondervinden is ieder persoonlijk verantwoordelijk
voor zijn eigen daden. Er bestaat geen rechtvaardig mens die nooit zondigt.
Pred. 7:20 “Want niemand op aarde is zo rechtvaardig, dat hij goed doet zonder
te zondigen" (ook de Messias niet). Een rechtvaardige is iemand die zich
bekeert. Spr. 24:16 “want de rechtvaardige valt zevenmaal, doch staat weer op.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor zonden van Adam”.
-
Vergeving
van zonden door bekering en terugkeer.
Deut. 30:2,3a “en wanneer gij u dan tot de Eeuwige, uw God, bekeert en naar
zijn stem luistert overeenkomstig alles wat ik u heden gebied, gij en uw
kinderen, met geheel uw hart en met geheel uw ziel, dan zal de Eeuwige, uw
God, in uw lot een keer brengen en Zich over u erbarmen”. Verlossing van
vijanden als het volk zich bekeert tot de Thora. Nogmaals Gen. 4:7 “Voorzeker,
als u uzelf betert, zal u worden vergeven. Maar als u uzelf niet betert, ligt
de zonde als een belager aan de deur. Zijn begeerte gaat naar u uit, maar u
kan er over heersen.” Zie verder ook Jona 3:10, 4:2b: “Toen God zag wat
zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het
kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet. …,
want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig, groot
van goedertierenheid en berouw hebbend over het kwaad.”. Zie ook Ps. 24:3-5 "Wie
mag de berg van de Eeuwige beklimmen, wie mag staan in zijn heilige stede? Die
rein is van handen en zuiver van hart, die zijn ziel niet op valsheid richt,
noch bedrieglijk zweert. Die zal van de Eeuwige een zegen wegdragen en
gerechtigheid van de God zijns heils." Verder ook Ps 18 die David aan het eind
van zijn leven heeft geschreven en terugblikte op zijn leven. Ps 18:20-32 "De
Eeuwige deed mij naar mijn gerechtigheid, naar de reinheid mijner handen
vergold Hij mij, want ik heb de wegen van de Eeuwige gehouden en ben niet
goddeloos afgeweken van mijn God. Want al zijn verordeningen stonden mij voor
ogen en zijn inzettingen deed ik niet van mij weg, maar ik was onberispelijk
jegens Hem, en wachtte mij voor ongerechtigheid. De Eeuwige heeft mij
vergolden naar mijn gerechtigheid, naar de reinheid mijner handen voor zijn
ogen. Jegens de getrouwe toont Gij U getrouw, jegens de onberispelijke toont
Gij U onberispelijk, jegens de reine toont Gij U rein, maar jegens de
verkeerde toont Gij U een tegenstander. Gij toch verlost het ellendige volk en
vernedert de hovaardige ogen. Gij toch doet mijn lamp schijnen, de Eeuwige,
mijn God, doet mijn duisternis opklaren. Met U immers loop ik op een
legerbende in en met mijn God spring ik over een muur. Gods weg is volmaakt;
het woord van de Eeuwige is zuiver. Hij is een schild voor allen die
bij Hem schuilen. Want wie is God behalve de Eeuwige, wie is een rots buiten
onze God?"
-
Israël is
en blijft voor eeuwig het speciale volk van God.
Deut. 32:9 “Want het deel van de Eeuwige is zijn volk, Jakob het Hem
toegemeten erfdeel.” Ps. 135:4 “want de Eeuwige heeft Zich Jakob verkoren,
Israël tot zijn eigendom.” Jer. 31: 35,36 “Zo zegt de Eeuwige, die de zon
overdag tot een licht geeft, die de maan en de sterren verordent tot een licht
des nachts, die de zee opzweept, dat haar golven bruisen, wiens naam is
Eeuwige der heerscharen: Als deze verordeningen voor mijn ogen zullen wankelen,
luidt het woord van de Eeuwige, dan zal ook het nageslacht van Israël ophouden
al de dagen een volk te zijn voor mijn ogen”. Ps 33:11,12 “de raad van de
Eeuwige houdt eeuwig stand, de gedachten zijns harten van geslacht tot
geslacht. Welzalig het volk, welks God de Eeuwige is, de natie, die Hij Zich
ten erfdeel koos” Jes. 54:6-10 “Want als een vrouw die wordt verlaten en
gekwetst werd in haar ziel heeft de Eeuwige u teruggeroepen en als een vrouw
uit de jongelingsjaren die versmaad werd, zegt uw God. In een klein
ogenblik heb Ik u verlaten, maar in groot mededogen zal Ik u weer aannemen.
In een opwelling van woede heb Ik u even aan je lot over gelaten, maar in
eeuwige liefde ontferm Ik me over u, zegt uw Verlosser, de Eeuwige. Want als
Noach’s wateren is dit voor Mij: zoals Ik gezworen heb dat Noach’s wateren
niet meer over de aarde zullen komen, zo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer
boos op u verstoord over u te zijn. Want bergen mogen terugwijken en
heuvels mogen wankelen, maar Mijn liefde zal van u niet wijken en Mijn
vredesverbond zal niet wankelen, zegt Hij die zich over u ontfermt, de Eeuwige”.
Er wordt niet gesproken over een (nieuw) volk (gemeente) / ‘één nieuw lichaam’ ernaast met diezelfde
(of betere) positie die het volk heeft waar men zich op een nieuwe manier bij
aansluit. Ieder kan bij dat volk Israël komen door zich bij het volk aan te
sluiten en de Thora te gaan onderhouden. Jes. 56:1-8 “Zo zegt de Eeuwige:
Onderhoudt het recht en doet gerechtigheid, want mijn heil staat gereed om te
komen en mijn gerechtigheid om zich te openbaren. Welzalig de sterveling
die dit doet, en het mensenkind dat daaraan vasthoudt; die acht geeft op de
sabbat, zodat hij hem niet ontheiligt, en acht geeft op zijn hand, zodat zij
niets kwaads doet. Laat dan de vreemdeling die zich bij de Eeuwige aansloot,
niet zeggen: De Eeuwige zal mij zeker afzonderen van zijn volk; …. En de
vreemdelingen die zich bij de Eeuwige aansloten om Hem te dienen, en om de
naam van de Eeuwige lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de
sabbat onderhouden, zodat zij hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan mijn
verbond: hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde
bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen
welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor
alle volken. Het woord van de Eeuwige, de Here, die de verdrevenen van Israël
bijeenbrengt, luidt: Ik zal daartoe nog meerderen bijeenbrengen, dan er reeds
toegebracht zijn.” Jes. 14:1 “Want de Eeuwige zal Zich over Jakob ontfermen en
nog zal Hij Israël verkiezen en ze op hun eigen bodem doen wonen; dan zal de
vreemdeling zich bij hen aansluiten en men zal zich voegen bij het huis van
Jakob.” Israël blijft het volk waar God door heen spreekt. Jes. 59:21 “En wat
Mij aangaat, dit is mijn verbond met hen, zegt de Eeuwige. Mijn Geest, die op
u is, en mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, zullen niet wijken uit uw
mond noch uit de mond van uw kroost, noch uit de mond van het kroost van uw
kroost, zegt de Eeuwige, van nu aan tot in eeuwigheid.”.
-
God heeft
voor eeuwig een verbondsteken aan Zijn volk, het volk Israël
gegeven; de besnijdenis. Gen 17:7-13 “Ik zal mijn verbond oprichten
tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om
u en uw nageslacht tot een God te zijn. Ik zal aan u en uw nageslacht het
land, waarin gij als vreemdeling vertoeft het ganse land Kanaän, tot een
altoosdurende bezitting geven, en Ik zal hun tot een God zijn. Voorts zeide
God tot Abraham: En wat u aangaat, gij zult mijn verbond houden, gij en uw
nageslacht, in hun geslachten. Dit is mijn verbond, dat gij zult houden tussen
Mij en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk is besneden worde; gij
zult het vlees van uw voorhuid laten besnijden, en dat zal tot een teken van
het verbond zijn tussen Mij en u. Wie acht dagen oud is, zal bij u besneden
worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: zowel wie in uw huis geboren is,
als wie van enige vreemdeling voor geld is gekocht, doch niet van uw
nageslacht is. Wie in uw huis geboren is en wie door u voor geld gekocht is,
moet voorzeker besneden worden; zo zal mijn verbond in uw vlees zijn tot een
eeuwig verbond.” Ezech 44:9 “Alzo zegt de Eeuwige,de Heere: Geen
vreemde, onbesneden van hart, en onbesneden van vlees, zal in Mijn heiligdom
ingaan, van enigen vreemde, die in het midden der kinderen Israëls is.”
Jesaja 52:1 Waak op, waak op, trek uw sterkte aan, o Sion! trek uw sierlijke
klederen aan, o Jeruzalem, gij heilige stad? want in u zal voortaan geen
onbesnedene noch onreine meer komen.” Verder is ook de Shabbat aan hen
ter eeuwige onderhouding gegeven. Ex 31:16,17 “De Israëlieten zullen de
sabbat onderhouden, door de sabbat te vieren, zij en hun nageslacht, als een
altoosdurend verbond. Tussen Mij en de Israëlieten is deze een teken voor
altoos, want in zes dagen heeft de Eeuwige de hemel en de aarde gemaakt,
en op de zevende dag heeft Hij gerust en adem geschept.” Lev. 23:2,3 “Spreek
tot de Israëlieten en zeg tot hen: De feesttijden van de Eeuwige, die gij zult
uitroepen als heilige samenkomsten, zijn mijn feesttijden. Zes dagen
mag arbeid verricht worden, maar op de zevende dag zal er een volkomen sabbat
zijn: een heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een
sabbat voor de Eeuwige in al uw woonplaatsen.”
-
Het land
Israël neemt voor altijd een bijzondere plaats in voor God. Het is het land
van de Eeuwige en is en blijft zijn bijzondere woonplaats.
Psalm 78:68,69 “Maar Hij verkoos de stam van Juda, de berg Sion, die Hij
liefheeft; Hij bouwde zijn heiligdom als de hoogste bergen, als de aarde, die
Hij voor altoos grondvestte.” Psalmen 132:14 “Dit is mijn rustplaats voor
immer, hier zal Ik wonen, want haar heb Ik begeerd.” Dit is de plaats
bestemd om de Thora in beginsel daar te onderhouden. Deuteronomium 12:5 “Maar
de plaats, die de Eeuwige, uw God, uit het gebied van al uw stammen verkiezen
zal om daar zijn naam te vestigen, om daar te wonen, die zult gij zoeken en
daarheen zult gij gaan.” Lev. 25:38 “Ik ben de Eeuwige, uw God, die u uit het
land Egypte heb geleid, om u het land Kanaän te geven, opdat Ik u tot een God
zou zijn.”.
-
In de
Thora is reeds voorzien dat het volk af zal dwalen maar ook dat
het weer terug zal keren. Het afdwalen is niet definitief maar
tijdelijk. Terugkeer naar het land en het houden van de Thora is het keerpunt
tot herstel. Het volk breekt de overeenkomst, maar God niet. De Eeuwige zal
aan Zijn belofte aan Abraham gedenken. Lev 26:42 “Dan zal Ik gedenken aan
Mijn verbond met Jakob, en ook aan Mijn verbond met Izak, en ook aan Mijn
verbond met Abraham zal Ik gedenken, en aan het land zal Ik gedenken;”, Deut.
4:31 “Want de Eeuwige, uw God, is een barmhartig God; Hij zal u niet
verlaten, noch u verderven; en Hij zal het verbond uwer vaderen, dat Hij hun
gezworen heeft, niet vergeten”. Deut 32:43b “en zal Zijn land en Zijn volk
genadig zijn.”
-
De Tempel
wordt (weer) gebouwd als plaats waar God zal ‘wonen’, als het volk Israël,
zijnde in het land Israël, zich (weer) aan de regels van de Thora houdt.
Het is een fysieke Tempel zoals die er reeds is geweest. De aanwezigheid van
de Tempel is een voorwaarde voor God om onder de mensen te wonen.
Deuteronomium 12:5, Leviticus 26:12 “maar Ik zal in uw midden wandelen en u
tot een God zijn en gij zult Mij tot een volk zijn”. Ezech. 43: 3-8 “En de
heerlijkheid van de Eeuwige ging het huis binnen door de poort die naar het
oosten gericht was, en de Geest nam mij op en bracht mij naar de binnenste
voorhof, en zie, de heerlijkheid van de Eeuwige vervulde het huis. Toen hoorde
ik Hem uit de tempel tot mij spreken, terwijl de man naast mij stond, en Hij
zeide tot mij: Mensenkind, dit is de plaats van mijn troon en de plaats
mijner voetzolen, waar Ik wonen zal onder de Israëlieten tot in eeuwigheid;
het huis Israëls zal mijn heilige naam niet meer verontreinigen, zij noch
hun koningen, met hun ontucht en met de lijken van hun koningen na hun dood.”.
Dit gaat over de weer te bouwen Tempel.
-
Ook zullen
de in de Thora voorgeschreven offers (weer) gebracht worden. Maleachi
3:4 “Dan zal het offer van Juda en van Jeruzalem de Eeuwige aangenaam zijn
als in de dagen van ouds en als in vroegere jaren”. Jer. 33:14-22 “Zie, de
dagen komen, luidt het woord van de Eeuwige, dat Ik het goede woord in
vervulling zal doen gaan, dat Ik over het huis van Israel en het huis van
Juda gesproken heb. In die dagen en te dien tijde zal Ik aan David een Spruit
der gerechtigheid doen ontspruiten, die naar recht en gerechtigheid in het
land zal handelen. In die dagen zal Juda verlost worden en Jeruzalem veilig
wonen, en zo zal men het noemen: De Eeuwige is onze gerechtigheid. Want zo
zegt de Eeuwige: Nimmer zal het David ontbreken aan een man, die op de troon
van het huis Israëls gezeten is; en de levitische priesters zal het nimmer
ontbreken voor mijn aangezicht aan een man die brandoffers offert, spijsoffers
ontsteekt en slachtoffers brengt al de dagen. Het woord van de Eeuwige
kwam tot Jeremia: Zo zegt de Eeuwige: Indien gij mijn verbond aangaande de dag
en de nacht kunt verbreken, zodat er geen dag en nacht meer zou zijn op hun
tijd, dan zal ook mijn verbond met mijn knecht David verbroken worden, dat hij
geen zoon meer hebben zal, die koning is op zijn troon, en met de Levieten, de
priesters, mijn dienaren. Zoals het heer des hemels niet geteld en het zand
der zee niet gemeten kan worden, zo talrijk zal Ik maken het nageslacht van
mijn knecht David, en de Levieten, die Mij dienen.”
-
De Messias
die is beloofd heeft als doel het volk Israël te leiden in de weg van de Thora.
De Messias is een mens net als koning David en koning Salomo. Ook zal hij
koning zijn als David en Salomo. Bij zijn (enige) komst zal hij de Joden (die
nog in de verstrooiing leven) voor altijd terug naar hun land brengen en
fysieke vrede bewerkstelligen voor Israël, maar ook voor de wereld. Ezechiel
34:23,24 “Dan zal Ik een herder over hen aanstellen, die hen weiden zal: mijn
knecht David. Die zal hen weiden, die zal hun herder zijn. Ik, de Eeuwige, zal
hun tot een God zijn, en mijn knecht David zal vorst wezen in hun
midden. Ik, de Eeuwige, heb het gesproken.”… 37:24, 25 “En mijn knecht David
zal koning over hen wezen; een herder zal er voor hen allen zijn. Zij
zullen naar mijn verordeningen wandelen en naarstig mijn inzettingen
onderhouden. Zij zullen wonen in het land dat Ik aan mijn knecht Jakob gegeven
heb en waarin hun vaders gewoond hebben; ja, zij zullen daarin wonen, zij, hun
kinderen en hun kindskinderen, tot in eeuwigheid, en mijn knecht David zal hun
voor eeuwig tot vorst zijn.”….45:22 “Op die dag zal de vorst voor zichzelf en
voor al het volk des lands een stier als zondoffer bereiden”….,(hij zal
trouwens ook zonen hebben 46:16 “Zo zegt de Eeuwige de Here: Wanneer de vorst
een geschenk aan een zijner zonen geeft, dan is het diens erfdeel; aan zijn
zonen zal het toebehoren, het is hun bezit als erfdeel.”). Verder Jer. 23:5-8
“Zie, de dagen komen, luidt het woord van de Eeuwige, dat Ik aan David een
rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig
handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land. In zijn dagen
zal Juda behouden worden en Israël veilig wonen; en dit is zijn naam,
waarmede men hem zal noemen: de Eeuwige is onze gerechtigheid. Daarom zie, de
dagen komen, luidt het woord van de Eeuwige, dat men niet meer zal zeggen: Zo
waar de Eeuwige leeft, die de Israëlieten uit het land Egypte heeft doen
optrekken, maar veeleer: Zo waar de Eeuwige leeft, die het nageslacht van het
huis Israëls heeft doen optrekken en die het heeft doen komen uit het
Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; en zij zullen
op hun eigen grond wonen..” Jes. 11:6-12 “Dan zal de wolf bij het schaap
verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw
en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe
en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen,
en de leeuw zal stro eten als het rund; dan zal een zuigeling bij het hol van
een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind
zijn hand uitstrekken. Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op
gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis van de Eeuwige,
zoals de wateren de bodem der zee bedekken. En het zal te dien dage geschieden,
dat de volken de wortel van Isai zullen zoeken, die zal staan als een banier
der natien, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn. En het zal te dien dage
geschieden, dat de Here wederom zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest
van zijn volk, die overblijft in Assur, Egypte, Patros, Ethiopie, Elam, Sinear,
Hamat en in de kustlanden der zee. En Hij zal een banier opheffen voor de
volken, en de verdrevenen van Israël verzamelen en de verstrooide dochters van
Juda vergaderen van de vier einden der aarde” . Mich 4:1-3 “En het zal
geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis van de
Eeuwige vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de
heuvelen. En volkeren zullen derwaarts heenstromen, en vele natiën zullen
optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg van de Eeuwige, naar
het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat
wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van
de Eeuwige uit Jeruzalem. En Hij zal richten tussen vele volkeren en
rechtspreken over machtige natiën tot in verre landen. Dan zullen zij hun
zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk
zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet
meer leren.”.
-
De
boodschap van al de profeten voor alle tijden is eensluidend:
Blijf je aan de Thora houden of keer terug tot het onderhouden van de
Thora. Het zijn immers hemelse instructies. Het klonk als het ware “Alzo
spreekt de Eeuwige voor alle geslachten van Israël”. Tevens wordt voorzegd
dat het volk zich eenmaal geheel aan de Thora zal houden. Ezech. 36:23-28 “Ik
zal mijn grote naam die onder de volken ontheiligd is, die gij te midden van
hen ontheiligd hebt, heiligen; en de volken zullen weten, dat Ik de Eeuwige
ben, luidt het woord van de Eeuwige de Here, wanneer Ik Mij voor hun ogen in u
geheiligd zal worden. Ik zal u weghalen uit de volken en u bijeenvergaderen
uit alle landen, en Ik zal u brengen naar uw eigen land; Ik zal rein water
over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw
afgoden zal Ik u reinigen; een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest
in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik
zal u een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en
maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen
onderhoudt. Gij zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb; gij
zult Mij tot een volk zijn en Ik zal u tot een God zijn.”
-
Het
Nieuwe Verbond waar in de Tenach over wordt gesproken is de vernieuwde
verbondsrelatie tussen God en Israël. Let wel: God heeft nooit het
verbond gebroken wat Hij met Israël had, ondanks het feit dat het volk Israël
het verbond wel brak. Er wordt trouwens gesproken over een Nieuw Verbond en
niet over een nieuwe Thora. Het Nieuwe Verbond heeft als kenmerk dat het volk
Israël zich in zijn geheel en voor altijd aan de Thora zal houden terwijl zij
weer in het land Israël wonen. Gods Naam zal worden geheiligd als het volk
Israël weer in zijn geheel in het land Israël woont en zich aan de Thora houdt.
Dan kan en zal de Tempel weer gebouwd worden en alle andere voorzegde
onvervulde profetieën in vervulling gaan.
In een
alinea de boodschap van de Thora: De Eeuwige, de God van Israël is God en
is Één. Israël, nakomelingen van Abraham, heb Hem lief door je aan de
Thora instructies te houden die God je heeft gegeven. De Thora geldt
voor eeuwig en wordt niet afgeschaft!!! Pas op voor mensen die afval
prediken. Deut
6:4-9 “Hoor, Israël: de Eeuwige is onze God; de Eeuwige is één! Gij zult de
Eeuwige, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met
geheel uw kracht. Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw
kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer
gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. Gij zult het
ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw
ogen zijn, en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw
poorten.”
De
boodschap is duidelijk en voor alle eeuwen geldend.
De
boodschap van het Nieuwe Testament en van het Christendom na een
ontwikkeling van 2000 jaar is daarentegen als volgt.
-
De
Thora hoeft niet meer gehouden te worden nu Jezus gestorven is ter
betaling van de zonden van de hele wereld. Door geloof in hem is het
houden van de Thora absoluut overbodig, ja zelfs wettisch en niet goed. Het
houden van de Thora brengt je van de genade van God af.
Deze
belangrijke boodschap van het christendom is in regelrechte tegenspraak met de
Thora. Nota bene, God waarschuwt juist in de Thora voor mensen die het volk
Israël van de Thora af zullen proberen te brengen (onder het doen van tekenen
en wonderen!!!). God laat die mensen wel toe, om te beproeven of hun liefde
voor Hem echt is, zo staat in Deut. 13. Zo’n persoon wordt een valse profeet
genoemd. Door Joden af te brengen of te weerhouden van het onderhouden van de
Thora worden ze namelijk van de basis van Gods verbond met Israël afgehouden
of afgesneden. Terecht wordt er wel gezegd dat dit een vorm van geestelijke
moord is die erger is dan fysieke moord. Door het afsnijden/afgesneden
houden van de Thora wordt/blijft een Jood vervreemd van zijn verbondsrelatie
met God. Volgens de Thora/Tenach is het houden van de Thora de basis van
hun relatie met de Eeuwige. Jer. 32:33b “Ik zal mijn wet (Thora) in hun
binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en
zij zullen Mij tot een volk zijn.” Het is de realiteit dat ik het in de
praktijk ook niet heb meegemaakt dat er binnen christelijke kerken of
gemeenten mensen van Joodse geboorte aangemoedigd worden zich aan de Thora te
houden. En dat terwijl ook in bepaalde gedeelten van het christelijke Nieuwe
Testament aangegeven staat dat de Jood niet ontslagen is van het houden van de
Thora (Hand 15). Ook in de zogenoemde Messiasbelijdende gemeenten, die in naam
‘Thoragetrouw’ worden genoemd, worden bijvoorbeeld de instructies m.b.t. de
Shabbat, kashroet en familiereinheid niet onderhouden zoals is voorgeschreven.
We laten nu even in het midden wie uiteindelijk de Thora ‘in de kast heeft
gezet’; Jezus, Paulus of uiteindelijk het RK kerksysteem. Het afbrengen van de
Thora wordt in de Thora/Tenach als iets verschrikkelijks bestempeld. Het is
eigenlijk verbazingwekkend dat men in de geschiedenis het ontkrachten van de
Thora niet van de hand heeft gewezen op basis van Deut. 13. Die tekst is
namelijk zo duidelijk.
Ja, in
de praktijk is Jezus inderdaad het einde van de wet gebleken. Nee niet dat hij
de macht autoriteit had om hem te ontkrachten, maar het is de praktijk dat
daar waar Joden in Jezus gingen geloven, ze het onderhouden van de Thora (als
geheel) al dan niet gedwongen achterwege lieten. Zo braken ze met de
verbondsrelatie die zij met God hadden. Het resultaat was echter geen
behoudenis maar eigenlijk gewoon geestelijke dood als Jood. Een Jood heeft
voor eeuwig de opdracht te leven volgens de richtlijnen van de Thora. Dat
maakt een Israëliet ten diepste een Israëliet. Voor de wereld is er misschien
met Jezus een licht op gegaan, voor de Joden was het allerminst licht. Door
het loslaten van de Thora zijn heel wat Joden ‘verloren’ gegaan in de volken.
Verder betekende het voor de Joden die wel vast bleven houden aan Thora het
begin van een zwarte tijd door de grote vervolging die er tegen hen werd
ingezet. De volgelingen van Jezus zijn de grootste vervolger van het Joodse
volk geworden. Een wrange vrucht waaraan de boom gekend moet worden.
-
Dan nu de
twee belangrijkste christelijke leerstellingen:
Als eerste:
‘In Gods aanwezigheid kom je door (alleen het) geloof in Jezus
in plaats van door het gehoorzamen van God’. Ook dit is in duidelijke
tegenspraak met de eeuwige instructies van de Thora. Nergens lees je dat er
zo’n verandering ingesteld zou gaan worden. In tegendeel. Tot in eeuwigheid
geldt het dat je alleen door het gehoorzamen van God in Zijn aanwezigheid komt.
Ps 19: 7-11 “De Thora van de Eeuwige is volmaakt, zij herstelt de ziel; de
getuigenis van de Eeuwige is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de
onverstandige. De bevelen van de Eeuwige zijn waarachtig, zij verheugen het
hart; het gebod van de Eeuwige is louter, het verlicht de ogen. De vreze van
de Eeuwige is rein, voor immer bestendig; de verordeningen van de Eeuwige zijn
waarheid, altegader rechtvaardig. Kostelijker zijn zij dan goud, ja, dan veel
fijn goud; en zoeter dan honig, ja dan honigzeem uit de raat. Ook laat uw
knecht zich daardoor ernstig vermanen; in het houden ervan ligt rijke beloning”.
Zie verder ook de teksten hier boven Lev. 26.
En de
tweede: ‘Er is alleen behoud (mogelijk) door het
geloven in het plaatsvervangend sterven van een ander persoon, Jezus.’
(die zonder zonden zou zijn). (Dat laatste feit op zich is al niet mogelijk.
Er bestaat namelijk geen rechtvaardig mens die nooit zondigt. Zo staat er in
Prediker 7:20 "Want niemand op aarde is zo rechtvaardig, dat hij goed
doet zonder te zondigen"). Hoe dan ook, het concept van het ‘behoud’ alleen
door (het geloof in) het plaats vervangend sterven van een andere persoon is
duidelijk tegen de eeuwige instructies van de Thora. Zie de teksten hierboven.
God haat mensenoffers. Er wordt wel gezegd: “Jezus is Gods enige zoon en is
het plaatsvervangend schuldoffer, dat moet je gewoon geloven zonder er aan te
tornen.” Er vragen over stellen is al fout. Ja, dat zeggen de Moslims van de
Koran en de Mormonen van hun aanvulling op het NT ook. God geeft zelf de
sleutel om te beproeven wat betrouwbaar is en wat niet. Die sleutel moeten we
hanteren. Om verder de stelling van ‘behoudenis alleen door het geloof in
Jezus’ te onderbouwen, wordt er in de christelijke wereld aan bepaalde teksten
in de Tenach (Oude Testament) (vaak met verdraaiing van de oorspronkelijk
Hebreeuwse betekenis) een zekere ‘exclusieve’ betekenis toegekend (ongeacht of
ze daarmee tegen de context van het geheel ingaan).
Dan nog
even dit met betrekking tot Jesaja 53: Dat hoofdstuk zou (los van zijn
context) exclusief gaan over Jezus. Dat is op zich al zeer onwaarschijnlijk.
Als je echter dit hoofdstuk met alle geweld specifiek op Jezus wil toepassen,
is het nog absoluut geen grond om te stellen dat er bedoeld zou worden dat
alleen door het geloof in het vervangend lijden van
Jezus behoud of vergeving van zonden (mogelijk) is. Zo’n stelling gaat
namelijk absoluut tegen de eeuwige instructies van de Thora in en het wezen
van het Nieuwe Verbond (zie verderop), zoals beschreven in o.a. Deut. 30, Jer
31 en Ezech 36. Een belangrijke oorzaak van foutieve interpretatie van Jesaja
53 is de foutieve vertaling door de christelijke vooringenomen vertalers. Los
van het feit dat er een aantal teksten in ‘het Oude Testament’ foutief zijn
vertaald worden er verder ook in het zogenaamde ‘Nieuwe Testament’ teksten
vanuit het ‘Oude Testament’ foutief aangehaald om de christelijke dogma’s te
onderbouwen. Eén er van is Romeinen 11:25. Daar staat: “…gelijk geschreven
staat: De verlosser zal uit Sion komen, Hij zal de goddeloosheden van Jakob
afwenden…” De aangehaalde tekst is Jesaja 59:20, daar staat echter: “en een
verlosser komt tot Sion, namelijk voor hen die zich bekeren in Jakob”. Dat is
even wat anders. Zo is er een hele rij op te noemen. Zie ook de webpagina’s
‘Nadenkertjes’ en ‘Messias’.
-
Een
volgende stelling: ‘De Thora is niet te houden’ (zo zeggen Jezus
en Paulus). Het zou te moeilijk en te zwaar zijn. God zegt daarentegen
dat de Thora wel te houden is. Deut. 30:11-14 “Want dit gebod, dat ik
u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg. Het is niet
in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het
voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? En het is niet
aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken
naar de overkant der zee, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij
het volbrengen? Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart,
om het te volbrengen.” Paulus verdraait deze tekst in Rom. 10:6 en 7 als
zijnde dat het over het geloof in Jezus zou gaan maar dat is, de tekst lezend
en lezend in zijn context, klinkklare onzin en een verdraaiing van Gods Woord.
-
‘Kashroet
(spijswetten) zijn niet meer van belang’
zo is ook een christelijke stelling. Ondanks het feit dat in Hand 15 staat dat
alleen de heidenen niet per se kosher hoeven te eten leert de praktijk en
geschiedenis dat het geloof in Jezus ook voor de Jood een einde van de
kashroet betekent/betekende. In het verleden moesten bijvoorbeeld Joden die
christen werden verplicht varkensvlees eten. Het ontkrachten van de
voedselwetten is ook weer in tegenspraak met de eeuwige Thora instructies.
Verder staat er ook nog eens duidelijk in Jesaja 66 (over de toekomst): 16,17
“Want met vuur, en met Zijn zwaard zal de Eeuwige in het recht treden met alle
vlees; en de verslagenen van de Eeuwige zullen vermenigvuldigd zijn. Die
zichzelven heiligen, en zichzelven reinigen in de hoven, achter een in het
midden derzelve, die zwijnenvlees eten, en verfoeisel, en muizen; tezamen
zullen zij verteerd worden, spreekt de Eeuwige.”
-
‘De Tempel
zal niet meer gebouwd worden’
zo zegt de christelijke leer. Gebaseerd op Jezus’ woorden wordt er gezegd dat
‘de kerk’ nu de geestelijke tempel is in plaats van de fysieke Tempel. De
Thora / Tenach spreken echter heel duidelijk dat de instructies van de Tempel
eeuwige instructies zijn en dat de Tempel gewoon weer opnieuw gebouwd zal
worden. Het boek Ezechiël spreekt er heel duidelijk over. Nergens wordt er
gesproken over het vermeende feit dat er zo’n geestelijke tempel in plaats van
een fysieke Tempel komt.
-
‘Shabbat
is afgeschaft’
zo leert het grote deel van het christendom. De zondag is er nu in plaats van
de shabbat als ‘dag des Heren’ gekomen. De zondag als nieuwe rustdag is echter
ingesteld door keizer Constatijn in 321 van de Gewone Jaartelling per decreet
dat als volgt luidt (vertaald): “Keizer Constatijn aan A. Helpidius. Alle
rechters, stadsbewoners en alle werknemers moeten rusten op de meest
eerbiedwaardige dag van de ZON. Boeren mogen vrij en ongehinderd zijn in het
bewerken van het land…” zo leert de geschiedenis. Het grootste gedeelte van de
christelijke kerk eerbiedigt tot op de huidige dag dit keizerlijk decreet
i.p.v. de instructies die God heeft gegeven. ‘De Shabbat is niet meer van
belang’, zo stelt het grootste gedeelte van de christelijke kerk, ‘ook niet
voor de Israëliet’. Ja het moge duidelijk zijn, dat ook dit in tegenspraak is
met de Thora/Tenach. Op dit moment beginnen gelukkig steeds meer mensen in te
zien dat de instelling van de zondag niet klopt en dat het geen goddelijke
instelling is maar gewoon een Rooms Katholieke. Wellicht is het een begin van
het zoeken naar de waarheid voor het hele christendom.
-
‘De
besnijdenis is afgedaan
als een instructie die nog steeds van kracht is’, zegt het christendom in
navolging van Paulus. ‘De doop’, zo leert de kerk, ‘is nu het verbondsteken
tussen God en Zijn volk, van toetreding tot het ‘volk van God’’. Joden die
christelijk zijn geworden, worden, in het algemeen, ook nu nog steeds ten
strengste ontraden om hun zonen te laten besnijden, zo is de hieruit
voortvloeiende praktijk. De Thora leert echter dat het uitvoeren van de
besnijdenis een eeuwige instelling is voor het volk Israël, de nakomelingen
van Abraham, Izak en Jakob. Degene die dat niet doet wordt ‘uit zijn
volksgenoten uitgeroeid’ volgens Genesis 17:10-14 “Dit is mijn verbond, dat
gij zult houden tussen Mij en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk
is besneden worde; gij zult het vlees van uw voorhuid laten besnijden, en dat
zal tot een teken van het verbond zijn tussen Mij en u. Wie acht dagen oud is,
zal bij u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: zowel wie in
uw huis geboren is, als wie van enige vreemdeling voor geld is gekocht, doch
niet van uw nageslacht is. Wie in uw huis geboren is en wie door u voor geld
gekocht is, moet voorzeker besneden worden; zo zal mijn verbond in uw vlees
zijn tot een eeuwig verbond. En de onbesnedene, de man namelijk, die
het vlees van zijn voorhuid niet laat besnijden, die mens zal uitgeroeid
worden uit zijn volksgenoten: hij heeft mijn verbond verbroken.”. Ezech 44:9
“Alzo zegt de Eeuwige,de Heere: Geen vreemde, onbesneden van hart, en
onbesneden van vlees, zal in Mijn heiligdom ingaan, van enigen vreemde, die in
het midden der kinderen Israëls is.
-
‘De
bijbelse feesten met de bijbehorende instructies
die door de Eeuwige zijn ingesteld zijn afgedaan’, omdat ze volgens de
kerk in Jezus zijn vervuld. Het was dus maar een tijdelijke instelling. De
nieuwe feesten van de ‘bijbelgetrouwen’ zijn Kerst en Pasen. O.a. in Lev. 23
staat echter heel duidelijk wat voor altijd de feesten van de Eeuwige zijn die
niet afgeschaft worden. Kerst en Pasen zijn ook weer ingesteld door de RK kerk.
Het zijn christelijke versies van resp. het heidense zonnewendefeest en het
feest van de afgod ‘Ishtar’ (de vruchtbaarheidsgodin). In de engelse en Duitse
benaming van het feest is het duidelijk te zien: ‘Easter’ en ‘Östern’. De
eitjes, takken en bomen met, goud/zilver en lichtjes komen hier ook vandaan.
Het gebruik van uit het afgodendom afkomstige attributen wordt door de
Thora/Tenach verboden.
-
‘De dood
van en de verlossing door de Messias worden herdacht door het Avondmaal. Door
deelname aan het avondmaal/communie heb je deel aan die verlossing’,
zo leert de Christelijke kerk. Nergens in de Thora / Tenach etc. wordt er
echter van deze instelling melding gemaakt. De poging om het een vervanging te
laten zijn van Pesach klopt ook niet. Nergens in Thora / Tenach wordt die
wijziging geïnstrueerd. Tussen haakjes: De NT tijdsbepaling van de Seder klopt
niet (op de avond na de eerste dag van Pesach Matt. 26:17 en Mark. 14:12). Ook
de volgorde (eerst brood en dan wijn) klopt niet. Een Jood zou nooit zo’n fout
maken als hij zoiets schrijft. Voordat het Romeinse rijk gekerstend werd onder
keizer Constatijn de Grote was er wel dat zelfde gebruik om de dood van
‘Mithras’ te gedenken. ‘Mithras’ zou trouwens ‘ook’ geboren zijn uit
maagdelijke geboorte (en goddelijk zijn). Verder is van hem bekend dat hij een
lijdensdood gestorven is en van hem werd geloofd dat hij was opgestaan en ten
hemel gevaren en terug zou komen om de wereld te oordelen. Het is zeer
waarschijnlijk dat het christelijke avondmaal hier een gekerstende versie van
is. De viering van het avondmaal en de bijbehorende gedachten (op die manier
deel te worden/te zijn van de groep ‘verlosten’) is hoe dan ook niet
gebaseerd op of terug te halen uit de eeuwige instructies van de Thora en
Tenach.
-
‘De
tienden en offers die voor de Tempel en priesters bestemd waren zijn nu
bestemd voor de Kerk en voor de predikanten /voorgangers’, zo is de praktijk
binnen de christelijke wereld.
Ja je moet
toch op en bepaalde manier aan je geld komen als kerk/christelijke organisatie.
De teksten over tienden en offers worden in sommige kringen meer gebruikt dan
welke teksten ook. Als ’worst’ wordt vervolgens ‘de geopende hemel’ uit
Maleachi voorgehouden als men hun gaven aan zo’n instantie geeft. Eigenlijk is
het ten diepste gewoon ‘vervangings-theologisch’ misbruik van Tenachteksten om
aan kerkelijke inkomsten te komen. Dit gebruik is duidelijk ook in tegenspraak
met Thora en Tenach waar helemaal niet over zo’n wijziging van bestemming of
hoedanigheid wordt gesproken. Wat naar de Tempel gebracht moest worden moet
straks ook weer naar de Tempel gebracht worden. Wat voor de Cohaniem (priesters)
was bestemd is nog steeds voor de Cohaniem (afstammelingen van Aharon) bestemd.
Met de ‘gezalfden des Heren’ worden in de context nooit christelijke
voorgangers bedoeld. Teksten/ beloften voor het volk Israël zijn nu van
toepassing op degenen die in Jezus geloven zo is de overtuiging binnen de
christelijke wereld. Een bekend voorbeeld is Jesaja 54:17 wat het
Christendom op Christenen toepast. Zo wordt er in het Christendom heel wat
misbruik van teksten over ‘gezalfden’, dienaren van God en volk van God
gemaakt om een bepaalde positie te onderstrepen of om uitspraken te doen of te
bekrachtigen (dan zijn deze vaak ook nog eens niet in overeenstemming zijn met
de Thora/Tenach!!!) of om zich bepaalde zegeningen, bestemd voor het volk
Israël, toe te eigenen.
-
‘Door het
geloof in Jezus,’ zo zegt Paulus in de Efezebrief (2:12,13), word je onderdeel
van Israël,
krijg je het ‘burgerschap’ van Israël’. Ja, ook dit is weer in tegenspraak met
de Thora en Tenach. In Jesaja 56 staat heel duidelijk hoe je Israëliet wordt;
door je bij het volk aan te sluiten met de bedoeling de instructies van de
Thora op te volgen en door deze instructies ook te doen. Dan zullen (als de
Tempel weer gebouwd zal zijn) de offers, van de bij Israël aangeslotenen, voor
God aangenaam zijn. Jes. 56:7 “hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik
zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers
zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten
voor alle volken.”.
-
‘Het
Nieuwe Verbond is geëffectueerd door Jezus
toen hij
stierf aan het kruis en weer opstond’, zo leert het christendom. (Dat de
voorzegde kenmerken van het Nieuwe Verbond na 2000 jaar nog steeds niet te
zien zijn, laat men voor wat het is). Het Nieuwe Verbond zoals het getekend
word in het christendom is tenslotte ook weer absoluut in strijd met de
kenmerken die in de Thora en profetieën worden gegeven (Deut 30, Ezech. 36 en
Jer. 31 en 32).
De Thora
was er als eerste, lang voor het Nieuwe Testament werd samengesteld, met een
duidelijke ‘sleutel’ hoe profetische woorden beproefd dienen te worden.
Er zal
opwekking komen. Volgens de Thora en Tenach zal
er opwekking komen als het Joodse volk zich tot God bekeert en zich weer uit
liefde voor God zich aan de Thora instructies zal houden. Een andere manier is
er niet. Deut. 30:1-10 “Wanneer dan al deze dingen over u komen, de zegen en
de vloek, die ik u voorgehouden heb, en gij dit ter harte neemt te midden van
al de volken, naar wier gebied de Eeuwige, uw God, u verdreven heeft, en
wanneer gij u dan tot de Eeuwige, uw God, bekeert en naar zijn stem luistert
overeenkomstig alles wat ik u heden gebied, gij en uw kinderen, met geheel uw
hart en met geheel uw ziel, dan zal de Eeuwige, uw God, in uw lot een keer
brengen en Zich over u erbarmen; Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken,
naar wier gebied de Eeuwige, uw God, u verstrooid heeft. Al waren uw
verdrevenen aan het einde des hemels, de Eeuwige, uw God, zal u vandaar
bijeenbrengen en vandaar halen; de Eeuwige, uw God, zal u brengen naar het
land, dat uw vaderen bezeten hebben, gij zult het bezitten en Hij zal u
weldoen en u talrijker maken dan uw vaderen. En de Eeuwige, uw God, zal uw
hart en het hart van uw nakroost besnijden, zodat gij de Eeuwige, uw God,
liefhebt met geheel uw hart en met geheel uw ziel, opdat gij leeft. De Eeuwige,
uw God, zal al deze vervloekingen op uw vijanden en uw haters leggen, die u
vervolgd hebben. Gij zult weer naar de stem van de Eeuwige luisteren en al
zijn geboden volbrengen, die ik u heden opleg. De Eeuwige, uw God, zal u in
overvloed het goede schenken bij al het werk uwer handen, in de vrucht van uw
schoot, in de vrucht van uw vee, in de vrucht van uw bodem, want de Eeuwige
zal weer behagen in u hebben, u ten goede, zoals Hij behagen had in uw vaderen,
wanneer gij naar de stem van de Eeuwige, uw God, luistert door zijn geboden en
inzettingen te onderhouden, die in dit wetboek geschreven staan; wanneer gij u
tot de Eeuwige, uw God, bekeert met geheel uw hart en met geheel uw ziel.”
Ja er
worden veel verhalen verteld om het Christelijke gelijk te bevestigen t.o.v.
het Orthodoxe Jodendom: Over honderden rabbijnen die in het geheim in Jezus
als zaligmaker zouden geloven. In het geheim uit angst om vervolgd te worden (dan
is het tevens ook niet door iemand na te gaan of het inderdaad zo is).
Verhalen dat de Talmoed met als doel geschreven is om Jezus en het christendom
te bestrijden. Dat het dus een antichristelijk (demonisch) boek is. Dat de
Davidster, het nationale Joodse symbool, een occulte lading heeft en dat het
Joodse volk vanwege het gebruik er van in de nationale vlag onder occulte
belasting zit. Dat de Kabbala, op zich, een occulte leer is en dat de Zohar
een occult boek is (natuurlijk zie ik dat er inderdaad verkeerd gebruik van
wordt gemaakt, maar dat zegt nog niets van de Kabbala en Zohar op zich). In
het Christendom is er een demonisch mystieke karikatuur van gemaakt. Verhalen
(vooral in charismatische kringen) dat de Joden van nu, geen nakomelingen van
Abraham zijn, maar bekeerde Khazaren (die dus niet onder de zegen voor Israël
zouden vallen). Verhalen dat de rabbijnen alleen uit haat Jezus afwijzen
terwijl ze in hun hart zouden weten dat hij de Messias is en dat ze daardoor
demonisch belast zouden zijn geworden, onwillig en ongeschikt om naar Gods wil
te leven. Verhalen dat er juist de laatste tijd veel (orthodoxe) Joden zich
bekeren tot het geloof in Jezus. Zelf heb ik echter geconstateerd dat het
over-, overgrote deel van de Joden (veelal Russische of Ethiopische
immigranten) die momenteel lid worden van een Messiasbelijdende christelijke
gemeente zelf al van kinds af (vanuit Rusland of Ethiopië) meer binding hadden
met het christendom dan met het jodendom. Zeker geen orthodoxe Joden dus die
zich verdiept hebben in de Thora. Het zijn allemaal verhalen om het orthodoxe
Jodendom als minderwaardig/verouderd en het christendom als superieur en de
waarheid te bestempelen. Het is gewoon antisemitisme in een religieuze (christelijke)
jas. Zelf heb ik ontdekt dat die verhalen niet kloppen. Door de hele
geschiedenis zijn er in het christendom van die verhalen geweest (berucht zijn
de verhalen over het door Joden op Pesach drinken van kinderbloed) die
negativiteit ten opzichte van het Jodendom en het Joodse volk met name onder
de Europese bevolking hebben gekweekt. Was het ene verhaal ontkracht, dan dook
er weer een ander verhaal op. Uiteindelijk hebben dit soort verhalen in Europa
een vruchtbare bodem bewerkstelligd voor het plaatsvinden van de holocaust.
Maarten Luther, bijvoorbeeld, had daarin een belangrijke rol met zijn
geschriften tegen het Joodse volk die door Hitler en de Nazi’s gebruikt werden
om de Holocaust te rechtvaardigen. Het is een Godswonder dat dit volk staande
is gebleven en dat er door de eeuwen heen steeds een deel is gebleven dat zich
aan de Eeuwige vast bleef houden door Zijn instructies op te volgen. Ja het is
geweldig om te zien dan velen, wiens voorouders vele verschrikkingen hebben
meegemaakt met vuur en vreugde een beslissing hebben genomen om de levende God
van Israël uit liefde met blijdschap te gaan dienen door te Gods eeuwige Thora
instructie weer op te gaan volgen.
Dagelijks
geniet ik er nu van om, hier in het land Israel, te kunnen leven volgens de aloude eeuwige instructies
van de Eeuwige, onze Vader, onze Koning. Het leven naar Zijn wil, in het land Israel, is
voor mij het mooiste wat er is. Ik zie dat meer en meer Joodse zielen hun weg terug
zoeken en vinden naar de oorspronkelijke verbondsrelatie met God; het
onderhouden van God’s Thora instructies. (Jes. 27:13) Schuchter maar vast en zeker. De
gevangenen van Sion keren terug Ps. 126.
Hartelijke groet
LWK
Getuigenis 1
En
het zal te dien dage geschieden, dat er op een grote bazuin geblazen zal
worden, en zij die verloren waren in het land Assur en die verdreven waren in
het land Egypte, zullen komen en zich nederbuigen voor de Eeuwige op de
heilige berg te Jeruzalem.
Jes. 27:13…..De bazuin klinkt, ik hoor
het. Ik kan niet achterblijven. God roept. Hij brengt terug. Ik ben op weg me
aan te sluiten bij het volk Israël zoals dat staat in Jesaja 56 “…Laat
dan de vreemdeling die zich bij de Eeuwige aansluit, niet zeggen: De Eeuwige
zal mij zeker afzonderen van zijn volk….en de vreemdelingen die zich bij de
Eeuwige aansluiten om Hem te dienen, en om de naam van de Eeuwige lief te
hebben, om Hem tot knechten te zijn, allen die de shabbat onderhouden, zodat
zij hem niet ontheiligen, en die vasthouden aan mijn verbond: hen zal Ik
brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn
bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn
altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken. Het woord van
Adonai de Eeuwige, die de verdrevenen van Israël bijeenbrengt, luidt: Ik zal
daartoe nog meerderen bijeenbrengen, dan er reeds toegebracht zijn.”
Leven naar
de wil de Eeuwige, de God van Israël. Dat stond en staat bij ons centraal. Wat
Hij van ons wil, dat willen wij doen. Die weg willen we gaan. Altijd biddend,
ziende op de vele verschillende opvattingen onder bijbelgetrouwe gelovigen,
‘Vader neem m’n denkbeelden en ideeën en vorm ze zoals u het wil en laat alles
zien zoals u dat bedoelt, wat ook de consequenties voor mij zijn.’
Ik ben opgegroeid in een orthodox-protestants gezin met
ouders die godvrezend waren en dat nog steeds zijn. Dat wil niet zeggen dat er
alles perfect aan toe ging. Steeds meer ga ik echter zien en herkennen dat ze, vanuit
hun overtuiging probeerden te leven naar de wil van God.
Ik ben tot ‘persoonlijk’ geloof in God gekomen
vanuit het beeld dat ik op dat van Hem had. Dat beeld was gevormd opvoeding en
theologische denkbeelden vanuit de kerkgenootschappen waar ik kwam. De
bepaalde denkbeelden die ik van God had (over wie God was en over de manier
hoe Hij mij vergaf; uit de vertrouwde denkpatronen was ik er namelijk van
overtuigd dat God mij alleen had vergeven omdat ik in Jezus als Messias
geloofde) weerhielden Hem (gelukkig) niet om mij stap voor stap verder te
leiden en me meer van Hem te laten zien. Ik weet dat ik het niet aangekund had
om direct al meer van Hem te zien en te begrijpen. God staat krachtig bij
wiens hart volkomen naar Hem uitgaat. (2 Kron. 16:9).
Nadat ik tot geloof was gekomen stuitte ik in het leven voor
God tegen allerlei dingen aan. In de eerste
plaats mijn eigen manier van leven. Door ondervinding kwam ik erachter dat het
geloof in God op zich of het geloof in de Messias niets voorstelde als er geen bekering
plaatsvond. Keihard liep ik tegen mijn eigen
levensstijl aan en realiseerde ik me op een gegeven moment dat het
leven met en voor God een weg van bekering was en is.
In die weg van bekering was er een honger bij me om God meer
en meer te dienen zoals Hij dat bedoelde. Ik ontdekte dat bepaalde kerkelijke
denkbeelden niet gebaseerd waren op de bijbel maar op menselijke overwegingen
en overtuigingen. Het ging vaak juist tegen de bijbel in. In dat alles bleef
mijn verlangen om de wil van God radicaal te doen. Zo was het op een gegeven
ogenblik niet meer mogelijk om in de reguliere kerk te blijven. Het was daar
niet mogelijk bepaalde dingen te doen waar God mij naar mijn overtuiging (daar
ben ikzelf verantwoordelijk voor) in stuurde en die ik in de Bijbel las. Ik
wilde de weg van de waarheid gaan waarin God mij leidde. Ik ging de dingen die
God me in de Bijbel liet zien, doen.
Zo ontwikkelde mijn
relatie met de Eeuwige verder. Hoe verder ik de weg van bekering ging, hoe meer ik de
aanwezigheid van God in mijn leven ervaarde en Zijn ‘stem’ ging verstaan. De
Eeuwige moedigde me aan op Hem te vertrouwen in de weg die ik ging. Hij leerde
me mijn theologische veronderstellingen in te leveren en gevoelig te zijn voor
de dingen die Hij door Zijn Woorden aan me wilde laten zien. Zo kwam ik vrij
van allerlei denkbeelden die me verhinderden de Bijbel te lezen zoals God het
bedoeld had. De woorden uit Spreuken 3 “Vertrouw op
de Eeuwige met heel je hart en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al
je wegen, dan zal Hij je paden recht maken. Wees niet wijs in eigen ogen,
vrees de Eeuwige en wijk van het kwaad (vs 5-7)” gingen meer en
meer voor me leven.
Het gaf me
een enorme vrijheid om samen met God mijn denkbeelden en theologische ideeën
te beproeven om in alles de weg van God te gaan zoals Hij me dat zelf liet
zien.
Zo ontdekte ik in die periode, dat er geen enkele
grond in de Bijbel was voor het vieren van Kerstfeest, en
het christelijke
paasfeest (dat op de dag van de godin Astarte wordt gevierd i.p.v. de
oorspronkelijke Pesach datum). Tegelijkertijd ontdekte ik dat de andere
feesten als het Loofhuttenfeest, Dag van de Bazuin en Yom Kippoer onterecht
als afgeschaft werden beschouwd. Dit allemaal officieel door keizer
Constantijn. Ik ontdekte tevens dat deze keizer per decreet de shabbat had
afgeschaft en daar de ‘eerbiedwaardige dag van de zon’ er voor in de plaats
zette. In een weg van bekering betekende dat voor mij dat ik de Shabbat weer
ging vieren als ook de Bijbelse feesten en dat ik kerstfeest en paasfeest niet
meer vierde. Dit allemaal in mijn ‘christelijke’ overtuiging. Veel dingen die
ik voor die tijd voor waar hield veranderde zodoende. Hoe dan ook, het moge
duidelijk zijn dat mijn relatie t.o.v. God op zich niet veranderde. Alleen de
manier hoe, en vanuit welk beeld ik Hem diende, veranderde.
In december 2000 gingen we, naar aanleiding van de 2e
Intifada naar Israël om het volk specifiek te bemoedigen. Aanvankelijk
bezochten we veel gemeenten van Joden die Jezus als Messias beleden omdat we
ervan overtuigd waren dat zij het dichtst bij de waarheid stonden in
vergelijking met de andere Joden. Verder bemoedigden we vooral seculiere
joden.
Maar naar verloop van tijd besloten we de inwoners van de
nederzettingen te gaan bemoedigen omdat juist zij op de bijbelse plaatsen
leefden vanuit de overtuiging dat God hen die plaatsen had gegeven.
We werden aangenaam verrast door de ontmoetingen die we er
kregen, met name in de Orthodox-Joodse
plaatsen. We ontmoetten mensen die evenals wij met
hun gehele hart God wilden dienen. Opvallend was dat
we op diverse plaatsen heel sterk de aanwezigheid van God ervaarden als we
zo met elkaar aan het praten waren.
Wat mij eigenlijk wel schokte was het feit dat ik Gods
aanwezigheid meer op die bepaalde plaatsen ervaarde dan in de
Messiasbelijdende gemeenten waar ik tot dusver kwam. Dat was echt een raadsel
voor mij, want in die nederzettingen
beleden ze Jezus niet als Messias. Het zou, in mijn overtuiging, dus niet
mogelijk zijn daar Gods aanwezigheid te ervaren. Ze zouden immers, (verder
redenerend op een aantal fragmenten uit het Nieuwe Testament) geen relatie met
de Eeuwige kunnen hebben. De praktijk liet het echter anders zien. Keer op
keer. Toen ‘stuitte’ ik op de volgende tekst in Ezechiël 33:14-17 “
En wanneer Ik tot de goddeloze zeg: Gij zult zeker
sterven, maar hij bekeert zich van zijn zonde en handelt naar recht en
gerechtigheid. De goddeloze geeft een pand terug, vergoedt het geroofde,
wandelt naar de inzettingen die doen leven, zodat hij geen onrecht meer
bedrijft. Hij zal zeker leven, hij zal niet sterven. Geen van de zonden die
hij bedreven heeft, zal hem meer worden toegerekend; hij heeft naar recht en
gerechtigheid gehandeld, hij zal zeker leven.”. Als deze woorden
nog steeds waar zijn, zo realiseerde ik me
toen, moeten ze toch op de een of andere manier een
relatie hebben. Deze mensen leefden namelijk in overeenstemming met Gods wil.
Ook vroeg ik me af; Er staat geschreven:
“Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle
gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer” (Jes.
45:22)
Stel dat deze mensen met deze
tekst: naar God toegaan en daarna overlijden. Zijn ze dan niet behouden?
Volgens mij wel. Ik kon het niet ontkennen
dat deze woorden nog steeds van kracht zijn,
want nergens in het Oude Testament kwam ik tegen dat het geloof in de Messias
een voorwaarde voor vergeving van zonde was en is.
In die tijd merkte ik ook dat in de gesprekken
die ik met Joden over het Nieuwe Testament probeerde te hebben, voor mij ten
diepste onbevredigend verliepen. Ik merkte dat ‘God er niet in was’. Daarom
vroeg ik aan God waarom dat zo was. Hij liet met toen het volgende zien. ‘Je
moet net zo open en echt naar hen luisteren wat ze tegen jou te zeggen hebben
als jij zou willen dat ze naar jou luisteren’. Hij liet met een tekst uit Jes.
59 zien “En
wat Mij aangaat, dit is mijn verbond met hen, zegt de Eeuwige. Mijn Geest, die
op u is, en mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, zullen niet wijken uit uw mond noch uit
de mond van uw kroost, noch uit de mond van het kroost van uw kroost, zegt de
Eeuwige, van nu aan tot in eeuwigheid.”. Ok, dacht ik, geen
probleem, dat ga ik doen (en ik ervaarde daarop de blijdschap van God over
mijn beslissing).
Toen kwam ik tijdens een eerstvolgend bezoek (zonder groep)
bij een van de settlers die ik had ontmoet in Sussya (bij Hebron) en begon met
hem te spreken (ook over Jezus). Wat me als eerste raakte was dat ik daar ook
weer zeer sterk Gods aanwezigheid ervaarde. Nogmaals,
om eerlijk te zijn veel sterker dan bij de Messiasbelijdende gelovigen
die ik intussen vele malen (en in grote diversiteit) had ontmoet.
Hij zei me toen. "Op grond van een groot aantal teksten in de
Tenach (Oude Testament) kan Jezus niet de Messias zijn zoals de christenen hem
voorspiegelen." Ik wilde het naast me neer leggen,
maar het liet me niet los. Die avond herinnerde God me aan die woorden die
God eerder tot me sprak. Ik zei: "Maar Heer ik kan dit toch niet gaan
onderzoeken". Het liet me niet meer los. Ook toen ik weer terug in Holland
kwam. De Heer begon me meer en meer te dringen om meer om verder met deze man
te praten. Uiteindelijk dacht ik: “Wat is er mis om de waarheid te
onderzoeken? Als iets echt waarheid is dan kun je
het onderzoeken.” Tenslotte had ik altijd tegen ieder beweerd dat ik juist op
grond van het Oude Testament in zijn geheel in Jezus geloofde. Dan zou ik ook
nu zijn argumenten kunnen onderzoeken.
Twee maanden
later kwam ik (met een groep) weer bij die persoon, Ishai, en besloot de
vragen open aan hem te stellen en te luisteren op de manier zoals God dat tot
me had gezegd. Ik besloot vragen aan hem te stellen waarom volgens hen Jezus
op basis van het Oude Testament niet de Messias kon zijn. Zo spraken we met
elkaar over vergeving in het OT, over het Nieuwe Verbond, over Jeremia 31,
Ezech. 36, Jesaja 53, Ps 22, Ps 102, Micha 5, Jesaja 9 etc.etc. Op die reis
ontmoette we in een andere settlement, Negohot, Nechemia (studerend voor
rabbijn en leraar in Joodse filosofie) waarbij we ook zeer sterk Gods
aanwezigheid bemerkte. Op het moment dat we hem de eerste keer ontmoeten,
wisten we: dit bezoek is door God gearrangeerd. Ook met hem begonnen we, toen
en tijdens volgende ontmoetingen, open deze teksten te bespreken.
Duidelijk las ik over het kenmerk van het ingaan van de
Nieuwe Verbonds periode: Namelijk dat dan ieder
vanuit zichzelf volgens de Thora leeft en dat de Torah in ieders hart
geschreven is. Niemand hoeft de ander meer te leren, want….. enz. (Jer. 31 en
Ezech 36). Als ik om me heen keek in de christelijke kerk kon ik dat echt niet
zien. Ook Jes. 53 gaat in zijn context en vanuit het Hebreeuws duidelijk
over het volk Israël, zo liet hij zien.
Wat Ishai en
Nechemia me vertelden raakte me diep. Duidelijk merkte ik Gods hand in het
geheel. Volledig onthutst vroeg ik aan God: “maar dat kan toch niet waar zijn
wat hij allemaal vertelt?. Waar is Jezus dan voor gestorven? Toen we daar
vertrokken waren, begon ik er verder over na te denken. Aan de ene kant
beangstigden al deze dingen me. Maar om eerlijk te zijn waren het eigenlijk
meer de zij-aspecten die me het meest benauwden. Wat zal je omgeving, je
vrienden, de gemeente zeggen als je dit voor waar houdt en je dit onderzoekt.
Iedereen zal je in de steek laten. Maar aan de andere kant ervaarde ik op dat
moment diep in m’n hart de rust van God. Ik wist ten diepste dat deze man de
waarheid had sprak. Maar eigenlijk wilde ik daar niet aan. Juist omdat ik me
realiseerde dat het zoveel consequenties zou hebben en ik het idee zou hebben
dat ik me al die tijd in mijn relatie met God mogelijk voor de gek zou hebben
gehouden. Daar wilde ik eigenlijk ook niet over nadenken. Toch liet het me
niet los en ik bleef er verder over piekeren.
Na een paar nachten bijna niet geslapen te hebben besloot ik
God een teken te vragen (in de hoop dat het me dan duidelijk zou worden dat
Jezus gewoon de Messias is). Ik vroeg: “Vader, Ik vraag uw een teken want ik
wil de absolute waarheid weten. Ik wil uw weg gaan. Ik wil uw reactie ervaren
en weten. Wat vindt u ervan als ik niet geloof dat Jezus de bedoelde Messias
is. Wat is uw reactie dan op mij. Vindt U het erg dat ik dat niet zou
geloven?” Ik verwachtte (en hoopte) de toorn van God op dat moment direct te
ervaren. Dat gebeurde echter niet. In tegendeel; Ik werd overspoeld met de
liefde van God. Ik schrok enorm want dat had ik niet verwacht. Direct zette ik
het naast me neer omdat dit niet was wat ik eigenlijk wilde. Maar het liet me
niet los. Ik dacht, Ik vraag het nog eens. Ik kan me tenslotte vergist hebben.
En weer ging ik in gebed en vroeg de Vader oprecht Zijn reactie te laten zien
als ik Jezus niet als Messias en verlosser zou belijden. En weer dezelfde
reactie. Ik werd overspoeld door de liefde van God. En weer schrok ik (omdat
ik nog steeds ten diepste hoopte op het tegendeel). En opnieuw zette ik het
van me af. Maar het bleef bij me hangen. Twee keer had ik oprecht om een teken
gevraagd en twee keer had de Eeuwige, de God van Israël me een antwoord
gegeven. Ik besloot het voor de derde keer te vragen en naar het antwoord te
handelen. Diep ging ik in gebed. Vader, ik wil het echt weten. Dit antwoord is
zo belangrijk voor me. Ik ervaar het aan u te moeten vragen. Wat is Uw reactie
als ik niet geloof dat Yeshua de Messias en verlosser is. En ook nu weer
overweldigde mij de liefde van God. Ik kon er niet omheen. Het was geen vaag
antwoord. Het was overduidelijk.
Toen zei ik. Drie keer heb ik het gevraagd en drie keer heb
ik antwoord gekregen. Ik ga de teksten die Ishai en Nechemia mij hebben aangereikt verder
bestuderen met de mogelijkheid dat er dan allerlei dingen uitkomen die mij
anders tegen Jezus aan laten kijken dan ik dat tot op dat moment had gedaan.
Ik begon met het bestuderen van de Thora: Ik kwam het
volgende tegen over de toekomst. Deut. 4:
25
Wanneer gij kinderen en kindskinderen verwekt hebt en in
het land ingeburgerd zijt en gij dan verderfelijk handelt door een beeld te
maken in welke gedaante ook, en doet wat kwaad is in de ogen van de Eeuwige,
uw G’d, en Hem krenkt; 26 ik neem heden de hemel en de aarde tegen u tot
getuigen, dat gij zeker spoedig zult omkomen in het land, dat gij na het
overtrekken van de Jordaan in bezit zult nemen; gij zult daarin niet lang
leven, maar zeker verdelgd worden; 27 de Eeuwige zal u onder de natiën
verstrooien en gij zult met een klein getal overblijven onder de volken, bij
wie de Eeuwige u brengen zal; 28 dan zult gij daar goden dienen: werk van
mensenhanden, hout en steen, die niet zien, noch horen noch eten noch ruiken.
29 En dan zult gij daar de Eeuwige, uw G’d, zoeken en Hem vinden, wanneer
gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. 30 Wanneer
het u bang zal zijn en in de toekomst al deze dingen u zullen overkomen,
dan zult gij u bekeren tot de Eeuwige, uw G’d, en naar Hem luisteren. 31
Want de Eeuwige, uw G’d, is een barmhartig G’d, Hij zal u niet verlaten noch u
verderven en Hij zal niet vergeten het verbond met uw vaderen, dat Hij hun
onder ede bevestigd heeft. En verder in Deut. 30:1-6 “Wanneer
dan al deze dingen over u komen, de zegen en de vloek, die ik u voorgehouden
heb, en gij dit ter harte neemt te midden van al de volken, naar wier gebied
de Eeuwige, uw God, u verdreven heeft, En gij keert terug tot de Eeuwige,
uw G’d, en luistert naar zijn stem gelijk alles wat ik u heden gebied, gij en
uw kinderen, met geheel uw hart en met geheel uw ziel, Dan
zal de Eeuwige, uw G’d, tot uw gevangenen terug keren en Zich over u erbarmen,
en zal Hij u weer verzamelen uit al de volken, waarheen de Eeuwige, uw G’d, u
verstrooid heeft. Al waren uw verstootenen aan het einde des hemels, van daar
zal de Eeuwige, uw G’d, u verzamelen en van daar zal Hij u nemen. De Eeuwige,
uw G’d, zal u brengen in het land, dat uw vaderen bezeten hebben, gij zult het
in bezit nemen; Hij zal het u wél doen gaan en u vermeerderen nog meer, dan uw
vaderen. De Eeuwige, uw G’d, zal uw hart en het hart van uw nakroost
besnijden, om de Eeuwige, uw G’d, te beminnen met geheel uw hart en met geheel
uw ziel, opdat gij leven moogt. ”. We hebben het volk de
verstrooiing in zien gaan. Het komt nu terug. Keerpunt is niet het geloof in
de Messias maar bekering tot God door het onderhouden van de Thora.
Verder bestudeerde ik het boek Ezechiël. In Ezechiël 45 kwam
ik tegen dat de Messias (zie ook Ezech 37:25) in de toekomst in de tempel zal
offeren. Ja hij zal een zondoffer voor zichzelf en voor het volk brengen.
Ezech. 45:17-22 “17 Maar op de vorst rust de plicht
van de brandoffers, het spijsoffer en het plengoffer, op de feesten, de
nieuwemaansdagen en de sabbatten, op al de hoogtijden van het huis Israëls.
Hij zal het zondoffer en het spijsoffer, het brandoffer en de vredeoffers
brengen, om verzoening te doen voor het gehele huis Israëls. 18 Zo zegt
Adonai de Eeuwige: In de eerste maand, op de eerste der maand, zult gij een
gave jonge stier nemen en daarmede het heiligdom ontzondigen. 19 De priester
zal daartoe iets van het bloed van het zondoffer nemen en dat strijken aan de
post van het huis, aan de vier hoeken van de omloop van het altaar en aan de
post van de poort van de binnenste voorhof. 20 Evenzo zult gij doen op de
zevende van de maand ter wille van hen die onopzettelijk en onwetend zondigen;
en gij zult verzoening doen voor het huis. 21 In de eerste maand, op de
veertiende dag der maand, zult gij Pesach vieren; gedurende het feest van
zeven dagen zullen ongezuurde broden gegeten worden. 22 Op die dag zal de
vorst voor zichzelf en voor al het volk des lands een stier als zondoffer
bereiden.” Verder staat er dat hij zonen zal hebben Ezech. 46:16: “Zo
zegt Adonai de Eeuwige: Wanneer de vorst een geschenk aan een zijner zonen
geeft, dan is het diens erfdeel; aan zijn zonen zal het toebehoren, het is hun
bezit als erfdeel”. Gevolg: Een aantal theologische standpunten van
me klopten niet. Het ging ook tegen een aantal Nieuw Testamentische teksten
in. Ik realiseerde me echter wel dat ik de Nieuw Testamentische teksten aan de
Oud Testamentische moest ‘toetsen’ en niet andersom.
Verder bestudeerde ik Jesaja en Jeremia.
Duidelijk werd dat in al de profetieën de Messiaanse tijd belangrijker
wordt geacht (waarin het volk weer volgens de Thora zal leven) dan de
persoon van de Messias. De Messias is een instrument in de handen van God
om het volk weer de weg van de Thora te wijzen.
Omkeer in de situatie van Israël komt er niet door een
Messias te aanvaarden maar door bekering naar de wegen van God. Zie Deut. 30
en Ezech. 18 en 33. Vergeving vindt plaats na bekering (zie ook de
geschiedenis van Jona).
Ik wil dat met een aantal gedeelten verder
uitleggen:
In Leviticus kwam ik tegen dat er alleen een dier
geofferd moest worden ter afwassing van zonden bij een specifiek
aantal genoemd zonden (zie Lev. 4,5,6 de Hebreeuwse vertaling). En dat als
voorwaarde voor het naderen van God in de Tabernakel en Tempel. Bij bewuste
zonden was bekering het
zoenmiddel.
Een offer moest verder op de speciaal daar voor geïnstrueerde plaats
geslacht worden (in het tempelcomplex) en het bloed moest op de specifieke
plaatsen gesprengd worden. Anders zou het offer door God niet als offer gezien
en aanvaard worden. Bijv. Lev. 1:11 waar de plaats van slachting van het
zondoffer wordt beschreven “Hij zal het aan de
noordzijde van het altaar slachten voor het aangezicht van de Eeuwige; de
zonen van Aharon, de priesters, zullen het bloed rondom op het altaar
sprengen”
Trouwens, sommige teksten in het Nieuwe Testament begonnen we
ook te begrijpen door ze uit hun grondtekst te lezen. Bijv. de tekst ‘Ik ben
de weg de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door mij’.
Vanuit het Grieks kun je het ook zo lezen:
'IK BEN' (de Eeuwige) is de weg de waarheid en het leven. Niemand komt tot de
Vader dan zoals ik. Dat is wel even wat anders. Maar in het kader van de
volgende tekst niet. Mar 10:18 En Jezus zeide tot hem: Waarom noemt gij
Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. In die tekst geeft hij aan niet
God te zijn. Dat heeft het christendom van hem gemaakt (per decreet door
keizer Constatein in het jaar 325 van de gewone jaartelling)
Verder ontdekte ik dat ook de offerinstructies die in de
Thora vermeld staan voor eeuwig gelden (zoals je ook kunt zien in Ezech 44-50)
en Jer 33:18-22 en Mal 3:4 (dit in tegenstelling tot wat er in de Nieuw
Testamentische Hebreeënbrief staat).
In dit alles ervaarde en ervaar ik nog steeds in toenemende mate 'de
hand van' God, de Eeuwige, de G'd van Israël. Juist in afhankelijkheid en
overgave aan de Eeuwige liet Hij me al deze dingen zien en wilde dat ik
persoonlijk daar stappen in zette om me aan te sluiten bij het volk Israël
zoals dat in Jesaja 56 staat.
Nu merk ik hoe belangrijk het was dat ik geleerd
had om in vrijheid Gods weg te gaan, vertrouwend dat Hij zelf mij de weg laat
zien. Ondanks het feit dat vele mensen me probeerden tegen te houden durfde ik
God, de God van Israël te vertrouwen dat Hij me verder in de waarheid zou
leiden. De vrijheid om te luisteren naar Zijn stem en het gaan in Zijn weg
kwam me nu goed van pas.
Samen met anderen zijn we zo op
weg. Ieder gaat daar persoonlijk zijn weg in. Wat God aan de ene openbaarde
doet hij ook aan anderen. We hebben de
leerstelling losgelaten dat er alleen vergeving mogelijk is door Jezus als
Messias te belijden omdat we zoveel teksten in de Tenach (Oude Testament)
tegen komen die vergeving (ook voor de toekomst) anders invullen.
Ondertussen hebben we nog veel meer orthodoxe Joden (vooral
onder de settelers) ontmoet die een
sprankelend
geloofsleven hebben en vol zijn van Gods Geest. Samen gaan we verder om de weg
van de Eeuwige te gaan.
Ons gebed was, is en blijft.
Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, toets mij en ken mijn gedachten; zie,
of bij mij een heilloze weg is, en leid mij op de eeuwige weg (Ps
139:23,24) . Verder staat er in Ps. 25:12 Wie is de
man die de Eeuwige vreest? Hij onderwijst hem aangaande de weg die hij moet
kiezen. 13 Hij zelf zal in voorspoed vertoeven, en zijn nageslacht zal het
land beërven. 14 De vertrouwelijke omgang van de Eeuwige is met wie Hem
vrezen, en zijn verbond maakt Hij hun bekend. 15 Mijn ogen zijn bestendig op
de Eeuwige, want Hij voert mijn voeten uit het net.
Terug kijkend naar het verleden zie en ervaar ik het als een
doorlopende weg om niet naar eigen goeddunken te leven maar naar de wil van
God. Dankbaar kijk ik terug naar het verleden. God leidde me binnen het
christendom naar Hem en leidde mij eruit. God gebruikte en gebruikt het christendom om
miljoenen mensen tot Hem te brengen. Zo ook ik. Nu ga ik verder de weg die Hij
wil dat ik zal gaan.
Zo groeide er meer en meer in ons het verlangen
om de Eeuwige te dienen door de eeuwige, onveranderlijke Thora te gaan
onderhouden in het land Israël en aan te sluiten bij het volk Israël (Jes.56).
De 'bazuin heeft geklonken'. Die verloren waren in/via Assur en Egypte worden
weer teruggebracht (Jes. 27:13). Nu zijn we op weg om Joods te gaan worden. Er
is contact gelegd met verantwoordelijke rabbijnen die ons begeleiden.
Rabbijnen waar we samen, met veel blijdschap, mee studeren. We ontdekken meer
en meer in die eeuwenoude Thora. We genieten meer en meer van G'ds goedheid en
van de dingen die Hij in deze tijd doet. We zien meer en meer de
wonderen die Hij aan het doen is. Een volk aan het terugbrengen is. Iets wat
eeuwen geleden beloofd is. Iets wat lang niet voor mogelijk werd gehouden. We
zien het met onze eigen ogen gebeuren. We staan er middenin. De Eeuwige is groot en goed
!!!
Inmiddels zijn we Joods geworden (uitgekomen in het Joodse
volk) en wonen we in Eretz Israel in het Hebron gebergte.
Voor mij is het als een thuis komen. Ondanks het verlies van de meeste vrienden die
deze weg niet begrijpen en waarderen ga ik stap voor stap de weg die de
Eeuwige me wijst. Met heel veel blijdschap. Uit Nederland, via België naar Eretz Israël. Israël, de
enige plaats ter wereld waar we als onderdeel van het Joodse volk de Eeuwige
kunnen dienen volgens de richtlijnen van de Thora. Israël, de enige plaats op
aarde waar we als volk Israël de taak kunnen vervullen om het Koninkrijk van
G'd naar deze wereld te brengen door middel van het verspreiden van het licht
van de Thora.
God kent onze weg. Dagelijks
ervaren we zijn overduidelijke leiding en vreugde over deze stappen. Daarom
moeten we persoonlijk die weg gaan die God ons wijst net zoals ieder ander
dat moet doen. Natuurlijk kun je direct deze weg als
ongoddelijk en misschien zelfs blasfemisch afwijzen. Maar je zou ook de dingen
open aan God kunnen vragen. Je zou jezelf anders een kans ontnemen waarin God
je nieuwe dingen wil laten zien.
Getuigenis 2; van Chaim
Mijn naam is Chaim (17 jaar), je zou
denken dat ik al Joods was. Maar ik kom uit een Christelijk gezin.
Mijn ouders zijn
overtuigde christenen met veel respect voor Israël en het Joodse volk. In
tegenstelling tot veel andere christenen geloven ze niet dat het Joodse volk
alleen gered kan worden door Jezus te accepteren. Ze hebben me in mijn
opvoeding duidelijk gemaakt dat de christenen het Joodse volk niet hebben
vervangen maar dat Israël onze oudere broer is, en daar ben ik ze dankbaar
voor. Vanaf mijn geboorte ging ik al naar de kerk. Dit waren geen
bijbelgetrouwe christenen maar meer overtuigde socialisten. Deze gedachte
vonden mijn ouders ook mooi toen ze zich aansloten bij deze kerk en mij lieten
dopen. Gelukkig wilde mijn vader toen ik ongeveer 13 jaar oud was zijn geloof
meer verdiepen. Hij is geen overtuigd socialist meer en is helemaal afgeknapt
op het anti-zionistische karakter van het socialisme. We gingen naar meer
bijbelgetrouwe kerken en thuis werd er veel over Israël gepraat. Mijn ouders
zijn toen ook lid geworden van Christenen voor Israël. Altijd kreeg ik te
horen dat Israël onze oudste broer is en dat we ons dat moeten realiseren maar
dat ze wel blind zijn voor de messias. Ik was daar ook van overtuigd maar
begon steeds meer interesse te krijgen in het Jodendom.
Zo hoorde ik van de
precieze wijze waarop de Torah word ‘gekopieerd’ en wijsheid die van generatie
op generatie overgegeven werd. Ik vond het steeds vreemder dat deze mensen met
hun enorme wijsheid toch blind waren voor de messias. Voor de rest hield ik me
weinig met geloofszaken bezig maar begon me meer te verdiepen in het zionisme.
Daar was ik helemaal vol van. Op mijn middelbare school ging elke spreekbeurt,
werkstuk of presentatie over de staat Israël. Later begon ik me meer te
interesseren voor het Jodendom omdat ik met mijn gezin Joodse musea en
dergelijke tentoonstellingen bezocht. Op internet ging ik op zoek naar
informatie over het Jodendom. Zo kwam ik ook allerlei sites tegen waarop
rabbijnen in discussie gingen met christenen. Er werden bijbelteksten
aangehaald en die ging ik ook zelf bekijken. De standpunten van de rabbijnen
leken me heel logisch en ik begon uitleg te vragen aan mijn ouders en aan de
dominee. De dominee vertelde me dat de bijbel niet letterlijk genomen moest
worden maar dat het een boek is waaruit men een goede boodschap moet halen.
Toen wist ik al dat geloven op die manier voor mij geen zin had omdat ik
geloof in een levende God. Gelukkig konden mijn ouders hun standpunten wel
beargumenteren, maar toch ging het er bij mij niet in dat Jezus de hele Torah
overbodig had gemaakt. Mij werd dan verteld dat het niet overbodig was gemaakt
maar was ‘vervuld’. Daar had ik ook moeite mee.
Op een dag keek ik op de
website van de Shalom Gemeente. Ik las een verhaal over een man die God
simpelweg gebeden had om wijsheid. Het klinkt heel vanzelfsprekend maar dat
had ik eigenlijk nog nooit gedaan. Als er echt een levende God is die ik wil
dienen zal Hij me daar toch bij helpen, als ik er voor open sta?
Ik was nog nooit tot die
conclusie gekomen omdat ik altijd alleen de boodschap van het socialisme, met
een christelijk laagje, had gehoord maar nooit was verteld van een levende God
die een is. ’s Nachts bad ik tot God . Ik vroeg Hem welke weg ik moest gaan.
Ik vroeg God of ik dit wel mocht onderzoeken, en of ik wel mocht twijfelen aan
zijn zoon. In plaats van een verlaten gevoel waar ik bang van was werd ik
juist overspoeld door Zijn liefde. Midden in de nacht heb ik toen God geprezen.
De volgende dag besloot ik mijn ouders meteen te vertellen dat ik niet meer
kon geloven in een gedeelde God. Ze vonden het erg maar gingen gelukkig met me
in discussie en keurden mijn manier van geloven niet af. Ik probeerde te
zoeken naar manieren om in contact te komen met Joodse mensen. Op internet las
ik vaak van mensen die het zeer moeilijk vonden omdat de Joodse gemeenschap
ook niet meteen staat te springen om je op te nemen. Maar als dit echt de weg
was die God met mij wilde gaan zou ik volhouden. Ik besloot de mensen van de
Shalom Gemeente te mailen en te vragen of ik een contactdag bij zou mogen
wonen. Ik werd met open armen ontvangen. Het was heel gezellig maar ik kreeg
ook genoeg boeken mee om thuis in te lezen, om zo mijn geloof te verdiepen.
Daarna heb ik nog een tijdje gelezen en contact gezocht met rabbijnen en
mensen van de Joodse gemeenschap. Soms wilde ik te hard maar ik kreeg gelukkig
ook te horen dat ik de eerste geboden niet moest vergeten. Het respecteren van
mijn ouders en de goede opvoeding die ik van ze heb gekregen niet te vergeten.
Nu probeer ik thuis Hebreeuws te leren en ik studeer bij een rabbijn om
uiteindelijk uit te komen. Ondanks dat ik nog een lange weg te gaan heb weet
ik dat het met de hulp van de Eeuwige zal lukken.
Naschrift Shalom Center. Chaim heeft inmiddels het giyur proces
voltooid en is Joods geworden. Hij studeert nu aan een yeshiva in Israel.
Getuigenis 3; van Toon uit Vlaanderen
Waarom ik Jood word.
Als je spreekt over –
zoeken naar waarheid – moet je bij mij zijn, daar kan ik over meepraten.
1947 was een goed jaar om
geboren te worden. Niets stond ons gezin in de weg om het geluk tegemoet te
gaan.
De oorlog was voorbij en
een nieuwe tijd brak aan.. Wij hadden het in de beginjaren niet breed want
vader moest vanaf nul beginnen bouwen en er moesten vijf kindermonden worden
gevoed. En toch verliep mijn kindertijd zorgeloos en gelukkig. Dit was vooral
te danken aan mijn vader en moeder. Zoals zij, zijn er volgens mij geen ander.
Vader gaf ons het voorbeeld hoe we moesten bidden tot God als Hemelse Vader.
Mijn eerste contact met
godsdienst begon in de Katholieke kerk. Al heel jong gaf ik mij helemaal over
aan kerk en dienst en begon ik veel interesse te betonen voor het mystieke
binnen de Katholieke kerk. Alle dagen ging ik twee maal naar de kerk en werd
ik ook dienaar in de liturgische diensten. Ik gaf mij helemaal omdat ik
geloofde dat dit de enige weg was naar de hemel.
In de jeugdjaren al had ik
belangstelling voor het Joodse volk en las ik de verhalen en de geschiedenis.
Maar ik werd bij het beoordelen van dat volk door de kerk op het verkeerde
been gezet en ik nam aan dat de kerkleraars het bij het rechte eind hadden Ik
geloofde dat het Joodse volk, door hun eigen schuld, het recht om - het Volk
van God - te zijn hadden verloren. Hadden zij Jezus niet vermoord? In de
misviering van Pasen zongen wij het lijdensverhaal van Jezus, zo zongen wij –
kruisig hem, kruisig hem, zijn bloed kome over ons en onze kinderen (Mattheus
27: 22-25) – Hadden zij die vloek niet over henzelf uitgesproken?
Later besefte ik dat deze
woorden niet uit Gods Woord kwamen maar uit het testament van de Kerk.
Wat wel in de Torah staat
is dit – Ik zal zegenen die jou zegenen en die jou vervloekt zal Ik vervloeken
– Dit zei de Eeuwige tot Abram toen Hij hem beloofde tot een groot volk te
maken. God komt nooit terug op Zijn uitspraken.
Laten we terugkeren naar
mijn verhaal.
Toen ik zestien jaar werd
kreeg ik een sterk verlangen om priester te worden. De studies werden
voorbereid, verdiepte mij in de Katholieke leer en zijn dogma s en zette deze
belangrijke stap. Gelukkig nu heb ik nooit de studies afgemaakt, anders was ik
nooit gehuwd geweest en had nooit kinderen gehad.
Toch bleef mijn verlangen
om meer te weten en meer kennis te verwerven over God en Zijn plan met Zijn
schepping. Hoe meer ik studeerde en logisch nadacht, hoe meer ik tot de
conclusie kwam dat mijn mooie Katholieke geloof niet kon stand houden
tegenover de Bijbel. In die tijd kwam ik in contact met de stromingen binnen
het protestantisme, de Pinster- en Charismatische kerken. Dit moest het dan
zijn, dit zou mijn geschokt vertrouwen in het Christendom terug herstellen.
Het begon allemaal thuis
met een kleine charismatische gebedsgroep. Ik ondekte dat er heel wat mensen
op zoek waren naar een geloofsleer die geen hiaten vertoonde.
We begonnen te leven
zoals de eerste kerk dat deed, het stond beschreven in de brieven en
handelingen van de Apostelen. Wat waren we uitgelaten en blij. Wij spraken in
tongen en profeteerden over de wereld en over elkaar en zelfs geloofden wij
dat wij nu het geestelijk Israel waren. Nogal vlug kwam ik tot de bevinding
dat ik daarin verkeerd zat. Hoe meer ik in de Bijbel las en vooral de boeken
van de Profeten, kon ik dat geestelijk Israel niet hard maken. Er werd te veel
geprofeteerd over een tijd die nog moest komen en die duidelijk over het
gekozen Volk van God ging, waar wij niets mee te maken hadden.
De kerk voelde soms aan
als uiterst arrogant tegenover God. Ook had de Torah afgedaan na de dood van
Jezus, want hij had de wet vervuld.
Twee gemeenten heb ik
gesticht in de loop van ongeveer tien jaar. Altijd zoekend naar verandering en
vernieuwing om tot de waarheid te komen. Om gaten te dichten in de geloofsleer.
Altijd nieuwe dingen uitproberen. Ik liet mij soms meeslepen door grote
woorden van zogenaamde “mannen gods” en telkens kwam ik tot de conclusie dat
ik bedrogen werd.
Uiteindelijk gaf ik de
kerk op. Ik trok mij terug uit allerlei leiderschap en zette mij in mijn zetel
met de Bijbel.
Deze beslissing was een
goede beslissing. Ik begon in te zien dat Israel moest bovenaan gezet worden
en niet de kerk. Als ik zo de Bijbel begon te lezen kwamen meer en meer
woorden op de juiste plaats en gingen mijn ogen open. Maar nu ontstond er een
ander probleem, het “ Nieuwe Testament” begon teksten te vertonen die ik niet
meer kon plaatsen, teksten zelfs die tegen Gods Woord ingingen, dus de
problemen waren nog niet van de baan.
In die tijd is de liefde
voor Israel als volk en land sterk toegenomen. Ik begon alles wat ik onder
handen kreeg over dit onderwerp te lezen en te plaatsen en te toetsen aan het
Woord van God. Ik sloot mij aan bij een gemeente in Dordrecht Nederland welke
het Joodse Volk bovenaan de lijst zette. Met hen ging ik in die jaren vijf
keer mee naar Israel.
Als je nu dacht dat de
problemen nu eindelijk van de baan waren heb je het verkeerd voor.
Bert Woudwijk, de leider
van die gemeente kwam tot de bevinding dat het Christendom niet op waarheid
beruste en stapte uit de kerk en werd na een voorbereidingsperiode Jood!
Ik dacht, die man is gek.
Er waren zoveel opwerpingen tegen zijn besluit. En onze Messias dan?
Ik wilde er niets van
weten tot mijn dochter op een keer zei” Papa, ik wil Joods worden” Zoals ze
bij ons zeggen –ik hoorde het in Keulen donderen.
Lang heb ik erover
nagedacht. Ik kwam tot de bevinding dat ik er altijd was van uitgegaan, dat de
waarheid te ontdekken was vanuit mijn oude geloof.
Toen ben ik gaan denken
vanuit de Torah en de Profeten. Het Nieuwe Testament van de Christenen even in
de kast gelegd. Ik ontdekte nu dat alle puzzelstukken mooi in elkaar gingen
passen. Torah is de waarheid.
Je kan wel raden wat er
verder gebeurde, Ik en mijn dochter zijn nu in een fase van voorbereiding om
ons bij het Joodse Volk te voegen.
Mijn beste vriend vroeg
mij vorige week: “ga je dan nooit ophouden om naar waarheid te zoeken”, ik heb
hem geantwoord dat dit nu, na bijna 60 jaar, eindelijk gevonden is.
Toon Van Sant, inmiddels
Baruch Shlomo Ben-Israël, wonende in Susya - Har Hevron, Eretz Israel
Getuigenis 4; van Herman
Als kind begreep ik al
niet dat Jezus zei dat er geen tittel noch jota van de wet zal vergaan en dat
hij niet gekomen was om hem af te schaffen maar te vervullen.Terwijl wij de
wet niet meer hoefden te houden.De uitleg toen en ook nu was en is:Jezus heeft
dat gezegd toen hij op aarde was, maar na zijn verheerlijking geldt dat niet
meer voor ons want de wet is door hem volmaakt gehouden en wij kunnen het toch
niet (zelfs de kinderen Israëls konden het niet) en
daarom hoeven wij het nu
niet meer,want hij is voor ons gestorven en zijn bloed heeft ons gereinigd van
onze zonden.
Dit antwoord van toen en
nu zat me toen al niet lekker want ik begreep het niet.Dat onderscheid wat
gemaakt werd dus.Later ben ik echt gelovig geworden en via allerlei kerkelijke
stromingen (ook volle evangelie en gewoon evangelische gemeenten) terecht
gekomen bij de Messiaanse Joodse Gemeente. Hier leerde ik veel omtrent de
mitswot die wel behoren te worden gehouden alsmede de Shabbat en de moadiem.
15 jaar geleden gaf ik eindelijke toe aan mijn drang om meer het Oude
Testament te bestuderen. Ik leerde Ivriet
3 seizoenen lang en wij
stonden op het punt om te gaan emigreren naar Canada. Toen het groene licht
kwam durfde mijn vrouw plotseling niet meer en we zijn dus gebleven. Gelukkig
maar.Een vriendin van ons met de gave van profetie (we waren echt betrokken
bij het charismatische) zei ons niet naar Canada te gaan en dat ik meer het
Joden dom en Oude Testament moest gaan bestuderen. Nou, dat deed ik dus al een
tijdje.Na jaren door studeren kwam ik op internet een schokkend relaas te
lezen van Eliyahu Silver. Dit hem ik enige jaren laten rusten. Het was te
schikkend en achteraf niet echt diplomatiek maar beschuldigend geschreven. 3
jaar terug kwam ik te spreken met een collega die geen Jood is maar toch
studeerde bij een rabbijn van de Chabad in Antwerpen. Hij was ook eerst
Evangelisch en is zich nota bene door een spreekbeurt van Jan van Barneveld
over Israël, zich hierin gaan verdiepen en gaan interesseren. Hij werd
aangeraakt dus. Van hem ook weer enige zaken gehoord en nagezocht en toen
begon het een beetje te komen. De collega vertrok en het contact verwaterde.
Via de Site van de Shalom-gemeente kwam ik langzaam meer en meer tot inzicht
wat een zware geloofs crises tot gevolg had. Met mailtjes over en weer met
Bert Woudwijk en de info op zijn site en natuurlijk alles nazoeken, moest ik
capituleren en ben
omgegaan rationeel gezien.
Momenteel heb ik het af en toe nog wel eens moeilijk (mijn emoties van een
halve eeuw christelijk geloof, draai je niet zomaar uit.), maar het wordt
minder.Bert is inmiddels Aryel geworden, mazzaltov. Ik ben er naar op weg. Dit zal nog wel even duren. Per slot van rekening ben ik al 15
jaar bezig en dan scheelt een jaar meer of minder niet veel.
Overigens de
Kerkgeschiedenis en het onderzoek naar de evangeliën hebben mij overtuigd van
het niet betrouwbaar zijn van het NT. Ook de verwijzingen in het NT naar de
Tenachteksten kloppen gewoon niet. Hiervan staan vele voorbeelden op de site
van het Shalomcenter . Hierop staan ook vele links om verder te zoeken. (zelfs
enkele in het Nederlands.)
Getuigenis 5; van Max
Mijn naam is Max Been en
ik woon in het noorden van het land.
Ik ben geboren in een
Nederlands Hervorm gezin en heb de zondagschool bezocht en ging naar de School
met den Bijbel. Ik geloofde in God met heel mijn hart en ziel. Maar ik ging
niet naar de kerk. Later toen ik van school ging bleef ik contact zoeken met
God. Toen ik trouwde werd dat steeds minder, en bleef alleen het besef dat er
een God is. In 1993 werd ik door een collega op mijn werk weer actief gelovig:
ik bad weer en las weer in de Bijbel. Nadat mijn huwelijk strandde mede door
het geloof, ging ik weer naar de kerk en via de baptistengemeente,
pinkstergemeente werd ik een shabbatvierend christen en later ik nam de Thora
aan en zo langzamerhand kwam ik waar ik nu ben. En ik ben nog steeds op weg.
Hoe komt het dat een
overtuigd Christen langzamerhand kiest voor de oorspronkelijke Joodse leer?
Mijn verhaal
In 2005 las ik deze
passage:
“Ik wist hoe ik de Bijbel
moest lezen door bepaalde gedeeltes over het hoofd te zien en andere zodanig
te interpreteren, dat zij altijd zeiden wat ik geleerd had. We wisten dat elke
andere opvatting van de Bijbel een scheiding tot gevolg zou hebben tussen ons
en onze naaste vrienden en familie. Zo nu en dan voelde ik me er niet prettig
bij. Ik las dan iets in de Bijbel, dat helemaal niet klopte met wat ik geleerd
had.”
Don Finto in zijn boek Uw
volk is mijn volk
Toen ik deze verklaring
van Don Finto las werd ik bewust van iets waar ik al enkele jaren mee bezig
was en het verwoordde een aantal onbewuste gedachten en gevoelens.
“Ik las dan iets in de
Bijbel, dat helemaal niet klopte met wat ik geleerd had”
Kerstfeest, daar begon het
mee, het was geen Bijbels feest, integendeel het had een heidense oorsprong.
Daarnaast had ik had ontdekt dat Jezus niet rond de kerst is geboren, maar
ergens in september/oktober. Ik voelde mij er steeds minder prettig bij het
fenomeen kerstfeest en in 1999 wilde ik alleen de geboorte van Jezus vieren,
zonder die kerstboom en al die opsmuk.
In 2003 kwam ik bij een
gemeente die in mei 2003 overging naar de Shabbat. Ik ging mee want in
Deuteronomium 5 wordt ons voorgehouden door Mozes:
12 Onderhoudt den sabbatdag, dat gij dien heiligt; gelijk als de HEERE, uw
God, u geboden heeft.
13 Zes dagen zult gij
arbeiden, en al uw werk doen;
14 Maar de zevende dag is
de sabbat des HEEREN, uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw
zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw os,
noch uw ezel, noch enig van uw vee, noch de vreemdeling, die in uw poorten is;
opdat uw dienstknecht, en uw dienstmaagd ruste, gelijk als gij.
15 Want gij zult gedenken,
dat gij een dienstknecht in Egypteland geweest zijt, en dat de HEERE, uw God,
u van daar heeft uitgeleid door een sterke hand en een uitgestrekten arm;
daarom heeft u de HEERE, uw God, geboden, dat gij den sabbatdag houden zult.
Ook Jezus vierde de
Shabbat en ook Paulus. Nergens las ik in de Bijbel helder en duidelijk dat de
Shabbat door de zondag vervangen was of vervangen diende te worden. De Bijbel
was duidelijk, dus ik ging de Shabbat vieren. Per slot van rekening is dit ons
als een eeuwige inzetting gegeven. (Exodus 31:16-17 )
Ook ging ik de feesten
vieren die voorgeschreven zijn in de Thora. En dit op de manier en de tijd
zoals de Thora ons voorschrijft. Ik werd me er van bewust dat dit ook als een
eeuwige inzetting is gegeven.
In die tijd kreeg ik veel
vragen rond een deel uit de Bergrede van Jezus en deze tekst bleef ik mijn
gedachten hangen:
Matthéüs 5
17 Meent niet, dat Ik
gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om
die te ontbinden, maar te vervullen.
18 Want voorwaar zeg Ik u:
Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel
van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
Jezus zegt hier: dat hij
niet kwam om de wet en de profeten te ontbinden. En dat de wet zal blijven
bestaan tot hemel en aarde voorbij zijn gegaan. Hij zegt dat er niets
van de wet zal voorbij gaan totdat alles is geschied.
De hemel en aarde zijn
niet vergaan. Dus moest de wet nog geldig zijn. Dat zou betekenen dat wat het
christendom ons over de wet leert, niet klopt. Want als Jezus de Zoon van God
is, ja zelfs God is, zoals dat wordt geleerd, wie heeft dan het recht om de
wet aan de kant schuiven? Toch leert Paulus ons dat de wet aan het kruis is
genageld. Dat wij vrij zijn van het juk der wet.
Maar Jezus leerde ons iets
anders. Mozes en de profeten leerden ons iets anders en in het laatste boek
van het oude testament
leert Maleachi ons op de
valreep:
Maleachi 4:4: (SV)
4 Gedenk
der wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem bevolen heb op Horeb aan
gans Israël, der inzettingen en rechten.
Toen ik mij dit realiseerde
kreeg ik het verlangen om
te zoeken naar de wortels van het ware christendom en naar de waarheid.
Er waren een aantal dingen
waar ik onbewust moeite mee had. Door de christelijke leer werd dit naar de
achtergrond gedrongen.
Deze zijn onder andere:
|
eenheid van God versus
vader/zoon/Heilige Geest |
|
vergeving in het Oude
Testament |
|
het nieuwe verbond |
De eenheid van God staat
zo omschreven:
Deuteronomium 6:4
Hoor,
Israël! de HEERE, onze God, is een enig HEERE!
Deuteronomium
32,39
Ziet nu, dat Ik, Ik DIE ben,
en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik
heel; en er is niemand, die uit Mijn hand
redt!
Jesaja 44,6
Zo zegt de HEERE, de Koning
van Israël, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en
Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God.
Jesaja 44,8
Verschrikt niet, en vreest
niet; heb Ik het u van toen af niet doen horen en verkondigd? Want gijlieden
zijt Mijn getuigen: is er ook een God behalve Mij? Immers, is er geen
andere rotssteen: Ik ken er geen?
Jesaja 45,5
Ik ben de HEERE, en
niemand meer, buiten Mij is er geen God;
Jesaja 45,21
Verkondigt en treedt hier
toe, ja, beraadslaagt samen: wie heeft dat laten horen van ouds her? Wie heeft
dat van toen af verkondigd? Ben Ik het niet, de HEERE? En er is geen God
meer behalve Mij, een rechtvaardig God, en een Heiland, niemand is er dan Ik.
Jesaja 45,22
Wendt U naar Mij toe, wordt
behouden, alle gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer.
Jesaja 46,9
Gedenkt der vorige dingen van
oude tijden af, dat Ik God ben, en er is geen God meer, en er is niet
gelijk Ik;
Deze teksten geven duidelijk aan dat er maar één God is, en
dat Hij de Heiland is en dus de verlosser is.
Wat voor mij een eye-opener was dat overal waar de naam Heer
of Here staat in de Oude Testament de vierleternaam Y-H-W-H staat.
Ook had ik grote problemen met de gedachte Jezus aan de
rechterhand van de Vader. Dat zijn twee Goden. Terwijl het Oude Testament heel
duidelijk is: er is maar een God.
Jesaja 42:8
Ik ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen
anderen geven, noch Mijn lof den gesneden beelden.
Het lijkt mij dat er dus één God te veel is als er ook één
aan de rechterhand van de Vader zit.
Vergeving:
Exodus 34,7
Die de weldadigheid bewaart
aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde
vergeeft;
Psalm 103,3
Die al uw ongerechtigheid vergeeft,
die al uw krankheden geneest;
Jesaja 55,7
De goddeloze verlate zijn weg,
en de ongerechtig man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal
Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft
menigvuldiglijk.
Micha 7,18
Wie is een God gelijk Gij,
Die de ongerechtigheid vergeeft, en de overtreding van het overblijfsel
Zijner erfenis voorbijgaat? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid;
want Hij heeft lust aan goedertierenheid
Deze teksten gaf de vraag als de hemelse Vader de zonden
vergeeft al in het Oude Testament waarom moest Jezus dan nog aan het kruis?
Waarom moest Jezus dan sterven voor mijn zonden terwijl een
ieder verantwoordelijk is voor zijn eigen zonden?
Ezechiël 18
De ziel, die zondigt, die zal sterven; de zoon zal niet
dragen de ongerechtigheid des vaders, en de vader zal niet dragen de
ongerechtigheid des zoons; de gerechtigheid des rechtvaardigen zal op hem zijn,
en de goddeloosheid des goddelozen zal op hem zijn.
En het nieuwe verbond dat in Lucas 22:20 en Matthéüs 26:28
door Jezus besproken wordt is een ander verbond dat God geeft:
Lucas 22:
19 En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het
brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven
wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ 20 Zo nam hij na de
maaltijd ook de beker, en zei: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten,
is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
Matthéüs 26:
26 Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het
zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden:
‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ 27 En hij nam een beker, sprak het dankgebed
uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, 28 dit is mijn
bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving
van zonden.
Jesaja 59:21
Mij aangaande, dit is Mijn Verbond met hen, zegt de HEERE:
Mijn Geest, Die op U is, en Mijn woorden, die Ik in Uw mond gelegd heb, die
zullen van Uw mond niet wijken, noch van den mond van Uw zaad, noch van den
mond van het zaad Uws zaads, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid toe.
Jeremia 31:33:
Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van
Israël maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en
zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen
Mij tot een volk zijn.
Jeremia 32:40
En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik van achter
hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart
geven, dat zij niet van Mij afwijken.
Dit is een heel ander verbond wat Jezus ons verteld. En later
zag ik dat hier de sedermaaltijd aan het Heilig Avondmaal werd gekoppeld. En
dat het ritueel van het heiligavondmaal een exacte kopie is van het ritueel
van o.a Mithras en anderen
Daardoor kreeg ik vraagtekens bij Jezus, en ik vroeg mij af
waarom wijzen de Joden Jezus zo rigoureus af?
En ja, Don Finto kreeg gelijk:
“We wisten dat elke andere
opvatting van de Bijbel een scheiding tot gevolg zou hebben tussen ons en onze
naaste vrienden en familie.”
Toen ik deze dingen bij
vrienden bespreekbaar wilde maken was het niet mogelijk, en een ander
probeerde deze teksten zodanig te interpreteren zodat zij gingen wijzen naar
Jezus.
Ik realiseerde me dat als
je vanuit een concept denkt (het christendom) bevestigingen zult vinden in het
Oude Testament en teksten zodanig kunt interpreteren zodat zij dat concept
bevestigen.
Bovendien was de gehele
Bijbel Joods. Geschreven met een Joodse achtergrond. En daarbij citeerde en
leerde Jezus uit het Oude Testament. Dat kon ook niet anders want het Nieuwe
Testament bestond toen nog niet.
Als Jezus werkelijk de
Messias is waar de Bijbel over spreekt dan zou dat er ook uitkomen.
Dus besloot ik de Oude
Testament met een “openmind” te lezen. En ik liet de tekst spreken.
Al gauw kwam ik er achter
dat Messiaanse voorspellingen uit hun context zijn gehaald.
Jesaja 7 is een goed
voorbeeld toen ik dit stuk gelezen had zonder het “concept Jezus” in mijn
hoofd kwam ik tot inzicht dat het een profetie was voor Israël in die dagen.
Daarnaast kwam ik te weten dat het over een jonge vrouw gaat en niet een maagd.
En als Zoon met hoofdletter wordt geschreven dan wordt je onbewust een
bepaalde richting opgestuurd!
Uit een verhaal van 25
teksten wordt één
tekst uit zijn context gehaald en dit werd dan de voorspelling van de geboorte
van Jezus Zoon van God:
Jesaja 7:14:
Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een
maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL
heten.
Toen ik het verhaal in zijn context las dan wist ik dat dit
teken voor Achaz is.
Ook de vorst in Ezechiël
is een vorst die grond bezit, getrouwd is en zonen heeft dus een mens is roept
vragen op. Het beeld dat het christendom heeft van de Messias komt niet
overeen met de vorst in Ezechiël want:
Als Jezus de zoon van God
is en zelf God is dan is hij ook het beeld van God.
Wat is het beeld van God?
Genesis 1:27
En God schiep den mens
naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep
Hij ze.
Man en vrouw!
Adam werd geschapen als
man en vrouw!!
Wat inhoud dat niet de
mens het beeld van God is, maar man en vrouw samen!!!
Later wordt in Genesis 2:
21-25 man en de vrouw gescheiden.
Als Jezus zoon van God is
en God zelf zou zijn kan hij de vorst in Ezechiël niet zijn, want deze is
alleen man en zal getrouwd zijn en kinderen kan krijgen.
Als het beeld van God dus
zowel mannelijk als vrouwelijk in een wezen is dan is de gedachte van een zoon
wel vreemd.
Matthéüs 24:34 Voorwaar,
Ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, totdat al deze dingen
zullen geschied zijn. 35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar
Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. (ook
Lucas 21:32 en Markus 13:30)
Jezus is niet terug gekomen tijdens dat geslacht. Dus de
profetie is niet uitgekomen,
Mozes zei hier over:
Deuteronomium 18:20-22:
20 Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen,
sprekende een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken,
of die spreken zal in den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven.
21 Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het woord kennen,
dat de HEERE niet gesproken heeft? 22 Wanneer die profeet in den Naam des
HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is
het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet
dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.
Wanneer die profeet in
den Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt
niet; dat is het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft;
Hoe kan Jezus zo fout zitten als hij de Zoon van God is beter
God zelf is. En meer ongeregeldheden kwam ik tegen in het Nieuwe Testament.
Dit alles liet mij zien dat Jezus de Messias niet kon zijn en
omdat zijn profetie niet uit is gekomen kon hij ook geen profeet zijn.
In mijn poging om de wortels van het christendom zoeken kwam
ik het jodendom binnen.
Mij doel is te leven naar de Thora en de Profeten, de
complete Tenach.
Ik bid dan ook om wijsheid en
inzicht en bid: Open mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. (Psalm
119,18)
Getuigenis 6; van John
BS”D
Shalom ik ben “John”, 20 jaar oud. Ik ben geboren in een seculier Noord
Hollandse, omgeving. Ik ben van Pools-Nederlandse afkomst via mijn vader. En
van Amsterdams Joodse afkomst via mijn moeder (helaas niet geheel traceerbaar
en eindigend via de mannelijke kant).
Ik ken mezelf de enigste gelovige van heel de familie noemen. Ik ben naar een
prot. chr. basis en – middelbare school geweest waar ik het goed naar mn zin
had en de basis voor geloof heb opgevangen.
Vanaf mn 13e ben ik erg bezig geweest met Israel. Dit begon met een gezonde
interesse voor het land, aangezien “het zoveel op het nieuws was”. Toendertijd
was ik dus al gelovig en duurde het daarom (gelukkig) ook niet lang voordat
het Jodendom een gezonde portie, extra aandacht van me kreeg.
Ik begon langzamerhand, meer en meer te lezen over Israel en over het Jodendom
in boeken uit de bibliotheek en dit fascineerde mij enorm. Ik bewonderde
Israel voor wat het was en waarmaakte. Ik dacht hier toen al de hand van
HaShem in te zien.
Ik was onder de veronderstelling dat het niet mogelijk was “Joods te worden”.
Ik zag dit dus als iets geheel onmogelijks. Dat was voor mij een moeilijk
onderdeel, aangezien ik na een tijdje toch echt de behoefte kreeg nog
dichterbij het Joodse volk te willen komen.
Ondertussen had mijn directe omgeving natuurlijk ook gemerkt dat ik veel bezig
was met Israel en het Jodendom en ik kreeg daarvoor ook zeker de support.
Vooral, vanaf begin af aan, kreeg ik veel support van mn ouders en dan met
name van mijn vader.
Op een gegeven moment verzamelde ik een berg moed en stelde ik mijn ouders 2
vragen, ik vroeg ze; “zouden jullie het erg vinden als ik koosjer zou willen
gaan eten?” en “zouden jullie het erg vinden als ik Joods zou willen worden?”.
Beiden antwoorden waren positief. Dit was voor mij een go! Onterrecht was ik
dus enorm zenuwachtig geweest, om deze –voor mij- enorm belangrijke vragen te
stellen.
Mijn vader vertelde mij onlangs dat het voor hem een duidelijk en emotioneel
moment was geweest, “die nog maar 15-jarige jongen, met zo’n sterke
overtuiging, die zoiets groots vraagt”.
Mijn ouders gaven mij “mijn eigen plekje” in de koelkast. Daar kwam alleen
“koosjer” eten, dat wil zeggen, alleen kip, rund en kalkoen bijvoorbeeld.
Echter niet volgens de Sjechieta (kosher ritueel geslacht). Ik kon dus stoppen
met steeds stiekem mijn vleeswaren weg te gooien (varkens- en paardenvlees
bijv.) en ik hoefde me niet meer te “verontschuldigen” als ik “geen trek had
in die (varkensvlees) hamburger” bij het avondeten.
Ik at officieel geen varkens, paard en rauw–vlees meer. Ik at geen zuivel en
vleesproducten meer samen en uit mijn Loach bekeek ik welke E-nummers
ongeoorloofd waren. Mn ouders zouden er ook op letten om varkens- en “kosjer”
vlees niet op 1 bord te leggen.
Ik begon de “Liberaal Joodse Gemeente” te bezoeken in Amsterdam en werd
daardoor dus beetje bij beetje, wijzer met het “synagoge”-leven. Ik kreeg
Joodse contacten via internet en kocht langzaam aan boeken met Joodse
onderwerpen of Joodse liturgie, zoals bijv. de Chumash (de Thora), een Siddur
(gebedenboek) en boekjes over de Joodse wetten.
Ook begon ik Hebreeuwse woordjes te leren, lezen en schrijven. Ik mocht
mezuzot bevestigen in ons huis en ik kocht kippot en Joods-religieuze spullen
in Amsterdam en begon de Joodse feestdagen op mijn eigen manier te vieren.
Mijn ouders hadden hier geen probleem mee, het was voor hun alleen stukkie
appel met honing op Rosh HaShana of ze wisten dat ik niet mocht eten of naar
school zou gaan met Yom Kippur.
De grote schoonmaak met Pesach, daar had vooral mn moeder geen problemen mee,
matzot kwamen ook op tafel en vooral mijn vader wilde overal wel de
achtergrond van weten (als hij dat niet al wist). Mn moeder en ik deden een
poging om latkes te maken met Chanukah, maar dat lukte niet geheel. Wel werden
netjes, elk jaar de kaarsjes op de Chanukiah aangestoken met de bijbehorende
Brachot.
Op school verdedigde ik Israel met volledige trots en gelukkig, met een lading
sterke argumenten. Ik droeg een gouden davidster uit solidariteit met Israel
en ik zag mijzelf stiekem al, als een “beetje Joodse” jongen. Een Israelische
vlag sierde mijn kamer en met Jom HaAtsmaoet zelfs ons raamkozijn.
Rond mijn 16e kreeg ik de sterke behoefte om toch echt Joods te worden, ik had
hier al meer over gelezen en opgezocht en besloot dan ook dat ik naar de
“Rabbijn” zou mailen van de “Liberaal Joodse Gemeente” in Amsterdam. Ik
schreef hem een motivatie-brief (mail).
Ik kreeg vooral het antwoord dat het een moeilijk en langdurig proces is, om
Joods te worden. Hij raadde mij aan om een aantal jaar te wachten en
ondertussen meer en meer te gaan leren.
Dat heb ik ook zeker gedaan. Vooral via het internet begon ik meer te lezen
over het Jodendom in het algemeen, maar ook over het proces van Joods worden –
Giur. Ik had regelmatig emailcontact met een “Conservative Rabbi” in de VS en
mailde hem met al mijn vragen.
Ondertussen had ik de verschillende stromingen binnen het Jodendom al
opgemerkt en ik begon steeds meer naar het “traditionele” Jodendom te wijken,
het Orthodoxe Jodendom. Maar ik zag het Orthodoxe Jodendom als een bolwerk van
geleerde Joden, waarbij aansluiting zeker weten niet mogelijk was.
Ik was ondertussen bijna 18 en wist voor mijzelf zeker dat ik meer en meer
wilde weten over dit, voor mij, traditionele, authentieke Jodendom.
Ik begon Orthodoxe synagoges te bezoeken, waar ik me geweldig thuisvoelde al
waren de diensten voor mij moeilijk. Vooral de manier waarop ik ontvangen werd
in de synagoges was superfijn en ik wilde dan ook graag weer terugkomen.
Ik bidde op “mijn manier” en begon de verschillende Brachot te zeggen voor o.a.
het handenwassen, hamotsie (voor het brood) en zei met trots, 2 maal daags het
Shema.
Chabad.org en askmoses.org werden zeer regelmatig door mij bezocht en ik
mailde diverse, voornamelijk Amerikaanse Rabbanim met vragen, als ik de
antwoorden niet kon vinden op de diverse internetsites.
April 2006, schreef ik een Orthodoxe Rabbijn in Nederland mijn motivatiebrief
en enkele dagen erna (Maart 2006) hadden wij onze afspraak. We bespraken het
zogenaamde “Giur”-proces. De Rabbijn vertelde mij over de moeilijkheden die
Joden ervaren en dat het leven als Jood, zwaar is. Ook vertelde de Rabbijn mij
dat het “niet nodig was” om Joods te worden, om contact met HaShem te hebben.
Mede dmv mijn elle-lange motivatiebrief (de Rabbijn vertelde mij, nooit zo’n
lange brief te hebben ontvangen haha) lag ik toch uit aan de Rabbijn dat het
toch echt mijn oprechte, niet-obsessieve wens was om mij tot het Joodse volk
te voegen. De Rabbijn vertelde mij dat het een beetje aan mij lag wat ik graag
zou willen, Giur beginnen in Nederland of in Israel, mits ik in Israel zou
willen gaan wonen.
Ik zou het hem laten weten, na een tijdje denken. Na enkele weken hadden we
weer contact en we spraken af dat ik individueel verder zou gaan hiermee,
vooral richtend op een Giur in Israel met dus in mijn gedachte om in Israel te
gaan wonen. Hij bood mij zijn hulp aan, mocht ik vragen hebben.
Nu, mei, 2009. Mag ik mezelf een gezegend mens noemen, waar ik HaShem, met
heel mijn hart en heel mijn ziel dankbaar voor ben. Ik ken van mezelf zeggen
dat ik enorm gegroeid ben in mijn Jodendom en eigenlijk ook in mijn relatie
met HaShem, waarvan ik zielsveel van hou en waartoe ik me nog dichter voel.
Ik sta op met dank aan HaShem in “Modeh Ani”, spreek de dagelijkse Brachot en
Tefilot uit, tot dat ik naar bed ga en het “Nachtgebed” uitspreek. Mijn
Hebreeuws is een stuk beter, ik ken me verstaanbaar maken in Israel en ook heb
ik ondertussen al een klein, klein bibliotheekje opgebouwd in mijn slaapkamer.
Ik heb fijne Joodse vrienden ook hiero in Nederland, waarvan ik hoop dat ze
snel Aliyah zullen maken.
En ik heb vooral ook geweldig, fijne vrienden in Erets Yisrael. En ik ben nu 4
keer naar Israel afgereisd in de afgelopen 2 jaar. Vorige maand voor 4 weken
lang. Geleerd bij mijn geweldige vrienden in Sussya, Aryel en Shlomit. Ik heb
er veel fijne mensen leren kennen.
Eerdere keren al voor 3 maanden, 1 maand en 10 dagen lang. Ik heb een bruiloft
meegemaakt van een vriendin van mij, die hedendaags een Orthodoxe Jodin is en
die ik zeker tot mijn beste vrienden, (tezamen met haar directe en schoon –familie)
mag rekenen.
Ik leef in Israel het leven wat ik graag zou willen in de zeer nabije toekomst
en op mijn eigen manier probeer te leven hiero in Nederland. Ik hoop volgend
jaar mijn “leer-proces” af te hebben gerond en mijn Giur, officieel af te
hebben gerond en naar Israel te komen, om te leven als een Israelische Jood.
Ik leef in Israel Shomer Shabbat, Kashrut en Shomer Negiah. Ik ga dagelijkse
naar de synagoge, leer met mn vrienden over de Thora, de Tenach en de Talmud
en vooral met Aryel bezoeken we de belangrijk, historische plekken in Erets
Yisrael.
Ik voel me met die invulling van mijn leven, dus 100% mezelf en dus volledig
fijn. Mezelf zijn heb ik altijd gedaan, ongeacht mijn leeftijd of waar ik was,
wat is dan beter voor mij, door dit pad te volgen waar HaShem, Baruch Shemo,
mij naartoe geleidt heeft?
Ik denk persoonlijk, dat ik bijna klaar ben voor het “opnemen van de 613
Mitsvot” en dat ik “HaShem moge dienen met de Thora als mijn leidraad”. En ik
hoop dan ook dat “mijn Mikwe-dag”, de dag waarop ik de Mitsvot op mij zal
nemen en het Mikwe (ritueel bad) zal betreden en eruit zal stappen als Jood,
snel moge arriveren.
Ik hoop dat voor ieder die bezig is met mijn spirituele zoektocht, dat hij
daar in zal slagen, weet dat HaShem je niet voor niks ergens naartoe leidt,
zij het Israel of Brooklyn, New York.
Ik moge mijzelf heel erg gelukkig prijzen, met alle hulp/steun en aandacht die
ik ontvang mijn lieve familie, vrienden en collega’s. Ze respecteren me
volledig met alles wat ik doe en daar ben ik ze dus enorm dankbaar voor. Dit
zijn echte “menschen”. Moge HaShem hen, Zijn zegeningen en steun geven.
Een recente, voor mij belangrijke stap, was het wettelijk laten veranderen van
mijn voornaam naar een naam die voor mij een speciale betekenis heeft. De naam
waarmee ik geboren ben, is totaal niet “van toepassing” op mij, een katholieke
naam, een feit waar ik me totaal niet prettig bij voelde.
Dit is dus weer een stap voor mij geweest, die mij hopelijk dichterbij brengt,
tot waar ik uiteindelijk, graag zou willen “landen”, in Erets Yisrael, als een
koshere Thora-getrouwe Jood.
John
Getuigenis
7; van Nava B. uit Vlaanderen
Ik groeide op in een liberaal christelijk gezin met vijf
kinderen. Naar de kerk gaan was bij ons geen verplichting, enkel met Kerst en
Pasen. Toch was ik de enige van het gezin die wel regelmatig naar de kerk ging.
Want daar voelde ik me goed.
Later toen ik wat ouder was hielp ik mee in de kinder -nevendiensten en heb
ook enkel jaren meegeholpen met de voorbereiding van de plechtige
communicanten.
Weer wat later besloot ik godsdienstles in mijn beroepsleven te geven. Nog
steeds vind ik dat het mooiste beroep dat er is. Met de kinderen over Ha Shem
praten. Samen op weg om elk zijn eigen weg daarin te vinden.
Tijdens mijn opleiding, en dan was ik toch al een jongvolwassen, geloofde ik
nog alle verhalen die gingen over Jezus. Alle wonderen, genezingen, dat
hij over het water liep. Ik slikte en dacht niet na. Waarom zou ik? Jezus was
immers de zoon van G'd en daar twijfel je toch niet aan. Dat mag ook niet want
deed je het wel dan bleek dit toch een teken van ongeloof te zijn, een teken
van zwakte. We werden naïef gehouden in die zaken. Ik slikte en slikte tot ik
voldaan was.
Ongeveer zes jaar geleden had ik er genoeg van. De verhalen over Jezus konden
niet waar zijn. Maar toch was er nog steeds G'd, want daar twijfelde ik niet
aan. Maar hoe moest dat dan, van G'd houden en toch niet geloven in Jezus. Kon
dit wel? Ik begon mezelf heel veel vragen te stellen en probeerde een antwoord
binnen de Islam te vinden. Maar al vlug werd me duidelijk dat dit niet is wat
G'd bedoelde. Mijn zoektocht begon, ik wou weten wat de mensen tweeduizend
jaar geleden ertoe bracht om over Jezus verhalen te schrijven. Zo kwam ik voor
het eerst echt in aanraking met de joodse religie. Uiteraard leerden we in de
klas ook wel over deze religie en in het NT staan er genoeg verhalen over
joden, farizeeërs, Shriftgeleerden. Het was me wel bekend dat deze mensen
bestonden maar meer dan karikaturale figuren uit de Bijbel (NT) ging mijn
kennis niet. Ik verslond het ene boek na het andere. (Mijn volk is uw volk
'Don Finto, De zaak Jezus en de joden 'Peter Tomson' Het Evangelie volgens
Judas, Benjamin Iskariot, dankzij de joden 'Thomas Cahill, Zienswijze Wolf
Ollech, Gesprekken in Jeruzalem, Yves Desmet en Staf Nimmegeers). Om er zo
maar enkele te noemen. Hoe meer ik las, hoe dichter ik bij het joodse volk
kwam. Maar de vragen begonnen nu pas echt te borrelen. Want ik wist nu wel dat
Jezus joods was (ergens wist ik dat wel, maar dat was me niet duidelijk, als
kind dacht ik dat Jezus christen was en als enige met enkele vrienden het
moest opnemen tegen alle joden in Israël, een David en Goliath verhaal). Die
kinderlijke fantasie is nooit weggegaan. (Nu natuurlijk wel). Maar dan had je
nog de vraag of Jezus nu wel de Messias is? En hoe zat dat dan met de zonden?
Op dat moment, een periode waarin ik de weg kwijt was en er de brui wou aan
geven, want ik snapte het nu nog allemaal minder dan voorheen, ontmoette ik in
Antwerpen een vriendelijke joodse man. Hij vroeg of ik tijd had voor een
gesprek. Hij had een boekenwinkel en daar zaten we, elk op een stoel met een
bakje snoep tussen ons in. Ik vertelde mijn verhaal, mijn zoektocht, mijn
vragen. Hij zei niets, maar ik voelde een grote liefde uitgaan van die man. We
spraken af om elkaar de volgende week opnieuw te ontmoeten. Ik was enorm
gelukkig, er was iemand die tijd gemaakt had om naar mijn vragen te luisteren
en die vond ze helemaal niet zo dom. Ik had het gevoel dat ik recht had om
kritisch te zijn zonder afbreuk te doen aan mijn geloof en liefde voor Ha
Shem.
Van die dag af spraken we elkaar elke dag, kon ik niet naar Antwerpen komen
dan belde ik of hij belde mij. Dat was onze afspraak. En telkens gingen onze
gesprekken over het joodse leven, over de Messias, maar ook over hele gewonen
dingen. Ik paste wat ik leerde over de joodse religie ook toe in mijn
dagelijks leven en merkte dat dit eigenlijk wel goed was. Mijn leven werd
anders, ik dacht meer na. Ik had nog nooit zo een dicht leven met G'd, zo
intens. Die man gaf me een nieuw leven, nieuwe inzichten. Maar vooral en dat
is nog wel het voornaamste, hij gaf me het gevoel dat G'd van mij zou blijven
houden, ook al geloof ik niet meer in Jezus als Messias. Het zou een jaar zijn
dat wij onze dagelijkse contacten hadden.
Jammer voor mij, maar gelukkig voor hem verhuisde hij vorig jaar naar Israël.
Om de Messias op te wachten zo zei hij.
Ik wist nu dat Jezus joods was en kende ook al heel wat over de joodse religie.
Op die manier kon ik de verhalen die men schreef over Jezus ook kaderen binnen
die tijdsgeest en geloofsgeest. Ik wist dat de christelijke feesten gebaseerd
zijn op heidens riten. Dat de Shabbat vervangen is door een dag die de
Romeinen hadden voor de zon. Ik leerde ook dat het gebod om geen beelden te
maken door de Kerk genegeerd werd. Dat Kerst één verzameling is van heidense
gebruiken die in de Bijbel door profeten al werd aangekaart. Eigenlijk leerde
ik dus dat als je uit de Kerk alle Romeinse afgoderij, alle Germaanse
gebruiken, alle fouten die door vertalingen binnen zijn geslopen in het NT,
alle politiek en machtsmisbruik van de clerus zou wegdoen, dat er enkel maar
een puur groepje mensen overblijft die G'ds vrezend zijn, die joods zijn en
die verlangend uitkeken naar de Messias en waarvan enkelen dachten die in
Jezus te vinden. En al de rest, het hele christendom is één grote leugen.
Gebaseerd op leugens, verdraaide feiten, eigenzinnigheden, machtsmisbruik,
verwaandheid.
Ik besloot mijn leven totaal anders in te richten en voortaan te leven naar
G'ds wil. Daar gaan voor het grootste deel mijn godsdienstlessen die ik geef
ook over. Ik wil de kinderen leren nadenken. De Bijbelverhalen kritisch leren
lezen. Maar vooral ook leren lezen wat er staat. Daarvoor is elke letter
belangrijk. Ik geef Rooms Katholieke godsdienst. Maar dat roomse hoeft er voor
mij niet in, het hele vaticaan leeft niet waar ze voor staan, één grote
politieke zaak in Rome. Het katholieke heb ik ook al gehad, als je die
geschiedenis leert kennen dan val je gewoon achterover. Dan blijft er enkel
nog Godsdienst over. En daar draait het toch allemaal om, G'd dienen door te
leven met je ogen steeds op Hem gericht.
Om mijn lessen voor te bereiden heb ik heel wat informatie en achtergrond
nodig. Bij al mijn vragen kwam ik steeds terecht op de site van Shalom
Center. Op die manier heb ik dit leren kennen. Ik was vooral blij dat ik niet
alleen was die zo dacht. Mijn drijfveer om te studeren, te lezen was nog nooit
zo groot. Het enige verschil is dat ik nu weet in welke richting ik moet
zoeken. En die weg is uiteraard in Israël zelf. Dus ik besloot om de stap te
wagen. De mensen verklaarden me gek als ik zei dat ik naar Israël zou gaan,
maar ik heb geen moment het gevoel gehad dat G'd niet aan mijn zijde zou staan.
Leren in Israël kan ik iedereen aanraden. Als je daar wandelt is het alsof de
Bijbel tot leven komt. Maar net als bij de Thora heb je een gids nodig. Een
gids die je meeneemt in de geschiedenis. Ik leerde van Aryel de Bijbelse
geschiedenis beter begrijpen. Het is heel leerrijk om samen met anderen de
Thora/Tenach te nemen en samen te lezen en praten waar het over gaat. Zonder
daar al te moeilijke Theologische achtergrond voor te hebben. Ik heb daar
vooral veel geluisterd en gezien. De vragen komen nu. Maar dat geeft niet, het
is goed dat er vragen zijn. Gelukkig is er nog zoiets als mailen en kan ik
terecht met mijn vragen bij Aryel.
Nu zou je kunnen afvragen, en terecht waarom ik niet joods wordt als ik dan
toch zo een grote overtuiging heb en toch al zoveel als ik kan met de Thora en
volgens de instructies van G'd leef. Ik zou het wel heel graag willen, het is
mijn diepste verlangen om ooit joods te worden en dan naar Israël te verhuizen.
Maar ik heb een gezin en een man die niet de weg wil volgen die ik ga. Daar is
een moeilijk punt, want je kan niet joods zijn en gehuwd zijn met een niet
jood.
Ergens zie ik mijn levenstaak om in de school de kinderen te vertellen over de
ware G'd. En ik denk, dat de kinderen die van mijn nu les krijgen (en dan
spreek ik niet over het feit dat ik al of niet een goede leerkracht zou zijn,
maar over de leerstof die ze krijgen) dat die het voorrecht hebben om echte
godsdienst te krijgen. Deze kinderen zijn de start van een nieuwe generatie 'christenen'
die verder zullen denken. Die generatie die niet raar zullen opkijken als ze
het woord jood horen vallen. Maar zij zullen weten dat joden een bijzonder
volk zijn, met een grote verantwoordelijkheid. Zij zullen weten dat we nog
steeds moeten uitkijken naar de Messias, en Hem elke dag moeten verwachten.
Zij zullen weten dat Israël aan de joden gegeven is, voor eeuwig.
Wat die kinderen zullen weten, leren ze van mij en ik leerde het dan weer van
anderen. Van de man uit Antwerpen, van Aryel, van Sara en van Toon en van
Rabbijn Doum in Antwerpen en van al die mensen die boeken hebben geschreven,
maar ook van de gewone mens in de straat in Sussya van de mensen waar ik bij
mocht eten op Shabbat, van de mensen die in de synagoge aan het bidden waren,
van de moeders die met hun kinderen wandelden, van de vaders die aan hun
kinderen vertelden over de Thoraverhalen, van de mensen die me meenamen in hun
auto.
Ik heb een hele weg afgelegd, het was een zware.
Maar tijdens mijn tocht lachte Ha Shem me toe en duwde me steeds een beetje
verder, steeds in de goede richting.
Baruch Ha Shem.
Nava B. , Vlaanderen
Getuigenis 8;
van Bram K. uit Vlaanderen
Als eerste wil ik Hashem bedanken voor deze lange zoektocht en dat Hij me het
inzicht heeft gegeven waarom dit zoeken zo nodig was.
Voor mij is m'n aankomst bij het Jodendom met z'n rijke cultuur, leef- en
denkwijze gekomen na een lange zoektocht naar het spirituele deel van mezelf.
Van kinds af ben ik geïnteresseerd geweest in de verschillende wereldreligies
en voor zover ik me kan herinneren was ik als kind ook actief bezig met
religie (op een christelijke manier), ook al zijn m'n ouders en de rest van
onze familie helemaal niet religieus.
Toen ik eenmaal in de puberteit kwam, kon ik me steeds moeilijker
identificeren met het katholicisme en z'n, naar mijn mening, tegenstrijdige
dogma's. Als kind wilde ik steevast van de wereld een betere plek maken. Ik
zal het ook nooit vergeten dat iemand me zei dat, als ik de wereld wil
veranderen, ik dit alleen kan doen door mezelf te veranderen en op die manier
een voorbeeld proberen te zijn voor anderen. Dit is tot op de dag van vandaag
nog steeds een drijfveer in m'n leven en het is ook één van die dingen die me
zo thuis doet voelen in het Jodendom. Nu, dit idealisme vertaalde zich in m'n
tienerjaren in soms radicale maatschappijvisies. Ik werd omwille van ethische
redenen vegetariër en later veganist, ik zag m'n politieke gedachtegoed
evolueren naar extreem-links, waarbij de ideeën van de Russische anarchisten
Bakoenin en Kropotkin een belangrijke invloed hadden/hebben op m'n politiek
denken. Dat ik de dag van vandaag dit anarchistisch denken weerspiegeld zie in
de Israëlische Kibbutzim met hun directe democratie, volledige
gelijkwaardigheid van man en vrouw en het tot een minimum terugbrengen van
privé-bezit maakt me bijzonder blij. Het stemt me gelukkig te weten dat het in
de praktijk mogelijk is om op een libertair-socialistische wijze samen te
leven.
Na
de tumultueuze puberjaren kwam er bij me geleidelijk aan opnieuw een interesse
in het spirituele/religieuze. Zoals zoveel jongeren met een
politiek-links-gedachtegoed ging ik me verdiepen in de religies en leef- en
denkwijzen uit het Verre Oosten (Boedhisme, Hindoeïsme, Krishna consciousness)
maar in geen enkele kon ik mezelf alsnog terugvinden. Op een gegeven moment
las ik een artikel over het Baha'i-geloof en toen ik er meer over te weten
kwam, dacht ik dat ik gevonden had waar ik altijd naar op zoek was geweest.
Eindelijk had ik een religie gevonden waarbij bepaalde waarden centraal staan
waar ik als mens veel belang aan hecht. Zo wordt er in het Baha'i-geloof de
nadruk gelegd op vrijheid van meningsuiting, een ver doorgedreven
godsdienstvrijheid, de overtuiging dat verschillende wegen naar hetzelfde doel
kunnen leiden etc. Op een dag was ik op Youtube filmpjes aan het bekijken over
het Baha'i-geloof toen ik bij een filmpje kwam van een Joodse Rabbijn. In het
desbetreffende filmpje stelde hij dat de grondbeginselen van het Baha'i-geloof
zijn overgenomen uit het Jodendom (het monotheïstische geloof in één G-d,
gelijkwaardigheid onder de mensen, los van religie, afkomst of ras,
verschillende wegen die naar dezelfde waarheid leiden etc.) Opnieuw was m'n
interesse gewekt en ik kan nog altijd moeilijk onder woorden brengen wat er in
me omging tijdens die eerste maanden waarin ik het Jodendom ontdekte. Nog
nooit in m'n leven had ik zoveel gevoelens ervaren als in die maanden. Ik
voelde me met momenten extreem gelukkig omdat ik voelde dat ik gevonden had
waar ik al 26 jaar naar aan het zoeken was, op andere momenten was ik echter
heel onzeker over m'n toekomst en werd ik soms bang omdat ik dacht dat ik niet
sterk genoeg zou zijn om een Joods leven te gaan leiden. Ik leerde ook dat ik
niet van de éne dag op de andere Joods zou kunnen worden en als ik er eerlijk
over mag zijn, in het begin vond ik dat jammer want ik was redelijk
ongeduldig. Ondertussen weet ik gelukkig wel beter en snap ik ook de reden
waarom je niet van de éne op de andere dag Joods kan worden.
Tijdens de eerste maanden van m'n Joodse ontdekkingstocht ging er geen dag
voorbij zonder dat ik op verschillende websites (jewfaq.org,
myjewishlearning.com, ...) informatie zat op te zoeken over het Jodendom. Na
een tijdje heb ik dan een liberaal-Joodse rabbijn in Tilburg gecontacteerd en
mocht ik op gesprek gaan. De rabbijn nodigde me na het gesprek uit om een
aantal vieringen te komen volgen, maar dat we dit best konden beperken tot
drie vieringen. Na deze drie keren merkte ik bij mezelf dat ik me toch niet
helemaal kon vinden in het liberaal-Jodendom, hoewel het een uiterst aangenaam
eerste contact was met het Jodendom in het algemeen. Iets later was ik op reis
in Israël en werd ik bij vrienden uitgenodigd om met hun Shabbat door te
brengen. Zij wisten dat ik in het Jodendom wil gaan uitkomen en ik ben hun
ontzettend dankbaar dat ze me toen hebben uitgenodigd. Sinds ik met hun
Shabbat mocht doorbrengen in het pittoreske stadje El'ad, voelde ik me
onmiddellijk thuis in het Orthodoxe Jodendom. Ik had voordien niet echt een
positief beeld op het begrip 'orthodox' en ik denk dat dit me in het begin ook
heeft weerhouden om met een Orthodoxe Rabbijn te gaan praten. Op Motzei
Shabbat gaf Shaul, de vader des huizes, me de raad om niets overhaast te
beslissen en dat ik altijd bij hun terecht kan als ik vragen heb. Maar hij
raadde me ook aan om, eens ik terug in België zou zijn, een Orthodoxe Rabbijn
te contacteren omdat m'n vragen het best beantwoord worden door een Rabbijn.
Ik heb toen een Rabbijn in het Antwerpse een e-mail gestuurd en hij nodigde me
uit voor een gesprek. Ik was enorm zenuwachtig voor onze afspraak, maar hij
stelde me meteen op m'n gemak. Na het gesprek kreeg ik te horen dat ik altijd
met vragen naar hem toe kon komen. Een aantal weken later belden we nogmaals
met elkaar en maakten we een nieuwe afspraak. Deze afspraak kon door
omstandigheden niet plaatsvinden en latere pogingen om een nieuwe afspraak te
maken vielen in het water. Ik zag het als een teken dat ik verder moest zoeken
naar een andere Rabbijn. Ik was ooit al eens op de website van Shalom Gemeente
geweest en had toen gelezen dat er in Antwerpen de mogelijkheid was om lessen
te volgen ter voorbereiding op een Giyur. Ik ging dus nog eens kijken op hun
website en na even zoeken vond ik de naam van Rabbijn Daum met zijn
contactgegevens. Rabbijn Daums naam kwam me meteen bekend voor ... Was dit
misschien dezelfde Rabbijn Daum die ook in Joods Actueel een maandelijkse
column verzorgt? Tot groot genoegen bleek dit zo te zijn en ik heb hem toen
gecontacteerd via e-mail. Daags erna kreeg ik een supervriendelijke e-mail van
hem terug waarin hij zichzelf in het kort voorstelde. Zoals bij Orthodoxe
Rabbijnen de gewoonte is, maakte hij me er ook op attent dat het Jodendom niet
actief op zoek gaat naar nieuwe leden en dat van diegenen die wensen uit te
komen binnen het Jodendom, een persistente en consequente leerhouding wordt
verwacht.
Ik
volg nog niet zo heel lang les bij Rabbijn Daum, maar heb op korte tijd
onnoemelijk veel geleerd. Ik kan bijna Hebreeuws lezen, al moet ik toegeven
dat ik al wat voorkennis had. Zijn 1-op-1 aanpak tijdens de lessen is volgens
mij de beste om startende Gerim, zoals ik, te introduceren in het
Torah-getrouwe Jodendom.
B.K. - Dilsen (Belgisch-Limburg)